Rijksoverheid
Betreft Voorlopige Lijst Werelderfgoed
In april 2011 zond ik u mijn besluit toe over de samenstelling van de Voorlopige
Lijst Werelderfgoed Nederland. Op deze lijst staan de erfgoederen van
uitzonderlijke universele waarde die Nederland de komende vijftien jaar wil
voordragen voor de Werelderfgoedlijst van UNESCO. In mijn besluit stelde ik drie
criteria centraal: uitzonderlijke universele waarde, draagvlak voor instandhouding
en voordracht van het erfgoed en draagkracht voor instandhouding. Voor mijn
besluit heb ik mij laten adviseren door de Commissie Herziening Voorlopige Lijst
Werelderfgoed onder voorzitterschap van mevrouw Leemhuis-Stout. De
commissie bracht in november 2010 het advies "Uitzonderlijk en Universeel" uit.
Het college van de gemeente Noordoostpolder berichtte mij in mei over een
stemming van de gemeenteraad. De raad stemt niet in met de plaatsing van de
Noordoostpolder op de Voorlopige Lijst. Daaruit blijkt dat het aanvankelijk
veronderstelde draagvlak om de Noordoostpolder op te nemen op de Voorlopige
Lijst ontbreekt.
Vanwege het belang dat ik hecht aan het draagvlak bij medeoverheden voor
plaatsing en instandhouding van werelderfgoederen heb ik besloten de
Noordoostpolder niet op te nemen op de Voorlopige Lijst Werelderfgoed. Een
aanpaste Voorlopige Lijst stuur ik toe aan het Werelderfgoedcentrum van UNESCO
in Parijs.
Mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en
Innovatie
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Halbe Zijlstra