Rijkswaterstaat mag rijksweg A4 tussen Delft en Schiedam aanleggen
Persbericht van Raad Van State
Rijkswaterstaat mag beginnen met de aanleg van de A4 tussen Delft en
Schiedam. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft
in een uitspraak van vandaag (6 juli 2011) de bezwaren tegen het
tracébesluit van de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat
ongegrond verklaard. Het besluit maakt de aanleg mogelijk van het zeven
kilometer lange, ontbrekende stuk van de A4. In totaal 23 particulieren
en organisaties, waaronder de Milieufederatie Zuid-Holland, hadden de
Raad van State gevraagd het tracébesluit te vernietigen.
Met het tracébesluit 'A4 Delft-Schiedam' kan een nieuwe snelweg worden
aangelegd tussen de bestaande A4 bij de aansluiting Delft-Zuid
(Kruithuisweg) en het knooppunt Kethelplein bij Schiedam. Ook wordt een
landtunnel aangelegd. Volgens de minister is de wegcapaciteit tussen
Den Haag en Rotterdam te klein en staan er op de enige hoofdverbinding,
de A13, dagelijks veel files en is het één van de grootste knelpunten
in de verkeersafwikkeling van Nederland. Met de aanleg van de nieuwe
snelweg wordt een extra verbinding tussen beide steden mogelijk
gemaakt.
Tegenstanders van de aanleg zijn niet overtuigd van de noodzaak van de
aanleg van de A4 en voeren aan dat er goede alternatieven zijn om de
verkeersafwikkeling tussen Den Haag en Rotterdam te verbeteren. Verder
vrezen zij dat de luchtkwaliteit met de aanleg zal verslechteren en dat
er meer geluidsoverlast zal ontstaan. Ook wijzen zij op de nadelige
gevolgen voor de veiligheid en voor het natuurgebied Midden-Delfland.
De Raad van State concludeert dat de minister 'in redelijkheid de
voorkeur heeft mogen geven aan de aanleg van de A4 boven een van de
aangedragen alternatieven'. Daarbij heeft de hoogste bestuursrechter in
aanmerking genomen dat een tracébesluit 'een belangenafweging vergt,
waarbij politieke en bestuurlijke inzichten een belangrijke rol
spelen'. De bestuursrechter heeft niet tot taak om de waarde of het
maatschappelijk gewicht van die belangen naar eigen inzicht vast te
stellen. Zijn taak is om te beoordelen of een overheidsbesluit
rechtmatig is. Voor het oordeel dat het besluit onrechtmatig is, is
niet voldoende dat bezwaarmakers wijzen op andere, aanvaardbare
oplossingen, maar moeten zij aantonen dat de keuze van de minister
'redelijke gronden ontbeert'. De Raad van State heeft bepaald dat dit
hier niet het geval is.
Verder heeft de Raad van State geconcludeerd dat de grenswaarden voor
luchtkwaliteit geen beletsel vormen voor het tracébesluit, omdat de
aanleg van de A4 is opgenomen in het Nationaal Samenwerkingsprogramma
Lucht. Ook heeft de minister de geluidsbelasting van de weg op juiste
wijze berekend en bij het besluit betrokken. Dat geldt ook voor de
veiligheidsaspecten. De afweging van de minister over de gevolgen van
de aanleg van de A4 voor de natuur en de compensatie daarvan is ten
slotte ook niet onjuist, aldus de hoogste bestuursrechter.
In de uitspraak zijn ook sommige beroepen niet-ontvankelijk verklaard
omdat de belangen van onder meer enkele inwoners uit Delft, Schiedam en
Den Hoorn naar het oordeel van de Raad van State 'niet rechtstreeks bij
het tracébesluit zijn betrokken'. Niet alleen wonen zij op een te grote
afstand van de geplande A4, maar ook het argument dat zij regelmatig
recreëren in het desbetreffende gebied is volgens de Raad van State
niet voldoende om aan te nemen dat zij een 'bijzonder individueel
belang' hebben. Dit heeft er toe geleid dat in de uitspraak niet
inhoudelijk is ingegaan op hun bezwaren.
Tegen de uitspraak van de Raad van State is geen hoger beroep mogelijk.
*
Links:
http://www.raadvanstate.nl
Razende Robot Reporter