Rijksoverheid


5 juli 2011

Beantwoording vragen van de leden Van der Staaij en Voordewind over boycot van de Durban III Conferentie.

Geachte Voorzitter, Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Van der Staaij (SGP) en Voordewind (ChristenUnie) over boycot van de Durban III conferentie. Deze vragen werden ingezonden op 16 juni 2011 met kenmerk 2011Z13037.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. U. Rosenthal



Antwoorden van de heer Rosenthal, Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de leden Van der Staaij (SGP) en Voordewind (ChristenUnie) over boycot van de Durban III Conferentie.

Vraag 1 Heeft u kennisgenomen van het bericht dat de VS, Canada en Israël niet zullen deelnemen aan de Durban III Conferentie die op 22 september aanstaande zal worden gehouden? Hoe beziet u de beslissing van deze landen? 1 Antwoord Ja. Gezien de eerdere boycot van deze landen van de zogenaamde Durban Review Conference in 2009, kwam dit bericht niet als verrassing. Vraag 2 Is het waar dat genoemde landen de conferentie boycotten vanwege de verwachting dat de conferentie zich zal kenmerken door antisemitisme, Holocaustontkenning en Israëlhaat, zoals ook gebeurde tijdens Durban I en II. Welke aanwijzingen zijn er dat dit opnieuw dreigt bij Durban III? Antwoord vraag 2 Ja. Concrete aanwijzingen zijn er op dit moment niet, maar de Regering beraadt zich over de waarschijnlijkheid dat de bijeenkomst in september zal worden aangegrepen voor het afgeven van antisemitische boodschappen, alsmede het uiten van onterechte ­ en in de context van racismebestrijding irrelevante ­ kritiek op Isra ël. Vraag 3 Is het bericht waar, dat Durban III met name wil voortborduren op de verworvenheden van Durban I? Wat is uw inschatting van de aard en opzet van Durban III? Antwoord vraag 3 Op 22 september zal het tienjarig bestaan van de Durban-conferentie en de Durban Declaration and Program of Action (DDPA) worden gemarkeerd. Er zal een plenaire openingssessie worden gehouden, gevolgd door ronde tafelbijeenkomsten tijdens welke vertegenwoordigers van VN-lidstaten, VN-organen en het maatschappelijk middenveld spreken over het thema `slachtoffers van racisme, rassendiscriminatie, vreemdenhaat en aanverwante intolerantie: erkenning, rechtvaardigheid en ontwikkeling'. Aan het einde van de bijeenkomst zal een korte politieke verklaring worden aangenomen. Vraag 4 Wanneer besluit de Nederlandse regering over deelname aan deze conferentie? Vraag 5 Bent u bereid ­ als Durban III inderdaad een herhaling dreigt te worden van Durban I en II ­ in navolging van de VS, Canada en Israël deze VN-co nferentie te boycotten en u zo krachtig mogelijk uit te spreken tegen deze conferentie? Bent u dan ook bereid om te bevorderen dat de EU dan wel zoveel mogelijk andere Europese landen tot een boycot van deze conferentie zullen overgaan? Antwoord vraag 4 en 5 De Regering zal de conferentie boycotten, indien duidelijk wordt dat in de in het antwoord op vraag 3 bedoelde politieke verklaring, geen expliciete afstand zal worden genomen van de paragrafen in de DDPA waarin wordt verwezen naar het Midden-Oosten. Ook indien, na het in het antwoord op vraag 2 bedoelde beraad, de indruk bestaat dat de bijeenkomst op 22 september zal worden aangegrepen voor antisemitische of anti-Israëlische boodschappen, zal de conferentie worden geboycot. Indien tot een boycot wordt besloten, zal uiteraard worden bekeken in hoeverre dit in EU-verband mogelijk is.