Ministerie van Defensie

Hillen biedt loonontwikkeling tijdens gesprek bonden

5 juli 2011, 17.03 uur

Een vernieuwd Sociaal Beleidskader (SBK) en perspectief op loonontwikkeling. Dat zijn de kernpunten uit de inzetbrief waarmee minister Hans Hillen vanmiddag het arbeidsvoorwaardenoverleg met de vakbonden voor Defensiepersoneel heeft hervat. "Met een akkoord moeten we samen het personeel meer duidelijkheid bieden in deze onzekere periode."

"Ik maak me grote zorgen over de ongerustheid en het cynisme onder het Defensiepersoneel. De huidige onzekerheid trekt een zware wissel", trapte minister Hillen de bijeenkomst af. "In meerdere acties en demonstraties heeft het personeel haar stem laten horen. Ik neem het geluid vanaf het Malieveld zeer serieus, vandaar het initiatief om met een nieuwe inzetbrief te komen."

Het arbeidsvoorwaardenoverleg lag lange tijd stil. Al bijna twee jaar is er geen loonontwikkeling geweest. Met de uitgestoken hand hoopt Hillen de gesprekken met de centrales voor Defensiepersoneel weer vlot te trekken. "Defensie staat aan de vooravond van ingrijpende bezuinigingsoperaties. Het is daarom van groot belang samen met de bonden snel tot een akkoord te komen, om het personeel snel duidelijkheid te geven en toekomstperspectief."

In 2016 telt de krijgsmacht 12.000 arbeidsplaatsen minder. Dit leidt er toe dat ongeveer 6000 mensen de organisatie moeten verlaten en dat vraagt om een passend sociaal beleid. Om de komende jaren de personele reducties verantwoord en zorgvuldig te laten verlopen is het van belang dat Defensie voor de gehele reductieperiode beschikt over één uniform en activerend SBK. Onderwerpen die met de bonden worden besproken zijn de criteria op basis waarvan overtolligheid wordt bepaald, de herplaatsingstermijn, maatregelen die extra kunnen bijdragen aan een succesvolle begeleiding en reactivering naar ander werk en de financiële voorzieningen bij overtolligheidsontslag. Als het aan minister Hillen ligt wordt het stelsel van toelagen en toeslagen daar waar nodig herzien en geactualiseerd. Bespreekpunten in dit kader zijn harmonisatie van verplaatsingskosten, het buitenlandstelsel en de vaar- en oefentoelage.

Hillen wil ondanks de beperkte financiële ruimte blijven investeren in de toekomst. De minster pleit daarom voor een grotere aandacht voor persoonlijke ontwikkeling, flexibiliteit en maatwerk en defensiebrede harmonisering. Om dit te bereiken moet het huidige loopbaanbeleid voor zowel militair- als burgerpersoneel worden herzien. "Defensiepersoneel werkt onverminderd onder moeilijke en gevaarlijke omstandigheden met grote inzet en loyaliteit, ondanks de reorganisaties, de opgelopen achterstanden in oefenmogelijkheden, onderdelen en voorraden en de onzekere loopbaanperspectieven. Alleen daarom is mijn stellige inzet de krijgsmacht zo spoedig mogelijk weer geheel op orde te brengen. De afspraken die volgen uit dit overleg dragen bij aan een kleinere krijgsmacht in een goede conditie, gereed voor inzet binnen haar mogelijkheden."