Algemene Onderwijsbond

24-06-2011

Algemene vergadering achter pensioenakkoord

De Algemene Vergadering van de Algemene Onderwijsbond steunt het hoofdbestuur in de discussie rond het pensioenakkoord. Dat betekent dat de AOb het bereikte akkoord met een positief preadvies aan de leden wordt voorgelegd, indien het tot een referendum komt.

Vorige week al liet voorzitter Walter Dresscher weten positief te zijn over het veelbesproken akkoord, dat in 2020 zou moeten ingaan. `Het is een akkoord waardoor een goed pensioen ook voor toekomstige generaties mogelijk blijft,' oordeelde hij toen. Na een nadere toelichting door vice-voorzitter Ton Rolvink in de Algemene Vergadering, stemde die in met het akkoord.

Dresscher vindt het een goed punt dat de AOW-uitkeringen straks een extra indexatie van 0,6 procent krijgen. Hierdoor worden de uitkeringen in de toekomst niet alleen aangepast aan de prijsontwikkeling, maar ook aan de loonontwikkeling. `Dat is winst, omdat iemand met alleen AOW of een klein pensioen nu meeprofiteert van de stijgende welvaart.'

Dat de AOW-leeftijd in 2020 wordt aangepast aan de levensverwachting en dus aanvangt bij 66 - een leeftijd die daarna nog kan oplopen naar 67 - accepteert de AOb als een gegeven. `Als samenleving stonden we voor de keuze: lagere pensioenen of de periode verlengen waarin we AOW en pensioen opbouwen. Het is daarbij natuurlijk wel van groot belang dat er maatregelen worden getroffen die het ook mogelijk maken langer door te werken. Je moet voorkomen dat oudere werknemers ziek worden of worden ontslagen.'

Voor de toekomst van ons pensioenstelsel is het volgens Dresscher goed dat dit akkoord er is. `Er is een afgewogen keuze gemaakt is tussen rendement en zekerheid, tussen de belangen van generaties en dat bovendien de lagere inkomens ontziet.'

Kritiek dat het akkoord slecht is voor jongeren of vooral voordelig is voor werkgevers, wijst Dresscher van de hand. `Ik ben er van overtuigd dat met dit stelsel de pensioenen betaalbaar blijven en van voldoende niveau. Opmerkingen dat dit akkoord zorgt voor meer onzekerheid, zijn onzinnig: er zijn altijd onzekerheden voor pensioenfondsen. Dit akkoord perkt die juist in en voorziet in een transparante benadering van de risico's, die voor elk fonds en elke sector weer anders zijn.'