Vrije Universiteit Amsterdam
Jonge hersenen zijn flexibeler dan oude hersenen
* Startdatum: 04-07-2011
* Tijd: 09.45
* Locatie: Aula
* Titel: Visual cortex plasticity in the mouse: The role of Notch1 and
proteomic analysis of new regulatory mechanisms
* Spreker: M. Dahlhaus
* Promotor: prof.dr. M. Verhage
* Onderdeel: Faculteit der Aard- en levenswetenschappen
* Wetenschapsgebied: Aard- en levenswetenschappen
* Evenementtype: Promotie
Tijdens onze jeugd kunnen wij makkelijker leren dan wanneer we ouder
zijn. Tijdens deze zogeheten kritische periode zijn onze hersenen
gevoeliger voor informatie van buitenaf, waardoor we kennis en
vaardigheden op kunnen doen waar we de rest van ons leven gebruik van
maken. De keerzijde is dat de hersenen tijdens de kritische periode ook
gevoeliger zijn voor dingen die misgaan. Zo kan bijvoorbeeld een lui
oog ontstaan; wanneer de informatie die vanuit de twee ogen binnenkomt
in de hersenen niet met elkaar overeenkomt, worden in de hersenen
verkeerde verbindingen gevormd tussen zenuwcellen. Als dit niet tijdens
deze kritische periode behandeld wordt, leidt het tot een
onbehandelbaar verminderd zicht in een van beide ogen. Martijn Dalhaus
ontdekte dat verbindingen in de volwassen hersenen efficiënter werken
en minder energie gebruiken. Ook bevatten de volwassen hersenen meer
eiwitten die de verbindingen stabiel maken.
Hoe komt het nu dat de jonge hersenen flexibeler zijn? Voor dat
onderzoek gebruikte Dalhaus muizen om de functie van het eiwit Notch te
bestuderen. Hij laat zien dat dit eiwit ervoor zorgt dat zenuwcellen
moeilijker stabiele verbindingen met andere zenuwcellen kunnen maken.
Onder bepaalde omstandigheden leidt dit er bovendien toe dat deze
muizen minder goed kunnen zien. Daarnaast bepaalde hij in de hersenen
van muizen de veranderingen in eiwitsamenstelling op de plaats waar
zenuwcellen contact met elkaar maken in jonge en oudere hersenen en in
de hersenen van muizen die een lui oog kregen.
Uit de resultaten van Dalhaus' onderzoek blijkt dat deze verbindingen
in de volwassen hersenen efficiënter werken en minder energie
gebruiken. Ook bevatten ze meer eiwitten die de verbindingen stabiel
maken. In de jongere hersenen en helemaal bij muizen met een lui oog,
zijn juist veel eiwitten gevonden die de verbindingen veranderlijk
maken. Ook vond Dalhaus er veel signaaleiwitten die deze processen
aansturen. Zijn resultaten dragen bij aan een beter begrip van de
processen die onze hersenen flexibel maken op jonge leeftijd. Dalhaus
hoopt dat dit ervin de toekomst toe zal leiden dat deze flexibiliteit
ook op latere leeftijd te induceren is, waardoor verkeerd aangelegde
verbindingen, zoals bij een aantal aandoeningen, kunnen worden
gecorrigeerd.
© Copyright Vrije Universiteit Amsterdam