op 6 juli 2011
Schaf overdrachtsbelasting volledig af
Foto Flickr / Xesc
Huizenbezitters moeten overdrachtsbelasting betalen als ze verhuizen.
Dat maakt verhuizen minder aantrekkelijk, dus er is veel voor te zeggen
om die vermaledijde belasting af te schaffen. Maar de manier waarop dit
kabinet het doet gaat de woningmarkt niet gezonder maken. Sterker nog,
de regering maakt de rijkste huiseigenaren tienduizenden euro's
rijker ten koste van de gewone inkomens. Het is een snoeiharde
denivellering.
Wat er zou moeten gebeuren is dit: aan de ene kant de
hypotheekrenteaftrek in ieder geval zodanig beperken dat de fiscus
mensen niet langer stimuleert dertig jaar lang hun hypotheek niet af te
betalen. Alle internationale instanties (OESO, IMF) bepleiten dat, en
onlangs ook de Rabobank. De opbrengst kan gebruikt worden om de
overdrachtsbelasting volledig te laten vervallen. Dat lost twee
problemen tegelijk op: de hypotheekrente wordt weer wat ze ooit beoogde
te zijn, een ondersteuning om een eigen huis te kunnen kopen, in plaats
van een stimulans om zo veel mogelijk schulden te maken. En het
bevordert tegelijkertijd de mobiliteit op de woningmarkt.
Het grote voordeel van deze benadering is dat de huizenprijzen er door
zullen dalen.
Het plan van het kabinet heeft het tegenovergestelde effect: de prijzen
zullen stijgen. Immers: mensen hebben een bepaald budget beschikbaar
voor de aanschaf van een huis. Als ze, zoals het kabinet voorstelt,
minder overdrachtsbelasting hoeven te betalen, kunnen ze net een iets
mooier huis kopen. En omdat iedereen dat iets mooiere huis wil, zal de
vraag stijgen, en worden huizen duurder. Een versobering van de
hypotheekrenteaftrek heeft een omgekeerd effect. De prijzen van huizen
zullen niet meer stijgen.
In een verstandig plan wordt de afschaffing van de overdrachtsbelasting
gekoppeld aan een beperking van de hypotheekrenteaftrek. Het tweede
voordeel van die koppeling is dat zowel de baten als de lasten
terechtkomen bij de huiseigenaren, en meer naarmate hun huis duurder
is. Het kabinet kiest echter eenzijdig voor de mensen die al een huis
hebben én voor de lobby van de makelaars. De starter op de woningmarkt
schiet er weinig mee op want wat de starter minder betaalt aan
overdrachtsbelasting, is hij of zij weer kwijt aan een hogere
huizenprijs. Daarvoor moet dan weer worden geleend bij de bank, met
alle risico's van dien.
Het kabinet haalt het geld voor het verlagen van de
overdrachtsbelasting ergens anders vandaan. Ten eerste van de
bankenbelasting. Dat die er komt, is sowieso een goed idee. Eindelijk
heeft het kabinet het licht gezien.
De andere dekking voor het verlagen van de overdrachtsbelasting is
slechter gekozen. Het spaarloon verdwijnt.Maar het spaarloon betreft
geld van alle werkende Nederlanders, en dat wordt nu ingezet voor
alleen de eigenaren van koophuizen. Omdat de overdrachtsbelasting
gekoppeld is aan de waarde van een huis, profiteren de eigenaren van
dure koophuizen er het meest van.Wie een huis van een miljoen koopt
krijgt onverwacht zestigduizend eurokado, geld dat wordt opgebracht
door alle werkenden en spaarders van Nederland. De huurders, die deze
kabinetsperiode hun huren fors zien stijgen, betalen voor deze
huiseigenaren.
Conclusie: de overdrachtsbelasting moet niet worden beperkt, maar
volledig afgeschaft, en niet tijdelijk, maar permanent. Met het
afslanken van het spaarloon valt onder deze omstandigheden te leven.
Maar door deze maatregelen op deze manier aan elkaar te koppelen maakt
de regering de rijkste huiseigenaren tienduizenden euro's rijker, ten
koste van de gewone inkomens. Het is een snoeiharde denivellering.
Zo ziet rechts beleid er uit. Men juicht in Aerdenhout en Wassenaar.
Dit artikel verscheen eerder vandaag in Trouw, met mijn fractiegenoot
Jacques Monasch als co-auteur. In het hoofdredactioneel commentaar
betoogt het dagblad dat het kabinet nu slechts de helft van het
probleem van de stagnerende woningmarkt oplost.
Partij van de Arbeid