UMC Groningen
Plastisch chirurgen en genetici brengen genen ziekte van Dupuytren in kaart
07 juli 2011
Genen-databank LifeLines borgt onderzoek ziekte van Dupuytren
Promovendus heeft onder leiding van plastisch chirurg Paul Werker en
genetica Cisca Wijmenga uit het Universitair Medisch Centrum Groningen,
en geneticus Roel Ophoff uit UMCU samen met plastisch chirurgen van zes
ziekenhuizen in Nederland een grootscheepse genetische studie afgerond
naar het ontstaan van de ziekte van Dupuytren. Deze ziekte veroorzaakt
kromstand van de vingers, waardoor deze in ernstige gevallen niet meer
gebruikt kunnen worden. Naar schatting wordt 5 tot 10 procent van de
ouderen boven de 50 jaar door de ziekte van Dupuytren getroffen. Het
onderzoek heeft aangetoond dat genetische factoren een belangrijke rol
spelen bij het ontstaan van de ziekte. Negen genen geassocieerd met de
ziekte zijn in kaart gebracht. Deze ontdekking verschaft nieuw inzicht
in het ontstaan van de ziekte. Dit onderzoek is het eerste waarmee de
genen-databank LifeLines van het UMCG haar waarde heeft aangetoond. De
onderzoeksresultaten zijn vandaag gepubliceerd in the New England
Journal of Medicine.
De ziekte van Dupuytren is een zogeheten goedaardige fibromatose
(woekering van het bindweefsel) van de hand en vingers, die vaak leidt
tot een kromstand van de vingers. De ziekte komt het meeste voor bij
mensen boven de 50 jaar en wordt ook wel `koetsiers-ziekte' genoemd. De
aandoening begint met een knobbeltje, dat binnen enkele maanden een
streng in de handpalm kan vormen. Soms kan het ook jaren duren voordat
de ziekte verergert. De streng trekt de betreffende vingers krom en op
den duur kan men de vingers niet meer bewegen. Meestal ontstaat de
ziekte bij de ringvinger of pink, maar kan in alle vingers voorkomen.
De standaard behandeling voor de ziekte van Dupuytren bestaat uit een
operatie door een plastisch chirurg of handchirurg, waarbij het zieke
weefsel verwijderd of doorgesneden wordt. In veel gevallen komt de
ziekte helaas weer terug. Een tweede behandeling gaat gepaard met een
groter risico op complicaties en een slechtere functie van de hand.
Nieuw inzicht
Deze studie toont voor het eerst een grote genetische rol in het
ontstaan van de ziekte van Dupuytren aan. Een van de belangrijkste
resultaten is dat er negen gebieden in het menselijk DNA in kaart zijn
gebracht, die geassocieerd zijn met de ziekte van Dupuytren. Zes van
deze gebieden bevatten genen betrokken bij `WNT signaling', een
biologische pathway dat betrokken is bij verschillende vormen van
kanker. Verder onderzoek naar WNT signaling kan in de toekomst leiden
tot nieuwe behandelingen voor zowel de ziekte van Dupuytren als
verschillende vormen van kanker.
Europese studie
De ziekte komt voornamelijk voor in Noord- en West-Europa, waardoor een
genetische oorzaak van de ziekte werd vermoed. Dit is nu door dit
onderzoek bevestigd. In het kader van het promotietraject van Guido
Dolmans (plastisch chirurg i.o.) is het onderzoek in 2006 gestart. Een
`genome-wide' associatie studie (een studie waarbij alle genen tegelijk
gescand worden) werd uitgevoerd om de genen te zoeken die betrokken
zijn bij het ontstaan van deze ziekte.
In eerste instantie concentreerde het onderzoek zich op bijna duizend
patiënten uit zes ziekenhuizen in Nederland (UMCG, Martini Groningen,
MCL Leeuwarden, Isala Zwolle, MST Enschede en CZE Eindhoven). Tevens
werd een controlegroep van meer dan 3.000 personen uit een grote
populatiestudie in Noord-Nederland "LifeLines" onderzocht. In de tweede
fase werd het onderzoek uitgebreid tot een Europese studie in
samenwerking met Engeland en Duitsland. Meer dan twintig onderzoekers
werkten hier aan mee, waarbij uiteindelijk 2.325 patiënten en een
controlegroep van 11.562 personen werden onderzocht.
Onderaan deze pagina kunt u de publicatie uit NEJM downloaden.
Meer informatie over LifeLines is te vinden op: www.lifelines.nl. Noot
voor de pers
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de afdeling
persvoorlichting van het UMCG, bereikbaar op telefoonnummer (050) 361
22 00.
Gerelateerde informatie
* Publicatie in NEJM van Guido Dolmans Lees voor