Ingezonden persbericht


Sterke stijging aantal adviezen en onderzoeken kindermishandeling

Utrecht, 4 juli 2011.

Sinds 2005 is het aantal adviezen én het aantal onderzoeken door het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) - onderdeel van Bureau Jeugdzorg - sterk gestegen, blijkt uit het jaarverslag AMK van Jeugdzorg Nederland. In 2010 zijn 43.925 adviezen uitgebracht en zijn 18.076 onderzoeken gestart. Het totaal eerste contacten komt neer op 62.001. Dit betekent voor zowel de adviezen, de onderzoeken als het totaal eerste contacten een stijging van 60% t.o.v. 2005 en op een gemiddelde stijging van 10% per jaar. De stijging wil niet zeggen dat kindermishandeling in objectieve zin is toegenomen. Wel dat de mishandeling sneller en beter wordt gesignaleerd door alle betrokkenen in het kindveiligheidsstelsel. Het AMK dient steeds minder vaak een onderzoeksverzoek in bij de Raad voor de Kinderbescherming. In plaats daarvan brengt het AMK juist veel vaker vrijwillige hulp op gang, met instemming van de ouders. Dit heeft alles te maken met de grotere alertheid van Bureaus Jeugdzorg op signalen van kindermishandeling, waardoor vrijwillige hulp vaker mogelijk is. De gang naar de kinderrechter kan steeds vaker voorkomen worden, omdat ­ dankzij het vrijwillige hulptraject - ingrijpende maatregelen als ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing niet nodig zijn. Voor kinderen is dat in veel gevallen de beste oplossing: hulp in de eigen thuissituatie, met steun van professionals, ouders, familie en vrienden. "Jeugdzorg Nederland rekent erop dat in de transitie naar de gemeenten de winst van het huidige stelsel, zoals het verminderen van de gang naar de kinderrechter, blijft bestaan", aldus Jan-Dirk Sprokkereef, vicevoorzitter Jeugdzorg Nederland. "Het merendeel van de activiteiten van het AMK leidt tot zorg: tot 60% van de meldingen leidt tot hulpverleningstrajecten die via medewerkers van Bureau Jeugdzorg worden georganiseerd. Het betreft hier vrijwillige hulpverlening die gestimuleerd wordt met de bekende "stok achter de deur" van een gedwongen maatregel. Op deze wijze worde n gezinnen snel geholpen en begeleid, zonder dat ze zich hoeven te melden bij een andere instantie. Dit is ook precies de reden dat wij willen dat het AMK integraal onderdeel blijft van het toekomstige takenpakket van Bureau Jeugdzorg." Verschuiving aard kindermishandeling De aard van de mishandeling in de afgelopen jaren is veranderd. `Pedagogische verwaarlozing' en `getuige zijn van geweld in het gezin' komen relatief vaker voor. `Pedagogische verwaarlozing' is de afgelopen drie jaar1 met 97% gestegen, dat komt neer op een gemiddelde stijging van 24% per jaar. `Getuige van geweld in gezin' is de afgelopen vijf jaar gestegen met 119%, dat komt neer op een gemiddelde stijging van 17% per jaar. De meldingen die bij het AMK binnenkomen, gaan meestal over die twee vormen van mishandeling én over affectieve verwaarlozing. Een verklaring daarvoor is dat een groeiend aantal mensen beseft dat ook dit kindermishandeling is. Aandacht risico's ongeboren kinderen Het AMK heeft sinds een aant al jaren veel meer aandacht voor de risico's op mishandeling die nog ongeboren kinderen lopen. Daarom heeft het AMK op lokaal niveau protocollen afgesproken met organisaties die te maken hebben met bijvoorbeeld verstandelijk beperkten, verslaafde aanstaande moeders en psychiatrische patiënten. Uit voorzorg melden zij deze 'risicozwangerschappen' bij een AMK. De meldingsbereidheid voor deze zeer kwetsbare groep is groot: mensen beseffen dat hierdoor veel schade voorkomen kan worden. In 2010 zijn 2.584 onderzoeken gestart voor de allerjongsten, inclusief de ongeborenen. Dit is een stijging van 100% t.o.v. 2005.