Provincie Friesland


---



---

PERSBERICHT

Nummer: 204/MtW
Datum: 29 juni 2011

Provincie zeilt scherp aan de wind in uitvoering ambities

De Fryske Mienskip kan ook de komende jaren rekenen op steun van de provincie. Er wordt voor E 105 miljoen geïnvesteerd. Dat staat in 'Koersvast, met nieuw realisme' Daarin geeft het college van Gedeputeerde Staten aan hoe het coalitieakkoord wordt uitgevoerd, dat Provinciale Staten op 20 april vaststelde.

Van de 100 miljoen heeft het College in 'Koersvast' er 78 ingevuld. De rest is bedoeld voor kansen en tegenvallers de komende vier jaar. In 'Koersvast' wordt duidelijk dat er andere tijden zijn aangebroken. 'We moeten een stapje terug doen', schrijft het college. De provincie krijgt minder geld van het Rijk via het provinciefonds. Bovendien draagt het Rijk taken over maar doet daar minder geld bij, zoals bij de aankoop voor natuur.

Toch betekent dit niet dat de provincie op alle terreinen een tandje lager schakelt. Zo moet Fryslân de mooiste provincie van Nederland blijven. 'Wij blijven onverminderd optimistisch over de kwaliteit van leven in onze provincie', zegt het college, dat blijft investeren in leefbaarheid op het platteland.

De provincie gaat voortaan financieel scherper aan de wind zeilen. Het verlaagt de vrije reserve en ruilt oud beleid in voor nieuw. Daarnaast krijgen alle instellingen met een structurele subsidie een efficiencykorting van 5 procent opgelegd en levert de eigen provinciale organisatie geld in, oplopend tot E 2,5 miljoen per jaar in 2016. In totaal bezuinigt de provincie 18,5 miljoen per jaar.

Het geld dat door zo vrijkomt, gebruikt het college om een aantal tijdelijke subsidies en programma's voortaan structureel in de begroting op te nemen. 'Daarmee krijgen we een solide en evenwichtige begroting en kunnen we organisaties meer zekerheid en continuïteit bieden', geeft Jannewietske de Vries, gedeputeerde Financiën aan.

De provincie is er trots op om 105 miljoen te investeren in deze tijden. De Vries namens het college: 'Met dit geld geven we nieuwe energie aan Fryslân'.


---- -- Koersfêst mei nij realisme
Uitvoeringsprogramma 2011-2015



Koersvast met nieuw realisme
Uitvoeringsprogramma 2011-2015



2



Inleiding
Op 20 april 2011 hebben Provinciale Staten het coalitieakkoord "Nije Enerzjy foar Fryslân" vastgesteld. Het college van Gedeputeerde Staten voert dit coalitieakkoord uit. Hoe we dat gaan doen staat in dit uitvoeringsprogramma. Een programma waarin ook te lezen valt hoeveel dat gaat kosten en wat we krijgen voor dat geld. U kunt dit document beschouwen als een verdere verdiepingsslag van het coalitieakkoord. Met scherpe keuzes en voor zover mogelijk een gedegen financiële meerjarige doorvertaling. Dat was niet gemakkelijk. Temeer omdat sinds 2007 een ambitieus College aan het werk was. Veel van die ambities zijn in gang gezet en (gedeeltelijk) waargemaakt. Dat kon ook omdat bij het hoge ambitieniveau van toen navenant grote bedragen ter beschikking waren. De ambities van toen hebben ook nu nog hun weerslag op de beschikbare financiële ruimte. Terwijl we nu een stap terug moeten doen. Want dit zijn nieuwe tijden. Tijden waarin het Rijk, de gemeenten, maatschappelijke organisaties en ook de provincie geconfronteerd worden met de noodzaak tot bezuinigingen. Tijden waarin wij voorstellen doen om op een aantal terreinen een tandje lager te schakelen. Maar ook tijden waarin we met z'n allen de schouders eronder blijven zetten. We zijn de mooiste provincie van Nederland, we blijven de mooiste provincie van Nederland. Al zullen we vooral de ambitie in het landelijk gebied op een nieuwe manier moeten invullen. Met welke financiële gevolgen dat gepaard gaat, is nog niet geheel duidelijk. De onderhandelingen met het Rijk over een nieuw bestuursakkoord over het Landelijk Gebied zijn nog in volle gang. Wat er precies gebeurt na het eventueel niet ondertekenen van het Bestuursakkoord is ook nog onduidelijk. In de Risicoparagraaf hebben wij dit risico en andere (o.a. de meicirculaire) opgenomen. Als er meer duidelijk is, moeten we met die nieuwe werkelijkheid aan de slag. De komende vier jaar maken wij vanwege die teruglopende inkomsten scherpe keuzes. We brengen de vrij aanwendbare reserve (VAR) terug tot 10 miljoen. We zetten geld van oud beleid in voor nieuw beleid en we leggen alle budgetgesubsidieerde instellingen een efficiencykorting van 5 procent op. Zo kunnen we in totaal 105 miljoen extra investeren in de Friese samenleving. Hoewel dit nog niet voldoende is om alle afspraken uit het coalitieakkoord volledig na te komen, zijn we er trots op dat wij hiertoe in staat zijn. Vooral in een tijd waarin de gevolgen van de economische crisis voor alle overheden ­ en dus voor alle inwoners ­ voelbaar zijn. Om aan de voorzichtige kant te blijven, zetten we van de 105 miljoen eerst 78 miljoen in (75 procent). Met dit geld geven wij nieuwe energie aan Fryslân. Daarom zijn wij onverminderd optimistisch over de kwaliteit van leven in onze provincie. In de begroting 2012, die we op basis van de discussie met Provinciale Staten over dit Uitvoeringsprogramma opstellen, zal het College een meerjarenraming geven. Daarmee maken we de financiële vertaling gedurende deze gehele bestuursperiode inzichtelijk. Tot welke resultaten de financiële inzet leidt, zal het College elke twee jaar apart inhoudelijk rapporteren in de vorm van een Staat van Fryslân. Bij het Onderhandelingsdossier heeft de organisatie een eerste Staat van Fryslân uitgebracht. Daar gaan we mee door, zodat voor de inwoners van de provincie en Provinciale Staten goed te volgen is welke resultaten we boeken. Uit de Staat van Fryslân blijkt welke beoogde resultaten uit het coalitieprogramma al zijn gehaald en welke we nog willen realiseren. Door ze te integreren in de Planning & Control-cyclus kan Provinciale 3



Staten de voortgang in het beleid koppelen aan de financiële positie van de provincie. Tot nu toe gebeurde dat meestal andersom. Het coalitieakkoord `Nije enerzjy foar Fryslân' is een ambitieus coalitieakkoord. De plannen en projecten om alle ambities uit dit akkoord waar te kunnen maken, bieden onze provincie perspectief. Daar hoort ook een prijskaartje bij. De investeringen vergen meer dan de 105 miljoen die beschikbaar is voor de komende vier jaar. Wij werken verder aan projecten als een Fries Energiebedrijf, Breedbandinfrastructuur en de .frlextensie. Wij geven wel als opdracht mee om deze projecten bij voorbaat al versoberd uit te werken. Als wij deze projecten aan u voorleggen, spreken we ook over het geld. Daarbij proberen we zoveel mogelijk externe fondsen, zoals het REP in te zetten. En als het binnen de criteria past mogelijk met Nuon-geld, de opbrengst van de aandelenverkoop. Omdat dit geld is opgebracht door alle Friezen voelen wij een speciale verantwoordelijkheid bij het uitgeven ervan. Deze werkwijze is eerder ook gevolgd met de University Campus Fryslân. Per project willen we dan een discussie over de relevantie ervan voor de Friese samenleving. Daarmee hangt direct de vraag samen of financiering uit Falcon voldoende maatschappelijk rendement oplevert. Ook zullen wij er voor zorgen dat we de Jeugdzorg zorgvuldig overdragen naar de gemeenten. Daar is tot 2016 nog geld voor nodig. De keus voor kerntaken betekent niet dat we nooit buiten die paden treden. Maar dan alleen in samenhang mét de kerntaken. Concreet betekent dit, dat we sociaal beleid integreren in ander beleid. Daardoor bestaan er uiteindelijk geen aparte budgetten voor sociaal beleid meer. Op dit terrein blijven we wel signaleren, agenderen en stimuleren. Voor ons is de provincie ondanks een heroriëntatie op kerntaken ook en vooral een overheid voor de gehele Fryske Mienskip. Daarmee gaat onze opdracht en verantwoordelijkheid verder dan een strikt juridische oriëntatie op plaats en positie van de provinciale overheid. De provincie kan en wil niet elk probleem in haar eentje oppakken en oplossen. Vanuit dat besef is samenwerking met andere overheden en vooral de Fryske Mienskip noodzakelijk. We willen de werkwijze van de Koöperaasje Fryslân verdiepen door nog meer samen met anderen beleid te maken en uit te voeren. Daarnaast zien wij ook mogelijkheden om bijvoorbeeld via participaties onze beleidsdoelen te realiseren. Daarom kochten wij aandelen Vitens. Bij Vitens gaat het om een bestaand bedrijf, wij vinden het ook denkbaar dat de provincie meedoet in nieuwe bedrijven of organisaties. Vooral als die zich bijvoorbeeld richten op high tech-bekabeling van deze provincie of groene energieopwekking. Met de keuzes in dit uitvoeringsprogramma is zichtbaar hoe wij het coalitieakkoord uitvoeren. Daarover gaan wij graag met de Fryske Mienskip én met haar vertegenwoordigers in gesprek. We zetten vensters open naar de wereld, niet alleen om als wereldburgers na te kunnen gaan wat elders gebeurt, maar ook om de rest van de wereld te laten zien wat Fryslân te bieden heeft. Want foar de Fryske mienskip wurkje wy. Mei ambysje en fol mei nije enerzjy!

4



1. Koersvast met nieuw realisme
We blijven als Gedeputeerde Staten ambitieus en zien volop kansen voor Fryslân. Maar, zoals we in de inleiding al aangaven, zijn de komende jaren financieel moeilijker dan de periode die achter ons ligt. Dat dwingt ons tot nieuw realisme. Door een aantal gemaakte financiële keuzes zijn we in staat de komende jaren 78 miljoen vrij te maken voor diverse vormen van nieuw beleid en intensiveringen of voor het structureel maken van oud beleid. Naast die vormen van lopend beleid is er een aantal grote eenmalige projecten en investeringen die wellicht het meest de ambities belichamen die we voor Fryslân hebben. Een deel hiervan vormt een voortzetting van bestaande ambities: de door het vorige college benoemde grote projecten. Ten aanzien van die projecten willen we koersvast blijven, maar wel met - ook door de financiële omstandigheden genoodzaakt - nieuw realisme. Daarna hebben we in het coalitieakkoord een aantal nieuwe grote projecten aangekondigd. Met die nieuwe grote projecten willen we op bepaalde terreinen nog `een zeil bijzetten' in vergelijking met de ambities van het vorige college. Met zowel de `oude' als nieuwe grote projecten willen we nieuwe energie aan Fryslân geven, ook in de huidige periode van financiële krapte. We gaan onze spaarpot niet verjubelen. Voor we een euro investeren, lichten we deze projecten de komende tijd kritisch door en brengen we ze terug tot hun slankste, noodzakelijke vorm. Vervolgens kijken we goed hoe we bestaande fondsen kunnen aanspreken en hoe de markt te verleiden is tot een bijdrage aan deze projecten. Voor projecten die wel direct economisch renderen, doen we in eerste instantie een beroep op middelen uit het Ruimtelijk-Economisch Programma (REP). Een beroep op de middelen uit de verkoop van de Nuon-aandelen kan dan een laatste sluitstuk vormen in de financiering van deze projecten. Ook dan slechts als een deel van de financiering, we verwachten minimaal tweederde van andere partijen. Als we deze stappen doorlopen hebben en overtuigd zijn of blijven van het grote belang voor Fryslân van deze grote projecten, komen we bij u terug met die projecten, elk op zich. We leggen ze aan u voor met de vraag of u bereid bent geld uit oude energie ter beschikking te stellen voor de nieuwe energie die ze brengen. Maar ook `kleinschaliger' willen we de komende vier jaar nieuwe energie geven aan Fryslân. Hiervoor gebruiken we de 78 miljoen begrotingsmiddelen die we hebben kunnen vrijmaken. Sommige resultaten zijn te bereiken zonder extra geld. We presenteren wat we de komende vier jaar willen uitvoeren in dezelfde structuur als het coalitieakkoord. Gegroepeerd naar respectievelijk nieuwe energie voor de leefomgeving, voor de inwoners, voor de economie en voor het openbaar bestuur. Het onderwerp `nieuwe energie met minder geld' is behandeld in het voorgaande. Voor elk van die thema's presenteren we de in het coalitieakkoord geformuleerde resultaten, voorafgegaan door één indicator die voor ons een cruciaal beeld geeft van de voortgang van ons beleid op dat thema1. Per in het coalitieakkoord geformuleerd resultaat geven we aan wat we ervoor gaan doen, en wat we er (extra) in willen investeren. Voor
1

Een uitgebreider monitoringsvoorstel volgt bij de begroting 2012. 5



sommige belangrijke projecten en beleidsactiviteiten vragen we geen nieuw geld, maar geven we pro memorie de middelen aan die daarvoor al zijn vastgelegd. Voor de meeste resultaten is ook al sprake van bestaande uitgaven. Bij de begroting 2012 presenteren we vanzelfsprekend een totaalbeeld van zowel nieuwe als bestaande uitgaven.

6



2. Nieuwe energie voor de leefomgeving

2.1 De indicatoren Onze inspanningen voor de leefomgeving bestrijken een breed terrein. Het uitlichten van enkele onderwerpen om `de' indicator voor onze inspanningen aan te verbinden, is per definitie onrechtvaardig tegenover alle andere belangrijke terreinen. Toch zijn er onderwerpen die er voor ons de komende jaren uitspringen. Daaraan willen wij speciale aandacht besteden. Het eerste van die onderwerpen is de kwaliteit van wonen, zowel als het gaat om woningen zelf als om de woonomgeving. Die is van groot belang, onder andere in relatie tot het mooi houden van Fryslân en het in goede banen leiden van de demografische ontwikkelingen op met name het platteland. Op het stimuleren van die kwaliteit zetten wij de komende jaren zwaar in. Daarom is een indicator die voor ons de komende jaren veel aandacht verdient:

waardering van de Friezen voor hun voor woningen en woonomgeving, inclusief voorzieningen

Een ander zeer belangrijk onderwerp voor ons de komende jaren is duurzaamheid en vernieuwing op dat terrein. Uiteindelijk vertaalt duurzaamheid zich in het beslag dat we leggen op de diverse voorraden van de aarde en wat we daarvan overlaten of nieuw creëren voor volgende generaties. Een erkende maatstaf daarvoor vormt onze tweede belangrijke indicator voor de leefomgeving:

ecologische footprint van de gemiddelde Fries in hectares

2.2 Onze resultaten en inspanningen Onderstaand de in het coalitieakkoord opgenomen resultaten en wat we doen en investeren om die te behalen. Resultaat coalitieakkoord: Fryslân is nog altijd de mooiste provincie van Nederland. Wat gaan we doen? We blijven de ruimtelijke kwaliteit van Fryslân stimuleren via onder andere het Atelier Ruimtelijke kwaliteit (nog in 2011 en 2012) en ons eigen ruimtelijk kwaliteitsteam. We ondersteunen gemeenten bij implementatie van De Nije Pleats (inpassing agrarische bedrijven). We analyseren en bepalen het provinciale belang van landschappelijke, stedenbouwkundige en cultuurhistorische hoofdstructuren, om gemeenten te informeren en te inspireren bij planvorming en ruimtelijke afwegingen. We reiken tweejaarlijks de Anita Andriesenprijs voor Ruimtelijke kwaliteit uit. Ook onze inzet op bundeling van windmolens en het opknappen van hectares bedrijventerreinen draagt bij aan een nog mooier Fryslân. Wat investeren we hierin (extra)? Ruimtelijke kwaliteit: 1,4 miljoen 7



WRO zaken inclusief windenergie: 100.000 structureel

Resultaat coalitieakkoord: Op vernieuwende en creatieve wijze is het voorzieningenniveau op het platteland geborgd, gebruik makend van digitale ontwikkelingen. Wat gaan we doen? Wij formuleren de komende periode krimpbeleid. We bieden voor eind 2011 een menukaart krimp aan de buitenwereld aan om aan te geven wat we voor hen kunnen doen en om in te spelen op de demografische ontwikkelingen. We gaan het menu ook serveren. We gaan samen met gemeenten en andere partijen maatwerkoplossingen zoeken voor vervoer op het platteland. Dit kan onder andere door combinatie met andere vervoervormen (leerlingenvervoer combineren met de uitgifte van medicijnen, zieken- en gehandicaptenvervoer, bezorging van bibliotheekboeken, pakketten et cetera) om zo voorzieningen voor de inwoners bereikbaar te houden. De nieuwe Agenda Leefber Plattelân bevindt zich momenteel in de inspraak en voeren we vanaf 2012 uit. De voorstellen in die nota behelzen onder andere het blijven bevorderen van de leefbaarheid. Voorbeelden hiervan zijn het stimuleren van kleinschalig ondernemerschap en breedbandinitiatieven die op creatieve en vernieuwende wijze de voorzieningen op het platteland borgen. Een belangrijke stap is dat we veel van de uitgaven die tot op heden tijdelijk in de begroting stonden maar in de praktijk structureel waren, nu ook structureel vastleggen. Daarmee geven we een solide basis aan ons plattelandsbeleid. In verband met de financiële situatie versmallen we die basis wel in vergelijking met voorgaande jaren tot wat we echt het belangrijkst vinden. Wat investeren we hierin (extra)? Aanpak demografische ontwikkelingen: 2 miljoen Agenda Leefbaarheid Plattelân: 3 miljoen structureel

Resultaat coalitieakkoord: er zijn forse stappen gezet in de verbetering en verduurzaming van de bestaande woningvoorraad Wat gaan we doen? Om Fryslân te wapenen tegen de ingrijpende demografische ontwikkelingen van de komende jaren gaan we stevig investeren in mooie en leefbare dorpen en wijken. Deze investering is bedoeld om het woningenbestand in Fryslân mooier en bij de tijd (want duurzamer) te maken. We gaan samen met woningcorporaties en gemeenten investeren in herstructurering van bestaande woningen (energiezuinig maken en opknappen) en van de woonomgeving. Deze investering kent een korte en lange termijn component. Op de korte termijn, tot en met 2015 sluiten we aan bij de bestaande rijksmiddelen voor ISV en het 100.000 woningenplan. De extra benodigde provinciale investering regelen we via de begrotingsmiddelen. Gemeenten en corporaties werken pas meerjarenprogramma's uit - samen met de provincie - als een langjarig vooruitzicht op middelen te bieden is. Een dergelijk proces heeft enige jaren nodig om goed op gang te komen. Dit terwijl na 2014 juist de ISV middelen die het Rijk ter beschikking stelt geheel wegvallen.

8



Daarom gaan we samen met corporaties en gemeenten de herstructureringsopgave voor de lange termijn (t/m 2022) nader in beeld brengen. Vervolgens verschaffen we langjarige financiering vanuit een nieuw, provinciaal Stimuleringsbudget bestaand stedelijk gebied. We regisseren, stimuleren en faciliteren de ontwikkeling en uitvoering van plannen door gemeenten, corporaties en anderen. Deze actieve rol werken wij uit in het Aanvalsplan herstructurering woningvoorraad. We stimuleren dat in projecten: naast corporatiewoningen ook herstructurering van particuliere woningen plaatsvindt; de energie-index van bestaande woningen met minimaal twee stappen verbetert; tegelijk de woon- en leefomgeving opknapt en kansen voor hergebruik van leegstaande panden en vrijkomende locaties door transformatie toenemen; sanering van milieuhinderlijke bedrijven, bodemverontreiniging, en verkeerslawaai plaatsvindt; de cultuurhistorische aspecten van wederopbouwwijken meewegen. Dit alles moet ertoe leiden dat in 2030 20.000 tot 30.000 woningen zijn verbeterd, vervangen of gesloopt. Dit is inclusief het integraal opknappen van de woonomgeving. De woningen en hun omgeving zijn comfortabel, energiezuinig, schoon en veilig, sluiten aan op de woonbehoefte en hebben ruimtelijke kwaliteit.

Wat investeren we hierin (extra)? Op korte termijn (tot en met 2015) 1,4 miljoen Voor de financiering van onze investeringen in de woningvoorraad na 2015 zullen we u te zijner tijd een apart financieringsvoorstel vanuit de NUON-middelen voorleggen. Resultaat coalitieakkoord: De achteruitgang van karakteristieke gebouwen en van bedrijventerreinen is gestuit. Bestaande bedrijventerreinen zijn verbeterd, er zijn nauwelijks nieuwe bedrijventerreinen aangelegd. Wat gaan we doen? We blijven hergebruik en restauratie van karakteristieke, voor het Friese landschap beeldbepalende gebouwen ondersteunen. We streven jaarlijks naar het laten opknappen van dertig karakteristieke gebouwen en het vinden van oplossingen voor acht leegkomende kerkgebouwen. We zien er op toe dat er alleen in uiterste noodzaak nieuwe bedrijventerreinen bij komen door planologische maatregelen om overbodige nieuwe aanleg te voorkomen, vastgelegd in bijvoorbeeld afspraken in een streekagenda. Wat investeren we hierin (extra)? Nota erfgoed: 1,789 miljoen Herstructurering bedrijventerreinen (overig REP)

9



Resultaat coalitieakkoord: Fryslan beschikt ook in 2015 over voldoende, schoon en veilig water Wat gaan we doen? We stellen het Wetterskip in staat bij haar aanpak van oevers en kaden om redenen van waterveiligheid ook aandacht te besteden aan natuur, en recreatiemogelijkheden. We combineren daarmee integraal diverse beleidsdoelen. Wij nemen de totstandkoming van een toekomstvisie over de inrichting van het Veenweidegebied voortvarend ter hand. In het najaar van 2011 krijgt u een startnotitie voorgelegd. Het streven is eind 2011 te starten met een integraal proces waaraan alle belanghebbenden in het gebied kunnen meedoen. Er is afgesproken dat er een nieuw gemaal komt in Lauwersoog. Wij gaan ervan uit dat Rijk en de waterschappen Fryslân en Noorderzijlvest daarvan de kosten op zich nemen en het gemaal in 2015 klaar is. Wat investeren we hierin (extra)? Uitvoering waterhuishoudingsplan: 500.000 Budget FYLG oevers en kaden projecten: 6 miljoen (tot en met 2021)

Resultaat coalitieakkoord: Zoutwinning onder het land is vervangen door zoutwinning onder zee Wat gaan we doen? We gaan de politiek en de minister van EL&I (als bevoegd gezag voor de vergunningverlening) overtuigen dat zoutwinning onder de Waddenzee de juiste keuze is. Daarnaast gaan we de ruimtelijke mogelijkheden en voorwaarden voor zoutwinning onder de Waddenzee creëren. Concreet gaan we de minister van EL&I inhoudelijk adviseren in het kader van de rijksvergunningsprocedure voor zoutwinning onder de Waddenzee (op grond van de Mijnbouwwet). Verder zullen we politiek/bestuurlijk alle noodzakelijke acties ondernemen, zoals lobby richting Tweede Kamer. We gaan na of een partiële herziening van het streekplan nodig is. Mocht dat zo zijn, dan stellen we een herziening op in 2011 en 2012, zo nodig gekoppeld aan een plan-MER. Wat investeren we hierin (extra)? Deze activiteiten doen slechts een beroep op bestaande menskracht, en daarmee niet op extra middelen.

Resultaat coalitieakkoord: de geplande infrastructuurwerken zijn volop in uitvoering Wat gaan we doen? In het coalitieakkoord gaven wij aan dat met de afronding van lopende grote wegenprojecten de Friese hoofdwegenstructuur op orde is. Die afronding vindt de komende jaren zijn beslag. De uitvoering van de Haak om Leeuwarden, verdubbeling van de N31 door Harlingen, opwaardering van de N381 (Drachten-Drentse grens) en aanpak van knooppunt Joure starten alle in 2012. Het Rijk wil de aanpak van knooppunt Joure combineren met de vervanging van de brug Skarster Rien door een aquaduct, mits wij hierin voorfinancieren. Wij zullen hierover met het Rijk onderhandelen. 10



Op het algemene punt dat de Friese hoofdwegenstructuur op orde is, zien we slechts één uitzondering. De enige grote investering in vernieuwing van het provinciale wegennet die wij nog als noodzakelijk beschouwen is de Traverse Lemmer. De verminderde doorstroming en daardoor overlast voor de omgeving op deze belangrijke route richting Zuidwest Fryslân maken dat wij de Sylroedebrêge vervangen door een aquaduct, de kruispunten vervangen door rotondes, ongelijkvloerse fietsverbindingen aanleggen en waar nodig compenserende maatregelen treffen. Wij beginnen voor 2015 met deze werkzaamheden. Wat investeren we hierin (extra)? De middelen voor aanleg van de bovengenoemde projecten, op de Traverse Lemmer na, zijn alle al opgenomen in de begroting Traverse Lemmer: 17,5 miljoen investering (jaarlijkse afschrijving 583.000 structureel). Uitvoering van dit voorstel is afhankelijk van realisatie van de structurele bezuinigingen binnen programma 2 (Verkeer en Vervoer).

Resultaat coalitieakkoord: de Centrale as, waar nodig met inachtneming van de uitspraken van de Raad van State, is volop in uitvoering Wat gaan we doen? Uitgaande van een positieve uitspraak van de Raad van State starten de werkzaamheden aan de Centrale As eind 2011 Wat investeren we hierin (extra)? De kosten van de Centrale As sec, inclusief wettelijk verplichte inpassingelementen, zijn gedekt in de begroting. Voor de gebiedsontwikkeling die wij als plus aan aanleg van de Centrale As verbinden verwijzen we naar het volgende resultaat

Resultaat coalitieakkoord: de gebiedsontwikkeling rond de Centrale As en N381 heeft geleid tot een goede inpassing van deze wegen in hun omgeving Wat gaan we doen? Er zijn drie belangrijke gebiedsontwikkelingsplannen gemaakt, te weten Centrale As, N381 en Franekeradeel-Harlingen. Samen met de streek is gekeken hoe er een `plus' te zetten is op de diverse plannen. Tijdens de planvorming is er vanuit gegaan dat er middelen uit ILG en een eventuele opvolger van ILG hiervoor te gebruiken zijn. Daarover is nu onduidelijkheid ontstaan. Een en ander betekent dat wij mogelijk op zoek zullen moeten gaan naar alternatieve financiering voor deze plannen. Wat investeren we hierin (extra)? Afhankelijk van de uitkomst van de discussie met het Rijk zullen wij een voorstel doen om deze gebiedsontwikkelingen met Nuon-middelen te financieren.

Resultaat coalitieakkoord: met nieuwe concepten voor openbaar vervoer en het gebruik van de fiets is de bereikbaarheid van Fryslân verbeterd Wat gaan we doen? 11



We investeren de komende jaren extra in het openbaar vervoer, mede om ondanks de verwachte kostenstijging toch het niveau van dienstverlening op peil te houden, met extra aandacht voor het platteland. Met betrekking tot het treinverkeer zetten in op vier treinen per uur tussen Leeuwarden en Zwolle. Nog deze collegeperiode willen wij groeien naar drie treinen per uur. Omdat wij geen mogelijkheid zien voor structurele exploitatiebijdragen, is het essentiëel dat het Rijk of een vervoerder toezegt, bij gebleken behoefte, de exploitatie voor haar rekening te nemen. Voor het traject Leeuwarden-Groningen willen we deze coalitieperiode de voorbereidingen voor een vierde trein per uur afronden. December 2012 gaat de nieuwe openbaar vervoer concessie voor het grootste deel van Fryslân in. Voor die concessie kijken we naar de mogelijkheden om met terugbrengen van het aantal te verlenen concessies voor openbaar vervoer (samenvoegen van concessiegebieden) tot een zo samenhangend mogelijk vervoersnetwerk te komen. We investeren in de bereikbaarheid voor fietsers, Dit doen we door onder andere goede fietsenstallingen en fietsvoorzieningen aan te leggen bij de overstap van fietsers naar bijvoorbeeld trein of bus. Ook willen we de belangrijkste ontbrekende hoofdschakels in het Friese fietsnetwerk aanleggen en daarbij landbouwverkeer te scheiden van fietsverkeer. Wat investeren we hierin (extra)? Fiets: deel van 12,5 miljoen, jaarlijkse afschrijving 417.000. Uitvoering van dit voorstel is afhankelijk van realisatie van de structurele bezuinigingen binnen programma 2 (Verkeer en Vervoer). Extra bijdrage exploitatie OV: 3,6 miljoen structureel Extra trein middels voorstel bereikbaarheid Leeuwarden

Resultaat coalitieakkoord: een besluit over aanleg van de spoorlijn is gevallen Wat gaan we doen? De marktconsultatie voor het spoor Heerenveen-Groningen bevindt zich in de eindfase. Onze besluitvorming over verdere voortgang baseren wij op de resultaten van de marktconsultatie, de mate waarin een besluit een beroep doet op onze beheerslasten en de mate waarin een positief marktsignaal gepaard gaat met een maatschappelijke acceptabele uitvoering en inpassing van het spoor. Wat investeren we hierin (extra)? De middelen voor het spoor zijn reeds vastgelegd in de RSP-middelen

Resultaat coalitieakkoord: een nieuwe visie op vaarwegen wordt tot uitvoering gebracht Wat gaan we doen? Helaas hebben de financiële ontwikkelingen sinds de totstandkoming van ons coalitieakkoord ertoe geleid dat we ons niet in staat achten middelen te genereren voor een nieuwe visie op vaarwegen, en met name de uitwerking van die visie Wat investeren we hierin (extra)? Niet van toepassing 12



Resultaat coalitieakkoord: de verkeersveiligheid is verder verbeterd Wat gaan we doen? De komende periode zetten we met name in op de verkeersveiligheid voor fietsers. Door hun grote kwetsbaarheid vormen fietsers een risicogroep in het verkeer. We maken daarom de fietsoversteken over de intensief bereden provinciale wegen veilig en fietsvriendelijk. We vragen in onze regierol andere wegbeheerders om fietsknelpunten op te lossen. Ook lichten we fietsers voor over onder andere het gebruik van fietshelmen. Wat investeren we hierin (extra)? Fietsoversteken: investering 7 miljoen, jaarlijkse afschrijving 233.000. Uitvoering van dit voorstel is afhankelijk van realisatie van de structurele bezuinigingen binnen programma 2 De voorlichting is te bekostigen uit verkeersveiligheidsmiddelen (BDU)

Resultaat coalitieakkoord: er is aanzienlijke voortgang geboekt met totstandkoming van de digitale snelweg in Fryslân Wat gaan we doen? Fryslân kan alleen mee gaan in de razendsnelle wereldwijde veranderingen als het mee verandert, steeds beter kennis en innovatie weet te creëren, te verspreiden en toe te passen. Wij gaan daaraan bijdragen door onder andere mee te investeren in een goede breedbandinfrastructuur voor heel Fryslân. Dit is een investeringsproject waarbij we een hoogwaardige en toekomstvaste breedbandinfrastructuur voor particulieren en bedrijven in Fryslân realiseren. De verwachting is dat marktpartijen (breedbandaanbieders) een groot deel voor hun rekening nemen. Op basis van een uitgewerkte businesscase leggen wij een voorstel voor. Vanzelfsprekend is niet alleen `hardware' van belang voor de digitale snelweg, maar ook toepassingsmogelijkheden. Gekoppeld aan onze inspanningen voor breedbandinfrastructuur stimuleren we daarom ook toepassingen. Een specifiek Friese toepassing in dit verband is de invoering van een .frl extensie, zodat Friese bedrijven en burgers hun verbondenheid met Fryslân ook digitaal kunnen weergeven. Wat investeren we hierin (extra)? Digitale agenda: 200.000 Voor de financiering van breedbandinfrastructuur leggen we u een apart financieringsvoorstel voor, dat een beroep op Nuon-geld doet

Resultaat coalitieakkoord: Natuur en landschap zijn met provinciale middelen versterkt Wat gaan we doen? We blijven investeren in aankoop en beheer van natuur, al zijn we helaas financieel niet in staat de door het Rijk aangekondigde enorme budgetkortingen bij overdracht van natuurtaken geheel te compenseren. Omdat onderhandelingen met het Rijk nog lopen over dit onderwerp informeren we u in een later stadium over onze precieze plannen met de investeringen in natuur. 13



We investeren in landschap, bij voorkeur binnen integrale gebiedsontwikkeling of in andere vormen van integrale planvorming. Wel bepalen ook hier de uitkomsten van de discussie met het Rijk mede onze armslag. We houden bijzondere aandacht voor weidevogels. Wat investeren we hierin (extra)? Budget Programma Landelijk Gebied: 5 miljoen structureel Voor de financiering van onze overige investeringen in natuur(beheer) leggen we u een apart financieringsvoorstel voor zo gauw meer helderheid ontstaat over de consequenties van de lopende onderhandelingen met het Rijk.

Resultaat coalitieakkoord: De landbouwsector is verder verduurzaamd en nog meer actief als landschapsbeheerder. Wat gaan we doen? Het blijvende vitale belang van de landbouw ondersteunen we. Ook zoeken we de aansluiting bij het nieuwe Europese gemeenschappelijk landbouwbeleid vanaf 2014, door agrariërs te ondersteunen in bedrijfsverbreding met maatschappelijke diensten en neventakken. Dit is recent vastgesteld door Provinciale Staten in de landbouwagenda. In het najaar van 2011, na afronding van de landelijke discussie over dit onderwerp, komen we met een standpunt omtrent schaalvergroting in de landbouw en intensieve veehouderij. Wij gaan om de innovatie in de melkveehouderij te stimuleren door met het ondersteunen van de Dairy Campus Fryslân. De Dairy Campus is een kenniscampus gericht op het vergaren, verrijken en delen van kennis op het gebied van melkveehouderij. We voorzien een nationaal centrum met een internationale uitstraling. Dit omvat naast fysieke faciliteiten een innovatieprogramma en een educatieprogramma. De Dairy Campus is in 2013 operationeel. Wat investeren we hierin (extra)? Kavelruil: 1,75 miljoen Voor Dairy Campus is al in de huidige begroting tot en met 2020 een provinciale bijdrage van 2,5 miljoen opgenomen (dekking REP). Voor eventueel noodzakelijke aanvullende middelen krijgt u een apart voorstel dat eveneens een beroep doet op REP-middelen

Resultaat coalitieakkoord: de schadelijke onttrekkingen en toevoegingen aan het Friese leefmilieu zijn verder teruggebracht Wat gaan we doen? In ons milieubeleid gaan we duurzame innovaties en duurzame besluitvorming van maatschappelijke partijen stimuleren. We stellen jaarlijks een ecologische voetafdruk van de Friese burger op om ons beleid en uiteindelijk het gedrag van Friese burgers te beïnvloeden. We stimuleren duurzame ontwikkeling in eigen projecten en in projecten van derden door toepassing van het `cradle-to-cradle concept' (afval=grondstof). Concreet voorbeeld hiervan is het project `Grip op grond' waarbij bijvoorbeeld baggerspecie als bouwstof/fundering in de wegenbouw dient. Om het toezicht op een schoon Fryslân beter te organiseren geven wij invulling aan onze regierol bij de oprichting van de

14



Fryske Utfieringsorganisaasje foar Milieu en Omjouwing (FUMO, de Friese Regionale Uitvoeringsdienst), die in 2013 operationeel is. Wat investeren we hierin (extra)? De benodigde middelen voor ons milieubeleid zijn al gedekt in de begroting

Resultaat coalitieakkoord: Fryslân produceert op diverse manieren een substantiële hoeveelheid schone energie. Wat gaan we doen? Duurzaamheid is de komende jaren voor ons een nog belangrijker speerpunt dan zij al was. Zo blijven we het gebruik van vervoermiddelen bevorderen die duurzamer zijn dan auto's of vrachtwagens. Ook binnen vervoersvormen stimuleren we meer duurzaamheid, bijvoorbeeld in aanleg en onderhoud en door overstap naar duurzame brandstof en elektrisch vervoer. Verder stimuleren we minimaal twintig lokale/regionale energieketens voor duurzame energieopwekking in de landbouw tussen 2011 en 2013 en energieopwekking door burgers in lokale ketens. Onze steun voor dorpshuizen richten we op het energiezuinig maken van die dorpshuizen. We richten in 2012 een Enerzjy Kooperaasje Fryslân op. Die heeft als doel het stimuleren en produceren van duurzame en betaalbare energie heeft. De opwekking van energie gebeurt zoveel mogelijk met innovatieve technieken. Burgers kunnen hierin participeren. Daarbij maken we zoveel mogelijk gebruik van kleine, lokale ketens, die samen één groter geheel vormen. Lokale projecten voor productie van duurzame energie krijgen - mits goed financieel onderbouwd voorrang als ze een beroep doen op dit bedrijf voor een relatief goedkope financiering. Daarbij blijft uitgangspunt dat het energiebedrijf/ -coöperatie een gezonde financiële exploitatie moet houden. Het organisatorische kader voor de energiecoöperatie realiseren we samen met betrokkenen: van bestaande lokale initiatieven tot de grote energiebedrijven en netbeheerders en van lokale verenigingen tot banken. Daarbij maken we ook gebruik van kennis en ervaringen bij bestaande plaatselijke initiatieven en productieprojecten en vergelijkbare initiatieven elders. Hoewel het bedrijf in de toekomst op eigen benen moet kunnen staan, willen wij voor de start zowel procesgeld als investeringsgeld beschikbaar stellen. Ook het Fries doefonds speelt een belangrijke rol in duurzame innovatie, omdat we hieraan een grote rol willen toekennen bij de verstrekking van middelen uit dat fonds. We ondersteunen ook een reeks aan kleinere en grote projecten. Concreet starten tussen 2011 en 2015 tien tot vijftien projecten voor vergisting van mest of andere materialen. Voor 2015 is er een dekkend netwerk van groengas tankstations en tenminste één tankstation voor bio-LNG. Ook is er voor 2015 een distributiestructuur ontstaan dat lokaal geproduceerd biogas distribueert en verwerkt. Rijk en regio werken samen aan het opstellen van een Rijksstructuurvisie Afsluitdijk en een bestuursovereenkomst. De komende vier jaar focussen we onze inzet op de start van een pilot Blue Energy voor 2015 en de eerste fase van het duurzaamheidscentrum. Wat investeren we hierin (extra)? Duurzame energie: 4,547 miljoen 15



Afsluitdijk: 500.000 procesgeld Voor financiering van de pilot Blue Energy en het duurzaamheidscentrum leggen we u aparte financieringsvoorstellen voor, die een beroep doen op REP-middelen Voor de financiering van de Enerzjy Kooperaasje Fryslân leggen we u een apart financieringsvoorstel voor, dat een beroep doet op Nuon-geld Voor een aantal grote projecten ten aanzien van duurzaamheid leggen wel u een apart financieringsvoorstel voor, dat een beroep doet op Nuon-geld

16



3. Nieuwe energie voor de inwoners

3.1 De indicatoren Voor onze inspanningen op het gebied van taal, cultuur en sociaal beleid geldt hetzelfde als die voor de leefomgeving: ze bestrijken een breed terrein. Toch springen ook hier enkele onderwerpen eruit. Door decentralisatie vanuit de Rijksoverheid, maar ook door onze eigen investeringen en het integraler aanpakken van zaken, stimuleren we deze periode nog meer dan voorheen het gebruik en de vitaliteit van het Fries. Daarom is een belangrijke indicator op dit thema voor ons: persintaazje ynwenners fan Fryslân dat de Fryske taal ferstiet, praat, lêst en skriuwt.

Daarnaast is een belangrijke stap dat we deze periode de culturele basis van Fryslân verstevigen. Dit doen we door een aantal tijdelijke subsidies voor culturele instellingen die wij als essentieel voor de Friese culturele basisinfrastructuur zien, vanaf 2013 structureel te maken. Verder investeren we in een aantal structurele versterkingen van de infrastructuur in Fryslân (depot, cultuurketen Drachten). Daarom is een tweede indicator: aanwezigheid van culturele basisinfrastructuur

3.2 Onze resultaten en inspanningen Resultaat coalitieakkoord: het sociaal domein is bij de provincie niet meer geformuleerd in zelfstandig beleid maar integraal onderdeel van andere beleidsvelden Wat gaan we doen? Uiterlijk eind 2015 is het sociale beleid - inclusief budgetten - integraal opgegaan in andere beleidsterreinen, zoals verkeer en vervoer, ruimte en wonen (krimp), kenniseconomie en innovatie (digitale agenda) en wat betreft uitvoering vooral ook terug te vinden in de diverse streekagenda's. Ook de steunorganisatie Partoer ondergaat een transitieproces om bij deze nieuwe provinciale invalshoek en werkwijze aan te sluiten. Daarnaast blijven we onze ondersteunende rol voor gemeenten vorm geven door kennis aan te bieden, trends, problemen en kansen te signaleren en agenderen. In het transitieproces werken we de komende jaren de combinatie wonen, welzijn en zorg uit in relatie tot krimp en de digitale agenda. We vormen de organisatie om tot een flexibel inzetbaar expertiseteam in dat ontwikkelingen en knelpunten signaleert, agendeert, initiatieven aanjaagt en verbanden legt. Het Sociaal Investeringsfonds (SIF) wordt op korte termijn en gedurende de transitieperiode van ons sociaal beleid opgenomen in de diverse agenda's binnen de bestaande budgetten. Wat investeren we hierin (extra)? Overgang sociaal beleid: 5,489 miljoen

17



Resultaat coalitieakkoord: De jeugdzorg is verder verbeterd en klaar voor een verantwoorde overdracht aan gemeenten. Wat gaan we doen? Het kabinet heeft besloten de jeugdzorg over te hevelen naar de gemeenten, vermoedelijk met ingang van 2016. Om tot die tijd ervoor te blijven zorgen dat kinderen en hun ouders goed en snel hulp krijgen, handhaven wij onze autonome bijdrage tot die tijd op 4 miljoen. Deze is deels al in de huidige begroting opgenomen. We bereiden een goede overdracht aan gemeenten voor, waarin we borgen wat tot nu toe bereikt is. Waar we mede met onze autonome bijdrage tot de overdracht voor (blijven) zorgen, is dat we wachtlijsten blijven vermijden, doorlooptijden kort blijven en de caseload per medewerker realistisch blijft. Ook stimuleren we de verdere ontwikkeling van Bureau Jeugdzorg en de aansluiting daarvan op de Centra voor Jeugd en Gezin. We sluiten een 'bestuursakkoord' met de Friese gemeenten en overige partijen over de transitie van de provinciale jeugdzorg naar de gemeenten. Het akkoord gaat over randvoorwaarden waar het Centrum voor Jeugd en Gezin aan moet voldoen en gewenste resultaten van de transitie en organisatie en besluitvorming binnen het proces. We stimuleren verdere verbeteringen in de keten van de jeugdzorg. Ook blijven we inzetten op vermindering van bureaucratie en verbetering van efficiëntie. Jeugdhulp Friesland en Bureau Jeugdzorg geven we opdracht in samenwerking met onder andere de Friese gemeenten projectvoorstellen te ontwikkelen en uit te voeren die tot 2016 en daarna borgen dat voldoende en kwalitatief goede zorg snel beschikbaar is voor alle Friese kinderen die de zorg nodig hebben. De financiering van de jeugdzorg vormt een bijzonder positie in het geheel. Vanaf de overdracht verlaagt het Rijk het provinciefonds structureel met vermoedelijk 90 miljoen. Voor Fryslân komt dit neer op ongeveer 4 miljoen. Wat investeren we hierin (extra)? Voor de Jeugdzorg aanvullend op de lopende begroting 1,264 miljoen tijdelijk, oplopend naar 4 miljoen structureel

Resultaat coalitieakkoord: het over Thialf genomen besluit, dat leidt tot behoud van de A-status, is in uitvoering Wat gaan we doen? Het project Thialf en de keuze voor nieuwbouw of renovatie is erg afhankelijk van de betrokkenheid van andere partijen én de bereidheid om mee te betalen. De lobby bij die andere partijen is in volle gang. Zoals toegezegd leggen we de verschillende varianten met een financiële verdiepingsslag aan Provinciale Staten voor voordat we een keuze maken voor een eventuele financiële bijdrage aan één van de varianten. Voor eind 2011 ligt bij de Staten een projectbesluit. Wat investeren we hierin (extra)? Voor een provinciale bijdrage aan Thialf krijgt u een apart voorstel dat een beroep doet op REP-middelen

Resultaat coalitieakkoord: De Friese taal heeft een steviger positie in de Fryske Mienskip 18



Wat gaan we doen? De Fryske taal is in wichtich ûnderdiel fan de identiteit fan ús provinsje en syn ynwenners en foarmet de kearn fan ús kultureel DNA. De soarch foar de Fryske taal en kultuer is dêrmei ek in kearntaak fan ús provinsje. It Frysk krijt de kommende jierren in sterke ympuls, troch de oerdracht fan ryksmiddels en ­foech op it mêd fan de Fryske taal en kultuer, troch de nije, noch fêst te stellen Wet Gebrûk Fryske Taal, mar ek troch ús eigen ynvestearrings. Dy't binne der op rjochte ús ynspannings foar it Frysk te bondeljen, it taalbelied sa sterker en effektiver te meitsjen en de dûbelings yn de hjoeddeistige útfieringsstruktuer fan it taalbeleid fuort te nimmen. Bondele sterker: wy bondelje de krêften wat it Frysk oanbelanget troch tegearre mei it Ryk in 2013 in Rie foar de Fryske Taal en Kultuer yn te stellen. De Rie rapportearret oan en advisearret it Ryk, Deputearre Steaten fan Fryslân, gemeenten en rjochterlike ynstânsjes oer it ferlet en de winsken oangeande de Fryske taal en kultuer. De Rie kin ek in ombudsmanfunksje foar it brûken fan it Frysk ferfolje. It Konsultatyf Orgaan Frysk fan Ynlânske Saken sil opgean yn dizze Rie. Dêrnjonken kreëarje wy, ek in 2013, in Stipepunt Frysk 2.0 om de middels foar taal- en ûnderwiisbelied effisjinter yn te setten. Dêr gean de taken fan it no besteande Stipepunt fan de Afûk yn op. Ek wurdt it Stipepunt 2.0 in wichtige partner fan de Rie foar de Fryske Taal en Kultuer. De Rie foar de Fryske Taal en Kultuer sjocht der op ta dat oerheden en rjochterlike ynstânsjes in taalbelied fiere. It Stipepunt 2.0 kin yn gearwurking mei dy oerheden en rjochterlike ynstânsjes dat taalbelied konkreet hannen en fuotten jaan. De Rie foar de Fryske Taal en Kultuer rapportearret oer it taalbelied of it ûntbrekken dêrfan. It Stipepunt 2.0 kin dêrnei yn gearwurking mei de oanbelangjende oerheden, oerheidsûnderdielen of ûnderdielen fan de rjochterlike macht praktysk hannen en fuotten jaan oan de ynfolling fan it taalbelied. It Stipepunt 2.0 sil him fierder dwaande hâlde mei promoasje, foarljochting en kampanjeaktiviteiten op it mêd fan meartaligens, it ûntwikkeljen en útjaan fan learmiddels Frysk/meartaligens, en it jaan fan foarljochting en advisearring oer taalbelied. Folsleiner. Wy ynvestearje yn it meitsjen fan in trochgeande learline Frysk, om sa meartalich learen fan pjutteboartersplak oant en mei akademysk ûnderwiis mooglik te meitsjen en de kwaliteit fan it ûnderwiis yn it generaal te ferbetterjen. Dêrom ynvestearje we net allinnich yn trijetalige basisskoallen, twatalige pjutteboartersplakken, de trijetalige Pabû en de master Meartaligens (UCF), mar ek yn meartalich fuortset ûnderwiis. Dêrby is ús belied der op rjochte om op safolle mooglik doarpen en stêden dy trochgeande learline ek yndied op ien plak te kreëarjen. Dit alles moet ertoe leiden dat... ein 2015 binne der 200 twatalige pjutteboartersplakken yn Fryslân (tsjin 100 yn 2010) ein 2015 is in kwart fan alle basisskoallen yn Fryslân trijetalich ein 2015 binne der 10 lokaasjes foar fuortset ûnderwiis mei in meartalige stream (no 3) By de tiid: Wy wolle it gebrûk fan it Frysk fansels meitsje mei behelp fan alle moderne kommunikaasjemiddels en kommunikaasjefoarmen. Troch ús lidmaatskip fan it Network to Promote Linguistic Diversity (NPLD) kinne wy ynspylje op nije (digitale) ûntwikkelings, wêrmei't Frysk yn soarch en bedriuwslibben ferbetteret, en wy sille de kampanje Praat mar Frysk trochsette en útwreidzje. 19



Wat investeren we hierin (extra)? trochgeande learline: 752.000 Rie foar de Fryske Taal en Kultuer en Stipepunt 2.0: 200.000 struktureel Yntegraal taalbelied: 2,889 miljoen

Resultaat coalitieakkoord: cultuur en taal in Fryslân hebben een impuls gekregen op weg naar onze rol als Kulturele Haadstêd in 2018. Wat gaan we doen? Onze voornaamste focus op cultuurgebied de komende jaren richt zich op het verschaffen van een steviger basis aan de Friese culturele basisinfrastructuur. Dat doen we door een aantal tijdelijke subsidies voor culturele instellingen die wij als essentieel voor de Friese culturele basisinfrastructuur zien vanaf 2013 structureel te maken. We denken dan aan Tryater, Oerol, jongerentheater `n Meeuw, het tijdschrift de Moanne, de Stichting Fryslân Pop, de Popfabriek en de Iepenloftspullen. We vinden dit geld door de taken van de Bibliotheekservice Fryslân te beperken tot het basispakket bibliotheken, zoals afgesproken met Rijk en VNG. Ook laten we budgetinstellingen een bijdrage leveren door een korting van 5% op hun budget. We versterken ook de Friese culturele basisinfrastructuur door bij te dragen aan de cultuurketen Drachten, en een Depot Fryslân ten behoeve van alle Friese musea. Om een andere grote versterking van de basisinfrastructuur te vieren, de totstandkoming van het nieuwe Fries museum, dragen we bij aan een openingstentoonstelling in 2013. Om vervolgens flexibel te kunnen bouwen op die basis stellen we een Taal- en Cultuurfonds in, looptijd vooralsnog van 2013 tot 2017. Daar kunnen, steeds voor een periode van vier jaar, instellingen, organisaties en evenementen gebruik van maken die niet tot de basisinfrastructuur behoren, maar die wel nieuwe impulsen kunnen geven aan het culturele leven in Fryslân. Verder spelen we gelden vrij voor cultuurparticipatie, voor activiteiten in plaats van instellingen. Om de solide basis die we onder de Friese cultuur willen leggen ook integraal te laten zijn, willen we met ingang van 2013 de Cultuurnota, Taalnota, Streektaalnotitie, Nota Frysk Skreaune Media, Letterennotitie laten opgaan in één integrale beleidsagenda taal en cultuur. De opkomst van `gratis' nieuwsverspreiders zet de positie van de pluriforme Friese media onder druk. Schaalvergroting en bezuinigingen leiden tot verschraling van het aanbod, terwijl goed functionerende media cruciaal zijn voor een goed functionerende overheid. Oprichting van een Fries mediafonds moet jaarlijks tot een aantal diepgaande journalistieke producties leiden die aandacht besteden aan de Friese economische speerpunten, de Friese taal en cultuur en aan jongeren. Zoals bij elke bedrijfstak staan innovatie en co-financiering voorop. Traditionele en nieuwe media kunnen aanspraak maken op het onafhankelijk geborgde fonds. Ook onze inspanningen voor Kulturele Haadstêd dragen bij tot meer samenhang binnen de Friese cultuur. Fryslân wil zich kandidaatstellen om Culturele Hoofdstad van Europa te worden in 2018. De bedoeling is dat het proces van Kulturele Haadstêd, of dit nu daadwerkelijk leidt tot het verkrijgen van die positie of niet, zorgt voor een impuls voor de cultuur in de regio. Wat investeren we hierin (extra)? Cultuurketen Drachten: 2 miljoen 20



Structureel maken budgetten budgetinstellingen cultuur: 802.000 structureel, uit bestaande middelen yntegraal kultuerbelied: 4,361 miljoen Mediafonds: 350.000 Voor KH18 is in de huidige begroting tot en met 2013 al 3,6 miljoen opgenomen

21



4 Nieuwe energie voor de economie

4.1 De indicator Ons economisch beleid draait om vernieuwing en het helpen omvormen van de Friese economie tot een bruisende, dynamische en vooral innovatieve economie die de internationale concurrentie niet op kosten (want onmogelijk), maar op `slimheid' kan winnen. Naast financiering en stimulering ligt voor ons een belangrijke rol op dat terrein in het bijeenbrengen van partijen, ze in verbinding brengen om gezamenlijk innovatie te creëren, te realiseren en te vermarkten. Dat doen we vooral door ons clusterbeleid. Daarom is de indicator voor ons op dit terrein:

aantal innovatieclusters in Fryslân

4.2 Onze resultaten en inspanningen Resultaat coalitieakkoord: de Friese economie is versterkt, verbreed en vernieuwd Wat gaan we doen? We blijven de komende jaren de totstandkoming en verdere ontwikkeling stimuleren van innovatieclusters op de voor Fryslân belangrijke speerpunten watertechnologie, duurzame energie, agri-business, metaal, zorgeconomie en toerisme en recreatie. Ook helpen wij deze sterke Friese sectoren aansluiting te vinden bij het landelijk Topsectorenbeleid dat het kabinet voorstaat. De ontwikkelkracht van de Friese economie versterken we door in 2012 een Fries ontwikkelbedrijf in te stellen. Fryslân kenmerkt zich al jaren door een te ijle economische structuur. Het ontbreekt Fryslân aan groots organiserend vermogen, een partij die de rest bij de hand neemt. Het gevolg is dat grote en omvangrijke publiekprivaat gefinancierde projecten ontbreken in Fryslân. Het Fries ontwikkelbedrijf gaat in die leemte voorzien door omvangrijke en complexe projecten die zonder overheidsingrijpen niet van de grond komen (versneld) te organiseren. Het bedrijf zorgt voor ontwikkelcapaciteit, bezit optimale kennis van de markt en de overheid, coördineert publieke en private funding en adviseert de provincie op welke wijze en onder welke condities de provincie kan participeren in complexe en maatschappelijk gewenste projecten. Overheden hebben altijd een minderheidsbelang in de geëntameerde projecten van het Fries ontwikkelbedrijf (maximaal 49 procent). Het ontwikkelbedrijf vervult een brugfunctie tussen de provincie Fryslân en andere overheden enerzijds en marktpartijen (en kennisinstellingen) anderzijds. De provincie wordt in eerste instantie voor 100% aandeelhouder van het Fries Ontwikkelbedrijf. Uit het Fries Ontwikkelbedrijf vloeien doelondernemingen voort met verschillende aandeelhouders, waarbij de externe investeringspartijen de rol van aandeelhouder hebben. Het Fries Ontwikkelbedrijf zal in opdracht van de provincie o.a.: een netwerk opbouwen aan potentiële grote investeringspartners en onderhouden projecten beheren, waar de provincie actief aan deelneemt 22



De projecten waar het Fries ontwikkelbedrijf zich op richt zijn voorwaardenscheppend op het ruimtelijk-economisch vlak voor economische groei. Het Fries Ontwikkelbedrijf pakt naar verwachting onder andere de Watercampus en het Warmtenet Leeuwarden op. De verwachting is dat het Fries Ontwikkelbedrijf in 2020 minstens vijf grootschalige projecten heeft ontwikkeld. De verwachting is dat per investeringsproject gemiddeld 10 miljoen aan provinciale investeringen nodig is. We blijven Wetsus krachtig ondersteunen om uit te groeien tot de Europese hub voor watertechnologie. Wat investeren we hierin (extra)? Voor de financiering van het Fries ontwikkelbedrijf leggen we u een apart financieringsvoorstel voor, dat een beroep doet op Nuon-geld Voor de financiering van Wetsus leggen we u een aparte financieringsvoorstel voor, dat een beroep doet op (Rijks-)REPmiddelen

Resultaat coalitieakkoord: de drie p's van duurzaamheid (people, planet en profit) zijn het uitgangspunt voor het totale provinciale beleid. Wij zijn al in 2012 een millenniumprovincie en in 2015 een Fair Trade provincie. Wat gaan we doen? Duurzaamheid is een begrip dat al ons beleid en uitvoering de komende jaren doordesemt. Maar ook de provinciale organisatie vormen we al in 2011 om rondom de drie p's, in de drie beleidsafdelingen Sociaal-culturele identiteit (people), Fysiek-ruimtelijke omgeving (planet) en Economie, innovatie en kennis (profit). Zoals al aangegeven in het bovengeformuleerde resultaat, zorgen we dat we in 2012 Milleniumprovincie zijn en vanaf 2015 Fair Trade provincie. Om dit te bereiken stellen we een actieplan Millenniumdoelen op. Onderdeel van het actieplan is zorgen dat Fryslân Fair Trade provincie wordt. Dit impliceert dat 70 procent van de Friese gemeenten in 2013 Fair Trade gemeenten zijn (tegen nu 4 procent), we het Fair Trade keurmerk gaan toepassen op ons eigen inkoopbeleid en we initiatieven ondersteunen en/of organiseren die lokale productie en consumptie van duurzame voedingsproducten stimuleren. Dit alles is voornamelijk te bereiken met menskracht. Wat investeren we hierin (extra)? Millenniumprovincie: 124.000

Resultaat coalitieakkoord: De positie van het midden- en kleinbedrijf is versterkt Er is een succesvol revolverend fonds ingesteld

23



Wat gaan we doen? Het vermogen tot innovatie van met name het midden- en kleinbedrijf in de Friese economie versterken we via een revolverend Fries Doefonds, op te richten in 2012. Dit Doefonds is een nieuw op te zetten fonds dat risicodragend deelneemt in kansrijke en sterk groeiende innovatieve initiatieven, uit Fryslân en bij initiatiefnemers die zich hier willen vestigen. Het fonds staat open voor allerlei soorten initiatiefnemers uit alle sectoren zolang ze passen bij de doelstelling van het fonds. Hierbij denken we aan innovatieve decentrale duurzame producties maar ook aan gezondheid, toerisme en water. De ervaring is dat deze initiatiefnemers - vaak kleinschalige bedrijven (in spe) veelal een combinatie zoeken van financiële en strategische ondersteuning om hun toekomstplannen waar te kunnen maken. Het fonds investeert in initiatiefnemers, waarbij een redelijke kans is dat ze de investering op termijn terugbetalen. Een goed draaiend Fries Doefonds leidt tot meer innovatieve initiatieven in de Friese economie, en daardoor meer werkgelegenheid en investeringen in Fryslân Wat investeren we hierin (extra)? Voor de financiering van het Fries Doefonds leggen we u een apart financieringsvoorstel voor, dat een beroep doet op Nuon-geld

Resultaat coalitieakkoord: de Friese economie is over de volle breedte versterkt Wat gaan we doen? Elders weergegeven initiatieven als het Ontwikkelbedrijf en Fries Doefonds dragen in ieder geval bij aan het versterken van de Friese economie. Een bijzonder geval van gebiedsgerichte versterking van de regionale economie is de Agenda Netwerk Noordoost. Daarin werkt de regio samen aan de kwaliteit van leven in Noordoost Fryslân (als uitwerking van het Sociaal Economisch Masterplan). De Agenda geeft aan hoe de regio naar de toekomst kijkt en omvat een samenhangend pakket aan bovenlokale projecten voor een sociaal economische impuls. De Agenda Netwerk Noordoost is een goed voorbeeld van de Koöperaasje Fryslân, en een eerste uitwerking van de streekagenda's waarmee de provincie wil werken om gebiedsgericht uitvoering te geven aan het (plattelands)beleid. Een eerste concept van een streekhuis ontwikkeld we hier samen met de regio. Het gaat in de Agenda Netwerk Noordoost ondermeer om de ontwikkeling van sterke kernen, leefbaarheidsprojecten, vitale dorpen, afstemming voorzieningen, experimenten anticiperen op krimp, watersport en andere vormen van toerisme en recreatie, duurzaamheidsprojecten, de digitale infrastructuur van de regio, het versterken van het ondernemersklimaat, et cetera. Daarnaast vindt afstemming plaats op belangrijke regionale thema's, voor een gecoördineerde aanpak. Wat investeren we hierin (extra)? In de lopende programma's en begrotingen van de provincie Fryslân is veel geld ( 12 miljoen) te vinden voor de uitwerking van de plannen in Noordoost Fryslân. Daarbovenop stellen we een bedrag van 10,7 miljoen uit de vrij aanwendbare reserve (VAR) beschikbaar, als eerste stap naar de uitvoering van de Agenda Netwerk Noordoost

24



Resultaat coalitieakkoord: recreatie en toerisme in en naar Fryslân zijn toegenomen Wat gaan we doen? Ons toeristisch beleid is gericht op het versterken en internationaliseren van de toeristische speerpunten van Fryslân (Wadden, watersport en de elf steden). Dat geven we komende jaren onder andere vorm door regionale toeristische samenwerkingsverbanden te helpen opzetten, seizoensverbreding, innovatiebevordering, kwaliteitsverbetering en slimme arrangementen te subsidiëren en Fryslân Marketing mee te financieren. Dit beleid gaan we aanvullen met een versterkte inzet op de sterke punten van de diverse Friese regio's, ook om recreatie en toerisme een extra drager te laten vormen voor voorzieningen op en daarmee leefbaarheid van het Friese platteland . Bij het afmaken van het Friese Merenproject zetten we in op het verzilveren van de gedane investeringen via de programmalijnen Grenzeloos varen en Bestedingen aan de Wal. We leggen meer focus op het economische deel van het programma om daarmee bestedingen te bevorderen. Wat investeren we hierin (extra)? Afronding Friese Meren project: 9,438 miljoen en afzonderlijke voorstellen voor aanvullende financiering vanuit REP Toerisme beleid/topattractie: 2,813 miljoen

Resultaat coalitieakkoord: Europa draagt substantieel bij aan het bereiken van de structuurversterking van de Friese economie Wat gaan we doen? Ook in de toekomst blijven wij kansen op Europese medefinanciering voor de uitvoering van onze beleidsdoelstellingen benutten. Een integraal aangepakte structuurversterking van de Friese economie, in tegenstelling tot `losse projecten', blijft ook de komende periode belangrijk om de Friese economische kracht en leefbaarheid te bevorderen. Daarnaast gaan we onze lobbyactiviteiten in Brussel (en Den Haag) intensiveren, door onder meer activiteiten als de Fryske Jûn te organiseren en de sterke punten van Fryslân/Noord-Nederland via gerichte presentaties in Den Haag en Brussel onder de aandacht te brengen. Wat investeren we hierin (extra)? Intensivering lobbyactiviteiten: 200.000 Cofinanciering Europa en Waddenfonds: 6 miljoen

Resultaat coalitieakkoord: De kwaliteit van het basis- en hoger onderwijs, en de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt, zijn verbeterd Wat gaan we doen? We gaan de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt verbeteren door partijen bij elkaar te brengen. Hiertoe stellen we een provinciaal overlegorgaan over de afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt in. Ook blijven we als stagebiedende organisatie een bijdrage leveren aan die afstemming. 25



Via de University Campus Fryslân versterken we het hoger onderwijs en introduceren meer elementen van academisch onderwijs in Fryslân. De UCF heeft als doel om een academische netwerkorganisatie voor onderzoek, onderwijs en kennistoepassing te zijn met als standplaats Leeuwarden. Wij zetten Boppeslach, inclusief een goede borging, voort tot 2015. Wat investeren we hierin (extra)? De benodigde middelen voor UCF en Boppeslach zijn al gedekt in de begroting

Resultaat coalitieakkoord: het beeld van Fryslân is versterkt Wat gaan we doen? De projectorganisatie Fan Fryslân gaat zich bezighouden met `hoeden van het merk Fryslân', onder andere door het merkconcept Fan Fryslân een breed draagvlak en brede toepassing te geven. Verdere brengen we bestaande initiatieven en organisaties (onder andere Fan Fryslân, Fryslân Ferbynt, Kulturele Haadstêd en de wateralliantie) die zich bezighouden met de ontwikkeling en promotie van Fryslân samen onder één stuurgroep. We streven naar minimaal 100 partners, 250 afnemers van de merkorganisatie, minimaal tien keer per jaar gebruik van het merkconcept, drie campagnes per jaar om Fryslân in binnen- en buitenland te promoten en uiteindelijk 10 procent kostenreductie in het totale promotie- en marketingbudget van de provinciale overheid. We werken aan herkenbaarheid van en draagvlak voor het ontwikkelde Friese `basisbeeld' en de bijbehorende eigentijdse Friese waarden, binnen en buiten Fryslân. Het doel is 80 procent bekendheid in Nederland, 25 procent in België, 15 procent in Duitsland en verdubbeling van het aantal mensen dat kernwaarden als ambitie, lef, ondernemendheid en innovatie aan Friezen toedicht. In juni 2011 presenteren we het meerjarenplan voor Fan Fryslân, waarin we deze resultaten ook aan mijlpalen koppelen. Wat investeren we hierin (extra)? Voorstel Fan Fryslân: 809.000


5 Nieuwe energie voor het openbaar bestuur
5.1 De indicator

26



De inwoners van Fryslân mogen in de eerste plaats van de overheid een goed bestuur en een goede dienstverlening verwachten. Discussies over herindeling en versterking van de bestuurskracht zijn ook daar op terug te voeren. Daarnaast behoort de provincie voor haar personeel een goede werkgever te zijn.

tevredenheid van inwoners over de dienstverlening door overheden in Fryslân en tevredenheid personeel over de provincie Fryslân als werkgever.

5.2 Onze resultaten en inspanningen Resultaat coalitieakkoord: SNN is efficiënter en slanker geworden Wat gaan we doen? Ten aanzien van de structuur van het SNN zetten wij in op een afslanking die resulteert in een dagelijks bestuur met twee bestuurscommissies (Economische Zaken en Stedelijke Ontwikkeling en Milieu). De bestuurscommisie Europa verdwijnt, evenals de portefeuillehoudersoverleggen. De overige bestuurscommissies nemen de taken van deze SNN-onderdelen over. Hierover, en ook over de bestuurlijke inrichting van het SNN en de verdeling van de diverse voorzitterschappen, zijn in het dagelijks bestuur van 28 juni knopen doorgehakt. Wat investeren we hierin (extra)? De voorgenomen afslanking van SNN levert een nader te bepalen besparing op. Over de besteding daarvan doen wij voorstellen zo gauw de omvang helder wordt

Resultaat coalitieakkoord: de samenwerkingsagenda's met de vier grote kernen in Fryslân zijn volop in uitvoering Wat gaan we doen? De samenwerkingsagenda's met de gemeenten Leeuwarden en Súdwest Fryslân voeren we reeds uit. Voor eind 2011 leggen we de nieuwe samenwerkingsagenda's met de gemeenten Smallingerland en Heerenveen aan Provinciale Staten voor ter bekrachtiging. Gesprekken met de vier grote kernen om hen uit te nodigen met een gezamenlijke visie op de economische ontwikkeling van Fryslân te komen vinden momenteel plaats. Wat investeren we hierin (extra)? De benodigde middelen voor de samenwerkingsagenda's worden gevonden en opgenomen in de diverse beleidsprogramma's

Resultaat coalitieakkoord: de kosten van ons bestuur en onze organisatie zijn in overeenstemming met die van andere provincies Wat gaan we doen? In 2011 voeren we een vergelijking uit van de kosten van onze provinciale organisatie - inclusief de kosten van bestuur, GS en PS ­ met die van andere provincies. De resultaten daarvan vertalen we 27



naar voorstellen om onze kosten, waar nodig, in overeenstemming te brengen met landelijke gemiddelden. Wat investeren we hierin (extra)? De kosten voor de benchmark dekken we uit bestaande middelen

Resultaat coalitieakkoord: er is een duidelijk beeld van de bestuurlijke inrichting van Fryslân Wat gaan we doen? Wij overleggen na de zomer van 2011 met de gemeenten over de implicaties van het advies van de commissie Koopmans voor de lokaal-bestuurlijke inrichting van Fryslân. Dit moet voor het eind van deze coalitieperiode leiden tot een uitgekristalliseerd en breed gedragen beeld van de toekomstige bestuurlijke inrichting van Fryslân. Wat investeren we hierin (extra)? Proceskosten komende drie jaar: 150.000

Resultaat coalitieakkoord: de provinciale werkwijze is vernieuwd en toegesneden op de toekomst Wat gaan we doen? Ook met minder geld kan een dynamische provincie onder andere door haar werkwijze te vernieuwen nog veel bereiken. Zaken die we al elders noemden, dragen bij tot dit resultaat. Dan hebben we het over de invoering van streekagenda's, de verandering van de provinciale organisatie naar de lijnen van de drie p's, het integraler beleid formuleren, invoeren van een integraal cofinancieringsbudget en revolving fund, die alle bijdragen aan een vernieuwde provinciale werkwijze. Wat investeren we hierin (extra)? De financiering van de overige bovengenoemde zaken is elders in dit uitvoeringsprogramma aangegeven

Resultaat coalitieakkoord: de ambtelijke organisatie is aanmerkelijk kleiner geworden en geeft succesvol invulling aan de nieuwe werkwijze Wat gaan we doen? De afname van beleidstaken en uitvoeringsactiviteiten die we deels financieel gedwongen, deels uit volle overtuiging de komende jaren doorvoeren, leidt ook tot een afname van het aantal benodigde werknemers. De nieuwe, efficiëntere werkwijze versterkt deze tendens. De komende jaren slankt de organisatie dan ook drastisch af. De keuzes die Provinciale Staten bij de behandeling van dit Uitvoeringsprogramma maken en de concrete doorvertaling daarvan naar de organisatie worden verwerkt in de Begroting 2012. Wat investeren we hierin (extra)? De afslanking van de organisatie levert middelen op, die in deze uitvoeringsagenda ten goede zijn gekomen aan nieuw beleid 28



Resultaat coalitieakkoord: er zijn streekagenda's tot stand gekomen voor alle regio's in Fryslân Wat gaan we doen? In het kader van Koöperaasje Fryslân willen we komen tot een effectieve gezamenlijke inzet van provincie, gemeenten, wetterskip en maatschappelijke organisatie in de Friese plattelandsregio's op belangrijke gemeenschappelijke bovenlokale opgaven. Dit willen we bundelen in een gezamenlijke streekagenda, waarmee we tegelijk de bestuurlijke en ambtelijke drukte in die gebieden terugdringen. Daarvoor gaan we: 1. in 2011 provinciebreed en in de diverse regio's toewerken naar gezamenlijke besluitvorming om tot deze brede streekcoalities te komen; 2. per streek een SWOT-analyse opstellen, waarin als basis voor de gebiedsspecifieke streekagenda's de sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen in beeld zijn gebracht; 3. begin 2012 definitief besluiten en daarbij de contouren van de inbreng daarin vanuit de provinciale doelen en ambities bepalen; 4. in 2012-2013 samen met de plattelandsregio's de streekagenda's opstellen en vaststellen om uiterlijk 2014, wanneer de nieuwe Europese-, Rijks- en provinciale programma's voor het landelijk gebied en het platteland ingaan, operationeel te zijn. Mogelijk kan dit in enkele streken eerder; 5. parallel hieraan in beeld te brengen welke Europese-, Rijks- en provinciale middelen, naast de middelen van de andere streekpartners, voor de verschillende streekopgaven daadwerkelijk kunnen worden ingezet. Een streekagenda wordt een gezamenlijke agenda van meerdere streekactoren (overheden en maatschappelijke organisaties) die nodig zijn om die agenda samen uit te voeren. De betrokken overheden zijn altijd: provincie, gemeenten en wetterskip Fryslân. Afhankelijk van de inhoud (focus) van de agenda zullen de maatschappelijke organisaties kunnen variëren. Wat investeren we hierin (extra)? De middelen voor de streekagenda's, net als bij de samenwerkingsagenda's voeren we opgevoerd bij de afzonderlijke beleidsprogramma's

29



6. Financieel perspectief
De provinciale financiën staan onder druk. Het Rijk verstrekt veel minder geld via het provinciefonds en beëindigt of kort sterk op diverse rijkssubsidiestromen. Daarnaast neemt de geldstroom vanuit Europa af. Door de verkoop van de Nuon-aandelen wijzigt ook de inkomstenstroom vanuit de Nuondividenden in enerzijds Alliander-dividend en anderzijds rendement op belegd vermogen. Voor dit Uitvoeringsprogramma blijft het financieel kader van het Coalitieakkoord gehandhaafd omdat de uitwerking van de Meicirculaire Provinciefonds nu niet leidt tot drastische aanpassingen. Voor de Begroting 2012 vindt wel een actualisatie van het financieel kader plaats. Op dat moment is tevens een beter inzicht te geven in de effecten die de rijksbewegingen in het landelijk gebied voor ons als provincie hebben (ingreep in huidige ILG en decentralisatie). Duidelijk is wel dat dit ingrijpende gevolgen heeft. Om ons beleid uit te kunnen voeren, maakt de provincie gebruik van een veelheid van mogelijkheden die financiële dekking opleveren. Zo zijn er bijvoorbeeld algemene en specifieke uitkeringen van de Rijksoverheid, diverse Nederlandse en Europese fondsen en eigen inkomsten (motorrijtuigenbelasting, rendement op vermogen en dividenden). Als we inzoomen op de dekkingsbronnen waarover de provincie zelf kan besluiten, zijn er drie te noemen: Begrotingsruimte/ vrij aanwendbare reserve (VAR), Nuon en Ruimtelijk-Economisch Programma (REP). Deze lichten we in dit hoofdstuk verder toe. Onder het onderdeel Begrotingssaldo/VAR schetsen we in dit hoofdstuk in het verlengde van het Onderhandelingsdossier ons financieel perspectief tot en met 2020. Voor zowel de baten als de lasten geven we een nadere toelichting op de gehanteerde uitgangspunten voor o.a. Provinciefonds en dividend Nuon.

30



6.1 Begrotingssaldo/VAR

6.1.1 Baten Naar verwachting nemen de baten af van een totaal van 440 miljoen in 2011 naar 263 miljoen in 2020 (zie onderstaande grafiek). Hierna gaan we in op de verschillende onderdelen die hierbij een rol spelen: 500 450 400 350 300 250 200 150

Mutatie reserves Overige baten
Bijdrage derden Dividend Falcon Opcenten Provinciefonds

100 50 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Provinciefonds: De totale inkomsten uit het Provinciefonds bedragen in 2011 89 miljoen. Hierbij is uitgegaan van een rijksbezuiniging van 22,2 miljoen. Voor de jaren 2012 t/m 2014 is rekening gehouden met het zogeheten trap op - trap af effect (de groei van het Provinciefonds loopt mee met de groei of krimp van de Rijksbegroting) oplopend van 3% naar -9%. De begrote bedragen voor 2012 t/m 2015 bedragen hiermee 92 miljoen in 2012 aflopend naar 77 miljoen in 2015. De stopzetting van een aantal decentralisatie-uitkeringen zoals ISV en bodemsanering zorgen voor de afname in 2015. Zoals bij de inleiding is aangegeven wordt er voor de Begroting 2012 een bijgesteld financieel kader gemaakt. Motorrijtuigenbelasting: Het huidige aantal opcenten bedraagt per 1 april 2011 83 punten (net boven het landelijk gemiddelde). In de meerjarenbegroting gaan we voor de dekking van de Centrale As uit van een verhoging van de opcenten in 2014 en in 2015 met 2 punten (PS 13 december 2006). Een punt opcentenverhoging levert een structurele bate op van ca. 700.000 jaarlijks. Voor de indexatie vanaf 2012 is rekening gehouden met +2% per jaar. Hierbij is een inschatting gemaakt van de omvang en de samenstelling van het wagenpark. Dit levert een groei op van + 0,7% in 2011, 0,2% in 2012/2013 en vanaf 2014 van 0%. De inkomsten vanuit de Motorrijtuigenbelasting zijn begroot op 58 miljoen in 2011, oplopend naar 65 miljoen in 2015. Dividend Nuon De baten uit het dividend Nuon bestaan uit de volgende onderdelen:

31



Rendementsuitkering Twee vermogensbeheerders beleggen het Nuon-vermogen. Op basis van de verwachte liquiditeitsbehoefte van de provincie is berekend welk vermogen we jaarlijks kunnen beleggen, hierbij is rekening gehouden met een verwacht rendement van ca. 3,6 %. Het rendement bedraagtl naar verwachting tussen de 15 en 19 miljoen per jaar. Dit is als structurele baten in de begroting opgenomen. Jaarlijks actualiseren we deze berekening op basis van de liquiditeitsbehoefte. Indexering waardevast deel reserve Nuon Bij de verkoop van de aandelen NUON hebben de Staten besloten dat 500 miljoen waardevast moet blijven. In de huidige meerjarenbegroting gaan we uit van een prijsontwikkeling van 1,53%. Dit bedrag voegen we als indexering jaarlijks toe aan de reserve Nuon, verrekend met het dividend Nuon. Deze indexering loopt op van 3,8 miljoen in 2011 naar 8,6 miljoen in 2020. Alliander Jaarlijks ontvangen wij een dividenduitkering van Alliander, het netwerkbedrijf van Nuon dat niet overgedragen is aan Vattenvall. Het dividend Alliander is begroot op 8,5 miljoen per jaar en is als structurele bate opgenomen. Dit vinden wij voor de komende periode acceptabel. Kapitaalvergoeding De betalingen van de verkoop van de aandelen Nuon gebeurt in tranches. Over het gedeelte wat nog niet is betaald, ontvangen wij tot en met 2015 een kapitaalvergoeding. Deze kapitaalvergoeding bedraagt in de jaren 2011 tot en met 2015 respectievelijk 14,5 miljoen, 9 miljoen, 10,8 miljoen, 5,2 miljoen en 7,8 miljoen. De kapitaalvergoeding zien we als een tijdelijke bate. Inzet reserve Nuon Door de Staten is besloten om een gedeelte van de reserve Nuon in te zetten voor een aantal specifieke projecten. Deze inzet is jaarlijks in de Begroting opgenomen. Bijdrage derden Vanuit het Rijk ontvangen wij de volgende doeluitkeringen: Brede Doel Uitkering (verkeer en vervoer), GrootScheepsVaarwater, Investeringsbijdrage Landelijk Gebied (ILG) en Jeugdzorg. De ILGbijdrage zien we als tijdelijke bate en stopt in de meerjarenbegroting na 2013. De bijdrage voor de jeugdzorg stopt naar alle waarschijnlijk met ingang van 2016. De overige bijdragen zijn als structurele baten opgenomen.

32



Mutaties reserves De mutatie reserves kent 2 onderdelen. Ten eerste betreft het het inzetten van (de beschikking over) de Vrij Aanwendbare Reserve (VAR) voor specifieke begrotingsvoorstellen. Ten tweede gaat het over het inzetten van reserves ter dekking van tijdelijke budgetten (tijdelijke budgetten die in eerdere jaren al van dekking zijn voorzien). De reserve tijdelijke budgetten is aan het eind van de looptijd van de tijdelijke budgetten 0. 6.1.2 Lasten Bij ongewijzigd beleid zullen de lasten zich in vergelijkbare richting ontwikkeling als de baten. De totale lasten nemen af van een totaal van 440 miljoen in 2011 tot 263 miljoen in 2020 (zie onderstaande grafiek en tabel). Hierna geven we op onderdelen een toelichting. 500 450
400 350 300 250 200 150 100 50 -

Lastenontwikkeling

mutatie reserves
tijdelijk bijdrage derden structureel

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

Structurele lasten De structurele lasten van de provincie hebben voor het merendeel betrekking op de uitvoering van de wettelijke taken van de provincie, inclusief de bijbehorende bedrijfsvoeringskosten. De stijging van de structurele lasten komt door de stijging van de afschrijvingslasten van infrastructurele werken, die oplopen van 5 miljoen in 2011 naar 23 miljoen in 2020. Het betreft hier de grote projecten Centrale As, N381 en de RSP projecten Joure, Harlingen en Heerenveen. De structurele lasten zijn geëxtrapoleerd naar 2020 met een inflatiecorrectie van + 2%. Bijdrage derden Het betreft hier de uitgaven die we dekken uit de van het Rijk ontvangen doeluitkeringen. Dit zijn: Brede Doel Uitkering (verkeer en vervoer), GrootScheepsVaarwater, Investeringsbijdrage Landelijk Gebied (ILG) en Jeugdzorg. Deze lasten zijn hier in lijn met de baten bijdrage derden vermeld. Dit houdt in dat de lasten die gedekt worden uit de BDU, GrootScheepsVaarwater en Jeugdzorg structureel zijn opgenomen.

33



Tijdelijke lasten Sinds een jaar of tien werken wij met structurele en tijdelijke budgetten. Structurele budgetten zijn middelen die in de meerjarenbegroting zijn opgenomen zonder einddatum. Tijdelijke budgetten zijn middelen die in de meerjarenbegroting zijn opgenomen met een einddatum. De tijdelijke budgetten eindigen de komende jaren en zijn vanaf dat moment niet meer in de meerjarenbegroting opgenomen. Bij dit uitvoeringsprogramma doen we het voorstel om een aantal tijdelijke budgetten structureel in de Begroting op te nemen, omdat het uitgaven betreft die feitelijk ook structureel zijn. Het betreft hier de volgende voorstellen: Concessies openbaar vervoer, waterhuishoudingsplan, landelijke gebied, jeugdzorg, budgetinstellingen cultuur/erfgoed, WRO taken en provinciaal archief. In de Begroting nemen we jaarlijks een overzicht op van de tijdelijke budgetten waarvan de looptijd eindigt na het begrotingsjaar. Hierbij geven we aan welke tijdelijke budgetten daadwerkelijk eindigen, welke we qua looptijd of budget verlengen en welke we structureel in de Begroting opnemen. Bij verlenging of structureel maken moeten we hiervoor binnen de Begroting dekking vinden. Mutatie reserve De mutatie reserves betreft 2 onderdelen. Ten eerste betreft het vormen van de Vrij Aanwendbare Reserve (VAR) voor toekomstige begrotingsvoorstellen. Ten tweede gaat het over het vormen van reserves ter dekking van tijdelijke budgetten in komende jaren. De reserve tijdelijke budgetten is aan het eind van de looptijd 0. Stelposten De in de meerjarenraming 2011-2014 opgenomen bezuinigingstaakstelling in verband met de rijkskorting en de stelpost voor nieuw beleid vervangen we door de voorstellen vanuit dit uitvoeringsprogramma.

Het begrotingsaldo is het saldo van baten en lasten in enig jaar. In de meerjarenbegroting nemen we aan dat we het begrotingssaldo realiseren (verwachte rekeningssaldo) en verrekenen met de VAR in het daarop volgende jaar. Het begrotingssaldo laat twee opvallende uitschieters zien (zie onderstaande tabel). De stijging van het begrotingssaldo in 2014 komt door minder lasten als gevolg van het aflopen van tijdelijke budgetten in 2014. De stijging van het begrotingssaldo in 2016 komt door de beëindiging van de vorming van de VAR met de ontvangen kapitaalvergoeding en dividend Alliander ( 16 miljoen).

De algemene reserve bestaat uit een basisreserve en een vrij aanwendbare reserve (VAR). De basisreserve ( 8,5 miljoen) beschouwen we als primaire buffer voor het opvangen van risico's die kunnen leiden tot een negatief jaarresultaat. De vrij aanwendbare reserve (VAR) bestaat uit een deel dat al bestemd is vanwege eerdere besluitvorming van de Staten en een daadwerkelijk vrij aanwendbaar deel. De VAR staat onder invloed van het rekeningssaldo op het eind van het jaar, dat positief of negatief kan zijn. Zoals aangegeven hanteren we het uitgangspunt dat onze structurele baten en lasten in evenwicht zijn. Daarnaast geldt dat de provincie in enig jaar een negatief begrotingssaldo mag hebben, zolang onze VAR niet beneden de 10 miljoen komt. De hoogte van de ondergrens van de VAR is gebaseerd op een inschatting van onvoorzienbare en onvermijdelijke lasten die zich gedurende de uitvoering van de begroting kunnen voordoen. Mede aan de hand van de nota Weerstandsvermogen en de

34



onzekerheden rondom het Provinciefonds is deze ondergrens in de Begroting 2010 verhoogd van 5 miljoen naar 10 miljoen.

Zoals opgenomen in het Coalitieakkoord (april 2011) en ook bovenstaand toegelicht leidt ons huidig vastgestelde beleid in de komende jaren naar verwachting tot begrotingsoverschotten. De verwachting is dat in de komende vier jaren een totaal vrij besteedbare ruimte van ca. 105 miljoen beschikbaar is ( 26 mln jaarlijks). De inschatting is dat er vanaf 2016 geen financiële ruimte is voor het verhogen van onze structurele lasten. Het begrotingssaldo moeten we dus zien als tijdelijke dekking en is dan ook alleen in te zetten voor tijdelijke lasten. Mede vanwege de toekomstige ontwikkelingen vanuit het Rijk en andere omstandigheden die nu nog niet te voorzien zijn, hebben wij besloten niet de gehele begrotingsruimte in te zetten voor het uitvoeringsprogramma. We hebben ervoor gekozen om nu 75 procent van de verwachte begrotingsruimte/VAR, te weten 78 miljoen in te zetten voor concrete projecten. Hiermee behouden wij financiële ruimte die op een later moment aan te wenden is. De sterke stijging van de Nuon-dividenden in de periode 2005-2009 heeft veel mogelijkheden gegeven voor tijdelijk beleid. In toenemende mate is nu duidelijk dat een deel van dat beleid zodanig aan een behoefte voldoet en het karakter van een provinciale kerntaak heeft dat het een meer structureel karakter behoort te krijgen. Voorbeelden hiervan zijn middelen om het dienstverleningsniveau van de Concessies voor openbaar vervoer op peil te houden, middelen voor ons waterhuishoudingsplan en de leefbaarheid van het platteland (FYLG. Solide financieel beleid houdt dan in dat wij die beleidsonderdelen dan ook structureel opnemen in de Begroting 2012. Een gevolg van het structureel opnemen van tijdelijke budgetten is dat de structurele lasten toenemen. Om aan ons uitgangspunt te voldoen dat onze structurele lasten gelijk moeten zijn aan onze structurele baten, moeten we ten behoeve van de nieuw opgenomen structurele lasten ook structureel bezuinigen. De bedragen waar het om gaat lopen op van 7,0 miljoen in 2013 tot 18,4 miljoen vanaf 2016. De structurele bezuinigingen zullen als volgt ingevuld worden: 10 miljoen bij infrastructurele projecten 2 miljoen bij programma Verkeer en Vervoer 1 miljoen bij Openbaar vervoer door deze alsnog binnen de BDU te dekken 1 miljoen bij subsidiebeleid 1 miljoen middels 5% bezuiniging budgetinstellingen met ingang van 2012 0,9 miljoen extra bezuiniging bij de stichting Partoer en de Bibliotheekservice Fryslân 2,5 miljoen bij bedrijfsvoering Nadere concretisering van de bezuinigingen zal plaatsvinden bij de Kadernota 2013. De keuze van terreinen waarop we structureel bezuinigen, heeft een inhoudelijke en een pragmatische component. Enerzijds kunnen we alleen aanzienlijke bedragen op structurele budgetten bezuinigen waar die ook aanwezig zijn en waar wij ze als provincie kunnen beïnvloeden. Op rijksgeld dat wij doorsluizen, bijvoorbeeld BDU, kunnen we niet bezuinigen. De twee 35



programma's waar de omvangrijkste structurele autonome budgetten aanwezig zijn, zijn de progamma's 2 (verkeer en vervoer), en programma 8 (cultuur, taal en onderwijs). Binnen die twee programma's moeten we dan ook de bulk van de structurele bezuinigingen vinden. Daarbij zoeken we een groter bedrag binnen programma 2, omdat, zoals we ook al in het coalitieakkoord concludeerden, de hoofdinfrastructuur in Fryslân vrijwel af is. Cultuur en zeker taal vormen de komende jaren speerpunten van ons beleid, waardoor we dit programma relatief ontzien. Tenslotte bezuinigen we opnieuw substantieel in algemene zin op bedrijfsvoering. Het uitgangspunt van het coalitieakkoord/uitvoeringsprogramma is verder dat nieuw beleid geen uitbreiding van de bestaande formatie tot gevolg heeft. De mutaties van het beleid (aflopen tijdelijke budgetten, nieuw beleid) en het natuurlijke personeelsverloop vergen een strategisch personeelsbeleid en ­planning. Langs deze weg moet een kwalitatieve en kwantitatieve `matching' plaatsvinden van vraag naar aanbod van personeel. Hiertoe is een project strategische personeelsplanning inmiddels in gang gezet. Van belang is dat dit beleid en de planning voor 2012 is vastgesteld, zodat er voldoende tijd is om met een anticiperend HR-beleid personeelsfrictie zoveel mogelijk te voorkomen. De natuurlijke uitstroom biedt de mogelijkheid om jonge mensen uit Fryslân aan te nemen door onder andere een traineepool en een stage- en afstudeerprogramma te ontwikkelen, teneinde de organisatieopbouw te verjongen. In bijlage 1 is het overzicht opgenomen met alle nieuwe beleidsvoorstellen en bezuinigingen. In de paragraaf Onzekerheden en Risico's geven we aan dat er nog een aantal onzekerheden zijn met betrekking tot financiële claims voor de provincie. Wij willen hierop anticiperen door alle beleidsprogramma's door te lichten, waarvan het resultaat in de Kadernota 2013 terugkomt. Hierbij kijken we met name naar: mogelijkheden tot efficiency versobering het schrappen van (deel)taken. Onder andere maken we gebruik van de uitgevoerde provinciale benchmark en het onderzoeksrapport naar de uitgaven per provincie op de verschillende beleidsterrein t.b.v. het nieuwe verdeelmodel provinciefonds.

Begrotingssaldo/VAR - Naar verwachting zullen de baten en lasten afnemen van 440 miljoen in 2011 naar 263 miljoen in 2020. - Tot en met 2015 laten de verwachte begrotingssaldi nog een overschot zien. Onder aftrek van een minimale VAR van 10 miljoen is er de komende 4 jaar in totaal ca. 105 miljoen tijdelijke dekking beschikbaar. - Uit voorzichtigheidsoverwegingen kiezen we ervoor nu 75% ( 78 miljoen) in te zetten voor concrete projecten. - De inschatting is dat er vanaf 2016 geen financiële ruimte is voor verhoging van de lasten - Door tijdelijk beleid met een structureel karakter nu ook structureel in de Begroting op te nemen, zal er structureel bezuinigd moeten worden. De bedragen die hiermee gemoeid zijn, lopen op van 7,0 miljoen in 2013 naar 18,4 miljoen in 2016. In de Kadernota 2013 wordt hier concreet invulling aan gegeven. - Jaarlijks zal in de begroting een overzicht opgenomen worden van de eindige tijdelijke budgetten, inclusief een voorstel voor verlengen looptijd of budget, beëindiging of structurele dekking voor voortzetting.

36



6.2 Nuon
Als gevolg van de verkoop van de NUON-aandelen is de Nuon-reserve gevormd ter waarde van 1,2462 miljard. Uitgangspunt is dat de reserve een omvang van 1 miljard kent, welk bedrag intact blijft. De helft van dit deel van de reserve (blok A) heeft een waardevast karakter, voor de andere helft geldt dit niet (blok B). Er resteert dan een bedrag van 246 miljoen dat inzetbaar is op de volgende wijze: 164 miljoen gereserveerd voor RSP (blok E), hiervan is 32,4 miljoen gereserveerd voor cofinanciering van het REP 50 miljoen aangewezen t.b.v. duurzaamheid en kennisinfrastructuur (blok C). Hiervan is momenteel 16 miljoen concreet aan de UCF toegewezen. Per saldo is er dus nu nog 34 miljoen daadwerkelijk inzetbaar voor duurzaamheid en kennisinfrastructuur Het restant van 32 miljoen is algemeen inzetbaar (blok D).

Uit het bovenstaande blijkt dat het overgrote deel van de reserve Nuon bestemd is en dat momenteel ca. 66 miljoen nog te bestemmen is. De inzet van de reserve Nuon zorgt dat de rentebaten dalen, terwijl deze baten nu als structurele dekking in de meerjarenraming zijn opgenomen. Voor elke 100 miljoen inzet vanuit de Nuonreserve, is er sprake van 3,5 miljoen rentederving per jaar. In de Begroting is wat rentederving betreft al rekening gehouden met de inzet voor RSP (Openbaar Vervoer en REP) en University Campus Fryslân. Bij toekomstige projecten die dekking vanuit de reserve Nuon krijgen, moeten we de rentederving nog opvangen.

2

Binnen de totale opbrengst van 1,252 miljard is 6,1 miljoen rentevergoeding aanwezig, die niet aan de reserve Falcon is toegevoegd.

37



Wij willen mooie dingen voor Fryslân realiseren, daarbij horen ook de eerder aan u gezonden 12 `grote projecten' en een aantal nieuwe grote projecten die nadrukkelijk in het Coalitieakkoord zijn opgenomen. Duidelijk is dat realisatie hiervan uit reguliere middelen niet mogelijk is, zelfs niet als we naar vormen van afslanking binnen deze projecten zoeken. De ambitie is er dus zeker, maar we zijn ook reëel. Voor sommige projecten is het mogelijk (gedeeltelijke) dekking uit REP-middelen (Rijks- / regionaal REP) te halen. Voor andere geldt dat niet. Dat doet de vraag rijzen of en zo ja, in hoeverre er bereidheid is om hiervoor het eigen vermogen (Nuon) aan te spreken. Het aanspreken van het eigen vermogen betekent per definitie een verlies van structurele inkomsten door rentederving. Daar waar dit aan de orde is, moeten we per project ter compensatie een structurele bezuiniging zoeken ter hoogte van dit verlies. Bovenstaande leidt tot de keuze voor de projecten uit Nuon: Fryslân extensie (revolverend) Energiebedrijf (revolverend) Fries Ontwikkelbedrijf (revolverend) Fries Doefonds (revolverend) Breedband (onrendabele deel) Duurzame energieprojecten Waarom deze zes? De redenen om juist deze geselecteerde zes grote projecten voor te dragen voor financiering uit Nuon zijn als volgt: De projecten dragen direct of indirect substantieel bij aan structuurversterking en duurzaamheid van Fryslân en het innovatievermogen van de Friese economie. Ze zijn met name structuurversterkend ten aanzien van de ijle economische structuur in Fryslân, en het daarmee samenhangende soms wat beperkte organisatorische vermogen Ze zullen naar verwachting financieel renderend zijn, en zichzelf de komende jaren (grotendeels) terugverdienen, waarmee ons vermogen om te investeren in de Friese samenleving op de langere termijn intact blijft Hiermee blijven wij binnen het financiële kader. Daarnaast zijn er nog andere belangrijke projecten die mogelijk met Nuon-middelen gefinancierd zouden moeten worden. Het gaat dan om de Herstructurering woningvoorraad na 2015 en de gebiedsontwikkelingsprojecten die nog afhankelijk van de rijksbezuinigingen op het programma Landelijk Gebied zijn. Voor beide projecten gaan wij op termijn met Provinciale Staten in debat over het inzetten van Nuon-middelen. In bijlage II is een voorlopig overzicht gegeven van de voorstellen welke vanuit de reserve Nuon te dekken zijn. Nuon - Door de verkoop van NUON-aandelen is de Nuon-reserve van 1,246 miljard gevormd. Uitgangspunt is dat 1 miljard hiervan intact blijft, waarvan de helft een waardevast karakter heeft. - Het resterende bedrag van 246 miljoen is voor 180 miljoen al gereserveerd. We kunnen dus nog 66 miljoen bestemmen. Hiervoor zijn met name de 12 `oude' en een aantal nieuwe grote projecten in beeld, waarbij handhaving van de huidige Nuoncriteria voorop staat. - Voor elke 100 miljoen inzet vanuit de Nuon-reserve, is er sprake van 3,5 miljoen rentederving per jaar. Daar waar dit aan de orde is, moet per project ter compensatie een structurele bezuiniging worden gezocht ter hoogte van het renteverlies.

38



6.3 REP
In juni 2008 is het convenant regiospecifiek pakket Zuiderzeelijn afgesloten (RSP-ZZL) tussen het Rijk en de noordelijke provincies. Een onderdeel van het RSP is het Ruimtelijk Economisch Programma (hierna: REP). Dit budget is bedoeld voor de versterking van de ruimtelijke economische structuur in Noord-Nederland voor de periode 2008-2020. Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) heeft in opdracht van de drie provincies een uniform uitvoeringskader opgesteld in 2009. Het SNN-uitvoeringskader is vooral bedoeld om ervoor te zorgen dat de provincies eenzelfde toetsingskader voor projecten in het kader van het REP hanteren. Daarnaast draagt het uniforme karakter bij aan een in SNN-verband gelijksoortige verantwoording richting het Rijk. Het uitvoeringskader is alleen van toepassing op de besteding van de middelen van REP-regio. Het Rijk besluit zelf over de aanwending van de middelen van REP-Rijk op voordracht van de provincies. Dit uitvoeringskader is in 2010 ter kennisname aan Provinciale Staten voorgelegd. De Staten hebben in 15 december 2010 per amendement aan GS opgedragen de criteria nader uit te werken en aan PS voor te leggen, alvorens beschikkingen uit het REP af te geven zijn. Het Friese uitvoeringskader is inmiddels in concept uitgewerkt. De provincies bepalen zelf de criteria. Maar, het moet wel passen binnen de programmalijnen en de financiële verhoudingen die in het convenant zijn vastgelegd. Programma REP De programmalijnen van REP-Rijk zijn watertechnologie, energie, sensortechnologie en life sciences. De programmalijnen van REP-regio zijn agribusiness, chemie, toerisme, metaal/scheepbouw, MKBalgemeen, arbeidspotentieel, specifieke vestigingslocaties en woon/leefklimaat. Voor REP-regio heeft de provincie volledige zeggenschap over de selectie en uitvoering van projecten binnen de scope van het REP. In SNN-verband is afgesproken dat voor Fryslân onderstaande verdeling geldt:

Middelen REP-Rijk REP-regio Regionale bijdrage (REPcofinanciering provincie) Regionale bijdrage (REPcofinanciering gemeente) Bijdrage markt en kennisinstellingen Totaal

Financiën (in prijspeil 2007) 57 miljoen 48 miljoen 28 miljoen


7 miljoen

73 miljoen 213 miljoen

39



In het convenant is opgenomen dat onder regie van de provincie de regionale bijdrage wordt ingezet in projecten die in aanmerking komen voor REP-regio. Dit geeft voor Fryslân een omvang van 83 miljoen ( 48 miljoen + 35 miljoen), met dien verstande dat de 35 miljoen regionale bijdrage is opgebouwd uit 28 miljoen provinciale bijdrage en 7 miljoen gemeentelijke bijdrage. In juni 2009 hebben Provinciale Staten besloten om een bedrag van 28 miljoen (geïndexeerd 32,4 miljoen) te dekken uit de reserve Nuon voor REP-cofinanciering. De middelen voor REP hebben een kasstroomritme over de periode 2010-2020. De REP criteria leggen we binnenkort aan u voor. De conceptcriteria luiden als volgt: Effectiviteit: de mate van uitvoering aan de hoofddoelstelling van het REP, waarbij we tegelijkertijd uitvoering geven aan de ambities en de doelstellingen van het vigerende economisch beleid van Fryslân; Efficiëntie: de mate van bereidheid van partijen om zelf in het project te investeren. Als richtlijn hanteren wij het volgende principe: 1 euro bijdrage uit het REP (inclusief provinciale cofinanciering) levert 1 euro op van externe partijen (o.a. marktpartijen, kennisinstellingen); Legitimiteit: de noodzaak van de publieke interventie is onderbouwd, die het verstrekken van een bijdrage vanuit het REP betekent. De aanvragende partij toont hierbij aan dat andere externe financiering voor het ingediende project niet (meer) mogelijk is. Het project is uitvoeringsgereed. Mate van samenwerking: er is op programmaniveau sprake van een concreet samenwerkingsverband tussen ten minste één onderneming en één kennis-/ onderwijsinstelling gedurende de gehele projectperiode; Effect op werkgelegenheid: een investering uit het REP levert een substantiële bijdrage op aan de werkgelegenheid in Fryslân. Daarbij schenken we aandacht aan zowel kwalitatieve als kwantitatieve effecten; Er is sprake van nieuw activiteiten, waarbij de werkingssfeer duidelijk verruimd en verbreed is: het project betreft nieuwe activiteiten. Subsidieverlening voor een vervolg van reeds uitgevoerde activiteiten (zonder verruiming van de werkingssfeer) is uitgesloten evenals voor reguliere activiteiten en verantwoordelijkheden van de subsidieaanvrager / eindbegunstigde of andere betrokkenen. Daarnaast is er sprake van regelgeving waaraan de projecten te allen tijde moeten voldoen, zoals de Europese regelgeving en de Algemene Subsidieverordening (ASV). De criteria zijn zo toe te passen dat een project in voorkomende gevallen niet aan alle zes criteria voldoet. Hierbij geldt wel dat het totale pakket REP moet voldoen aan de efficiëntiecriteria. Geselecteerde projecten voor het REP: Dairy Campus Friese Merenprojecten Meerjarenfinanciering Wetsus 2012-2020 Thialf Overige projecten: University Campus, Kulturele Haadstêd, Duurzaamheidscentrum, Pilot Blue Energy en herstructurering bedrijventerreinen. Dairy Campus:

40



De Dairy Campus bestaat uit een onderwijsketen, een innovatieketen en een onderzoeksprogramma op het gebied van melkveehouderij. Het project betreft voor een deel een concentratie van activiteiten in Leeuwarden die nu verspreid over Nederland plaatsvinden (Wageningen, Lelystad). Wij blijven inzetten op een bijdrage uit het REP-Rijk van 15 miljoen. De overige financiering moet worden gedekt door de Wageningen Universiteit, de gemeente Leeuwarden en bijdragen van derden. De totale kosten bedragen ca. 53 miljoen. In juni 2010 hebben Provinciale Staten besloten een bedrag van 2,5 miljoen te reserveren voor de Dairy Campus op voorwaarde dat voor dit project geld komt uit het REP. Friese Merenprojecten: De eerste fase van het Friese Merenproject is in 2007 afgerond. In de periode tot en met 2015 zetten we masterplannen in gang, waarbij in totaal zeven toegangspoorten en tien watersportkernen een grootschalige metamorfose ondergaan. Het Friese Merenproject, fase twee, bestaat uit drie programmalijnen: grenzeloos varen, bestedingen aan de wal en ecologie & duurzaamheid. Het gaat in totaal om 30 miljoen voor de eerste twee programmalijnen en 4,5 miljoen voor het laatste programmalijn. Het voorstel is om een derde deel ad. 10 miljoen te dekken uit het REP-regio, een derde deel uit de provinciale cofinanciering REP-regio en het andere derde deel bij te laten dragen door gemeenten. In totaal gaat het om 30 miljoen. De overige 4,5 miljoen willen wij dekken uit de beschikbare begrotingsruimte. Deze kosten zijn exclusief de benodigde formatiekosten. Naar verwachting lokt dit in totaal minimaal 20 miljoen aan externe investeringen uit. Voor het Friese Meren project Wymbritseradiel is al 4,6 miljoen (vanuit het Rijksdeel REP via provinciefonds ad. 48 miljoen) beschikbaar gesteld. Meerjarenfinanciering Wetsus: Wetsus heeft de doelstelling om de transitie te bewerkstelligen naar een Europese waterhub met Leeuwarden als fysieke kern. Voor de uitvoering van het programma over de periode 2012-2020 willen wij het REP inzetten voor een achtjarige financiering. Het ministerie van EL&I erkent de meerwaarde van Wetsus voor de topsector water. Het businessplan van Wetsus, dat de provincie ondersteunt, gaat uit van een langdurige financiering van Wetsus over de periode 2012-2020. Het ministerie lijkt vooralsnog te willen financieren voor een periode van vier jaar. Wij hebben besloten om bestuurlijk in te blijven zetten op een periode van acht jaar en het daaraan gekoppelde bedrag van 38 miljoen uit REP-Rijk. Daarnaast willen wij inzetten om een bedrag van 13 miljoen uit de provinciale cofinanciering te gebruiken voor de totale financiering van het meerjarenplan. De totale kosten zijn ca. 220 miljoen voor de uitvoering van het meerjarenprogramma. De overige kosten moeten dekking komen van de Rijksoverheid, het bedrijfsleven, de universiteiten en de EU. Thialf: Het project Thialf, en de keuze voor nieuwbouw of renovatie is erg afhankelijk van de betrokkenheid van andere partijen én de bereidheid om mee te betalen. De lobby bij die andere partijen is in volle gang. Zoals toegezegd leggen we de verschillende varianten met een financiële verdiepingsslag aan

41



PS voor voordat een keuze volgt voor een eventuele financiële bijdrage aan één van de varianten. Voor eind 2011 leggen we de Staten een projectbesluit voor.

Totaalbeeld: Op basis van bovenstaande vier financieringsvoorstellen komen wij op dit moment tot het volgende overzicht voor wat betreft de inzet van alle REP-middelen: Projecten Gevraagde REP-Rijk Gevraagde REP-regio + provinciale cofinanciering (geindexeerd) 13 miljoen Tussen 15 en 40 miljoen 20 miljoen

Wetsus Thialf Friese Merenprojecten

38 miljoen 4 miljoen

Dairy Campus Reservering Friese Wymbritseradiel Overige projecten Totaal REP beschikbaar Merenproject

15 miljoen

2,5 miljoen 4,6 miljoen

0 miljoen 57 miljoen 57 miljoen

Tussen 0 en 25 miljoen 80,1 miljoen 80,4 miljoen

Bij bovenstaand overzicht gelden onderstaande aandachtspunten: De bijdragen van markt- en kennisinstellingen zijn voor het totaal ingevuld. Hiermee voldoen we aan de efficiëntiecriteria. Over de aanwending van het REP-Rijk voor de projecten Wetsus, Dairy Campus en Thialf moeten we onderhandelen met het Rijk en de andere noordelijke provincies. Overige benodigde bijdragen voor deze projecten moeten we zowel bijdragen van markt- en kennisinstellingen als van de overige overheidsbijdragen (o.a. EU, Rijksoverheid en gemeenten) nog zeker stellen. Voor overige projecten ( University Campus Fryslân, Kulturele Haadstêd, Duurzaamheidscentrum, Pilot Blue Energy en herstructering bedrijventerreinen) geldt dat de ruimte die beschikbaar komt afhankelijk is van de gekozen variant van Thialf.

REP - Vanuit het RSP-convenant tussen het Rijk en de Noordelijke provincies is er 80,4 miljoen aan 42



-

REP-middelen beschikbaar: 32,4 miljoen eigen middelen vanuit de Nuon-reserve en 48 miljoen van het Rijk via het provinciefonds. Daarnaast staat er bij het ministerie EL&I nog een bedrag van 57 miljoen geparkeerd. Van de 80,4 miljoen is reeds besloten 7,1 miljoen in te zetten en er resteert dus nog een bedrag van 73,3 miljoen. Vooruitlopend op behandeling van het Friese uitvoeringskader REPregio hebben wij projecten geselecteerd die in aanmerking kunnen komen voor een REPbijdrage.

43



7. Onzekerheden en risico's
Op dit moment is er nog een aantal onderzekerheden en risico's te onderscheiden. Mogelijk dat deze tot extra lasten leiden waarvoor we in een later stadium nog dekking moeten zoeken. Zoals aangegeven in het hoofdstuk Financieel perspectief anticiperen wij hierop door onder andere een doorlichting van de programma's. Het gaat om de volgende onzekerheden:

Financieel kader
Het hier gehanteerde financieel kader wordt voor de Begroting 2012 geactualiseerd. Naast het effect van de Meicirculaire Provinciefonds zullen ook de rendementsverwachting en de nominale ontwikkelingen hierin meegenomen worden.

Decentralisatie Rijkstaken
In het kader van het bestuursakkoord gaan een aantal taken vanuit het Rijk naar de provincies en vanuit de provincie naar de gemeente. Deze decentralisaties verlopen naar alle waarschijnlijk niet budgettair neutraal. In de Meicirculaire Provinciefonds is opgenomen dat de decentralisatie van Jeugdzorg naar de gemeenten in 2016 zal plaatsvinden. De uitname uit het Provinciefonds door het Rijk hiervoor bedraagt voor onze provincie ca. 4 miljoen. De eerstvolgende decentralisatie betreft `landelijk gebied'. In de financiële keuzes die we als college moeten maken neemt dit programma een bijzondere plaats in. Dat heeft met twee zaken te maken: de grote omvang van de financiële claims die bij dit programma voorliggen, en de vrijwel even grote onzekerheid over de omvang van die claims. De financiële problematiek van programma 5 is inhoudelijk in drie grote brokken te verdelen. Ten eerste zijn er de middelen die het Rijk via het Investeringsprogramma Landelijk Gebied (ILG) ter beschikking stelt voor vooral beheer en aankoop van natuur (voornamelijk Ecologische Hoofdstructuur), en nog een aantal `diverse zaken' in het landelijk gebied.. Ten tweede gaat het om onze leefbaarheidsbudgetten, ruwweg 15 miljoen jaarlijks. Deze dienen nu deels als cofinanciering van de ILG, en gaan naar leefbaarheid algemeen (waaronder dorpshuizen), het sociaal-economische landbouwbeleid, landschap en dergelijke. Ten derde gaat het om de gebiedsontwikkelingsprojecten. Dit betreft een `plus op het gebied' bij grote infrastructuur, of gebiedsontwikkeling in Noordwest Fryslân.

Grote projecten
Door in te zetten op diverse grote projecten willen wij als provincie onze ambitie waarmaken. Hierbij kunnen verschillende risico's zich voordoen, onderstaand een korte toelichting: Wanneer wij overgaan tot andere financieringsvormen dan subsidies, denk hierbij aan participaties, garantstelling, (achtergestelde) leningen, dan zijn hieraan financiële risico's verbonden. Deze risico's proberen wij uiteraard zoveel mogelijk te beperken. Zo nodig treffen we een voorziening dan wel passen we het weerstandsvermogen aan. 44



Risico's verbonden aan grote investeringen waarin wij risicodragend partner zijn. Het is belangrijk om in het voortraject afspraken met de partijen te maken over de mogelijke risico's en de aansprakelijkheid van een ieder hierin. Niet loskomende/tegenvallende bijdragen derden (fondsen en anderszins) Niet akkoord gaan met eindafrekeningen waarbij derden meefinancieren (bijv. REP) Te allen tijde risico dat er door geschillen juridische procedures volgen tegen de provincie.

45



Bijlage I

Voorstellen uitvoeringsprogramma
d.d. 28-06-2011 Exploitatie Prg Titel voorstel

Begrotingsaldo/VAR

S/T

Periode

Begroot Tijdelijk

Begroot Structureel 2013 ev

Programma 1: Bestuur en veiligheid Bestuurskwaliteit Intensivering lobby activiteiten Veteranendag Totaal programma 1

T T S

2012-2014 2012-2015

150 200 30 380

30 30

Programma 2: Verkeer en vervoer Bereikbaarheid Leeuwarden/optimalisatie spoorwegnet Onderhoudsbaggeren

Bijdrage exploitatie OV ivm duurdere concessies
Programmalijnen verkeer en vervoer: afschr.investering Fiets: afschrijvingslasten investering Traverse Lemmer: afschrijvingslasten investering Totaal programma 2 Programma 3: Water Waterhuishoudingsplan (basis) Oevers en kaden projecten Totaal programma 3

T T S S S S

2012-2016 2014-2015

9.700 1.000 300

11.000

3.600 PM PM PM 3.600

S T

500 2014-2019 6.000 6.000 500

Programma 4: Milieu Millennium provincie Totaal programma 4

T

2012-2015

124 124


-

Programma 5: Landelijk Gebied Budget programma 5 Landelijk Gebied Agenda Leefbaarheid Plattelân Kavelruil Totaal programma 5

S S T

5.000 3.000 2012-2013 1.750 1.750 8.000

Programma 6: Economie, toerisme en recreatie Cofinanciering Europa en Waddenfonds Friese meren Project Toerisme beleid/topattractie Duurzame energie Afsluitdijk (procesgeld) Fan Fryslân Agenda netwerk Noord oost fase 1 Digitale agenda (procesgeld) Totaal programma 6

T T T T T T T T

2012-2015 2012-2016 2012-2015 2012-2015 2013-2014 2012-2014 2012-2015 2012

6.000 9.438 2.813 4.547 500 809 10.700 200 35.007


-

Programma 7: Zorg en Welzijn Jeugdzorg Sociaal beleid Sport Totaal programma 7

S T T/S

2012-2015


1.264 5.489 840 7.593

4.000 170 4.170

Programma 8: Kultuer, Taal en Underwiis Doorgaande leerlijn Integraal taalbeleid Integraal cultuurbeleid Nota erfgoed Cultuur keten Drachten Mediafonds Stelpost bezuiniging cultuur Raad voor de friese taal en cultuur Structureel maken budgetten cultuur/erfgoed Totaal programma 8 Programma 9: Ruimte en wonen Demografische ontwikkelingen

T T T T T T S S S

2012-2015 2012-2015 2012-2015 2014-2015 2013-2014 2012-2014

752 2.889 4.361 1.789 2.000 350 187 390 12.718

187 200 1.192 1.579

T

2012-2015


2.000


1 van 2



Ruimtelijke kwaliteit Herstucturering woningvoorraad /tm 2015 WRO zaken incl. windenergie Totaal programma 9

T T S

2014-2015 2012-2023 structureel


1.400 1.400 100 4.900

100 100

Programma 10: Algemene dekkingsmiddelen Decentralisatie provinciale archieven Totaal programma 10

S

structureel

430 430

430 430

Totaal begroot

79.902

18.409

Bezuinigingsvoorstellen Exploitatie Prg Titel voorstel

S/T

Periode

Begroot Tijdelijk

Begroot Structureel 2013 ev 10.000 2.000 1.000 13.000

Programma 2: Verkeer en vervoer Stelpost infrastructurele projecten Stelpost programma 2

Openbaar Vervoer dekken binnen BDU
Totaal programma 2

Programma : diverse 5% bezuiniging budgetinstellingen extra bezuiniging St. Partoer en Bibliotheekservice Friesland subsidiebeleid Stelpost bedrijfsvoeringskosten Totaal programma divers Totaal begroot

S S S S


-


-

967 487 1.454 1.454 -

967 900 1.000 2.542 5.409 18.409


2 van 2



Bijlage II

Voorstellen uitvoeringsprogramma
d.d. 28-06-2011 Exploitatie Prg Titel voorstel Programma 5: Landelijk gebied Gebiedsontwikkelingprojecten Programma 6: Economie, toerisme en recreatie Energiebedrijf Projecten duurzame energie Fries doefonds Fries ontwikkelbedrijf Breedbandinfrastructuur frl extensie Programma 9: Ruimte en Wonen Herstructurering woningvoorraad

Nuon



Bijlage III

Voorstellen uitvoeringsprogramma
d.d. 28-06-2011 Exploitatie Prg Titel voorstel Programma 6: Economie, toerisme en recreatie Friese meren Project Wetsus Thialf ver/nieuwbouw Dairy Campus Duurzaamheidscentrum Pilot Blue Energy Programma 8: Kultuer, Taal en Underwiis University Campus Kulturele Haadstêd Programma 9: Ruimte en Wonen Herstructurering bedrijventerreinen

REP



Bijlage 4

Afkortingenlijst

ALP ASV BDU bio-LNG EL&I, Ministerie EU FUMO FYLG GS HR-beleid ILG ISV KH18 MER MKB NPLD OV P&C cyclus PS

REP
RSP RSP-ZZL SNN SWOT-analyse UCF VAR VNG WRO

Agenda Leefbaarheid Platteland Algemene Subsidieverordening Brede Doel Uitkering bio-Liquefied natural gas Ministerie Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Europese Unie Fryske Utfieringsorganisaasje foar Milieu en Omjouwing Frysk Ynfestearringsbudzjet Lanlik Gebied Gedeputeerde Staten Human Resources-beleid Investeringsbudget Landelijk Gebied Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing Kulturele Haadstêd 2018 plan Mileu Effect Rapportage Midden- en Klein Bedrijf Network to Promote Linguistic Diversity Openbaar Vervoer Planning & Control cyclus Provinciale Staten Ruimtelijk Economisch Programma Regio Specifiek Pakket Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn Samenwerkingsverband Noord Nederland Strengths, Weaknesses, Opportunities & Threats University Campus Fryslân Vrije Aanwendbare Reserve Vereniging Nederlandse Gemeenten Wet Ruimtelijke Ordening



Dit uitvoeringsprogramma hoort bij het Coalitieakkoord 2011-2015 Nije enerzjy foar Fryslân.






---- --