1
Vermiste kunstwerken uit het Rijksbezit
Hierbij zend ik u de antwoorden op de schriftelijke vragen van de vaste commissie
voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over verdwenen kunstwerken uit
Rijksbezit. Deze aanvullende vragen zijn mij toegezonden in uw brief van 19 mei
2011, kenmerk 2011D25835.
Wat is de verklaring van het feit dat er kunstwerken vermist konden raken?
De meeste vermissingen werden veroorzaakt doordat de administratie van
kunstwerken in overheidsgebouwen vanaf eind jaren veertig tot 2005 niet goed is
bijgehouden. Bij verhuizingen van het ene gebouw naar het andere of bij
privatisering, opheffing of samenvoeging van overheidsdiensten kon het
voorkomen dat van verplaatsing van kunstwerken geen melding werd gemaakt.
Zo konden kunstwerken uit het zicht raken. In de periode voor de automatisering
in de jaren negentig waren alle bruiklenen bovendien 'op papier' geregeld. Dat
bracht helaas met zich mee dat het uitwisselen en bijhouden van gegevens op
verschillende plekken niet vanzelfsprekend vlekkeloos verliep.
Tot 2005 werd door mijn ministerie aan een groot aantal uiteenlopende, nietmuseale
organisaties uit de publieke sector kunstwerken in bruikleen verstrekt
om de zichtbaarheid ervan te vergroten. Na die tijd is het aantal bruikleners sterk
verkleind, waardoor risico's op vermissing als gevolg van niet-professioneel
beheer sterk zijn teruggedrongen.
Wat zijn de opsporingsinspanningen tot nu toe en welke resultaten heeft dit
opgeleverd?
Nadat de administratie in 2005 op orde was gebracht, is een grootschalige
zoekactie gestart om zo veel mogelijk werken terug te vinden. Over de aanpak en
de resultaten van dit project, en over de genomen maatregelen, is uw Kamer
geïnformeerd in 2005, 2007, 2008 en 2011. In reactie op vragen van de Kamer
over 200 teruggevonden objecten heeft de minister van OCW in 2007 opgemerkt
dat niet te verwachten was dat een voortzetting van de extra inzet nog eenzelfde
resultaat tot gevolg zou hebben.
Op grond van de Regeling materieelbeheer museale voorwerpen, die ik onlangs
heb laten evalueren en waarover ik de Tweede Kamer afzonderlijk bericht, zijn
ministeries en colleges verplicht om jaarlijks een opgave te doen van de museale
Rijnstraat 50
Den Haag
Postbus 16375
2500 BJ Den Haag
www.rijksoverheid.nl
Onze referentie
306994
Uw brief van
19 mei 2011
Uw referentie
2011D25835
Pagina 1 van 2
Pagina 2 van 2
Datum
Onze referentie
306994
voorwerpen die zij beheren. In de periode 2007 - 2010 heeft Instituut Collectie
Nederland (nu Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) locatiebezoeken afgelegd
bij ministeries. Via deze weg werd een aantal objecten dat in de administratie als
vermist te boek stond, soms weer 'gevonden'.
De publicatie door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed van de lijst met
vermissingen weerspiegelt onverminderd de claim van de staat op de vermiste
kunstwerken, dus wanneer incidenteel een van de objecten getraceerd wordt,
wordt dit opgeëist. Op signalen en meldingen van particulieren en de kunsthandel
over (mogelijk) teruggevonden vermiste objecten was en is altijd actie
ondernomen door mijn ministerie.
Tot slot kan ik u meedelen dat de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed eind juni
een geactualiseerde versie publiceert van bovengenoemde lijst, waar mogelijk
voorzien van afbeeldingen.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Halbe Zijlstra