Technische Universiteit Delft

Sociaal woonklimaat: samen staan voor de collectieve buurtgoederen Over het meten en verklaren van buurtsucces; een gedragseconomische benadering

Een aanzienlijk aantal middelhoogbouwbuurten uit de jaren vijftig en zestig is of wordt geherstructureerd. Veel huishoudens met lage inkomens, een afbrokkelende sociale cohesie en verloedering van de omgeving zorgden er voor problemen. Toch zijn er ook succesvolle buurten van dit type. Promovenda Carlinde Adriaanse presenteert in haar proefschrift drie instrumenten die van belang zijn voor sociaal-wetenschappelijk onderzoek naar de tevredenheid van bewoners met hun woonomgeving.

Adriaanse onderzocht onder een representatieve steekproef van Nederlandse bewoners hoe het komt dat sommige buurten wel en andere niet problematisch functioneren. Zij heeft hiervoor de risicoschaal, de woontevredenheidsschaal en de overlastschaal ontwikkeld.

Woontevredenheid lager in vroeg-naoorlogse woonwijken, maar niet in Buitenveldert

Bewoners van vroeg-naoorlogse wijken blijken significant minder vaak tevreden over het wonen in hun buurt en vaker overlast te ervaren dan bewoners van andere buurttypen. De naoorlogse buurt Buitenveldert-Amsterdam zou op basis van haar score op de risicoschaal een risicobuurt moeten zijn. Toch scoren de bewoners beduidend lager op overlast en aanmerkelijk hoger op tevredenheid dan bewoners uit buurten in hetzelfde risicosegment. In deze buurt is de groep niet-westerse allochtonen, twintigers, dertigers en werklozen kleiner dan in andere na-oorlogse wijken. De groep hoger opgeleiden daarentegen is er hoger. Maar dat verklaart nog niet waarom het er beter gaat. Daarvoor moet je volgens Adriaanse naar het gedrag van bewoners kijken. In Buitenveldert is grote overeenstemming onder bewoners over wat de collectieve buurtgoederen zijn. Verder spelen sociale vaardigheden van bewoners en corrigerende mechanismen van sociale controle een cruciale rol in de omgang van bewoners met elkaar en in relatie tot hun woonomgeving.

Gedeelde buurtbelangen

Voor een goed sociaal klimaat in woonbuurten is het cruciaal dat de bewoners het onderling eens zijn over wat de gedeelde buurtbelangen zijn. In termen van de gedragseconomische benadering, een visie die Adriaanse als eerste voor dit doel gebruikt, worden dit 'collectieve buurtgoederen' genoemd. Voorbeelden daarvan zijn een schone en veilige straat, maar ook een schone galerij en de manier waarop bewoners met elkaar om gaan in de publieke en semi-publieke ruimte. De precieze invulling van de collectieve buurtgoederen kan per buurt verschillen, afhankelijk van de sociaal-economische en culturele achtergronden van bewoners. Het belangrijkste is dat er onderlinge overeenstemming van buurtbewoners is over de overstijgende 'collectieve buurtgoederen' en dat zij bereid zijn om bij te dragen aan de instandhouding ervan; een stukje informele sociale controle onderling is daarbij belangrijk.

Eigen gedrag afstemmen op de buren

In de gedragseconomische benadering die Adriaanse gebruikt worden interacties van mensen gezien als sociale dilemma' s en keuzes die bewoners daarbinnen kunnen maken. Op basis van hun inschatting van wat anderen zullen doen, kiest een bewoner voor één bepaalde handelingsstrategie. Omdat mensen in een buurt vaak een geschiedenis met elkaar hebben van eerdere interacties en omdat ze de motivatie van anderen ook kunnen aflezen aan 'de rommel op straat' of juist 'de netjes onderhouden tuin van de buren' kunnen zij die inschatting maken van wat anderen waarschijnlijk zullen doen en stemmen ze daar hun eigen gedrag op af. Op de langere termijn resulteert dit in een specifiek soort sociaal klimaat.

Dit onderzoek werd gesubsidieerd door het TU Delft programma Sustainable Urban Areas (SUA). Carlinde Adriaanse, (2011) On measuring and explaining neighbourhood success. A behavioural economic approach. ISBN 978-1-60750-786-4
---
Noot aan de redactie/