KNHS
Bestuurlijk kader KNHS discussieert over organisatorische veranderingen
7 juli 2011
knhs
ERMELO (KNHS) Tijdens twee zogenaamde eindemiddagmeetings op 29 juni en
5 juli heeft het bestuurlijke kader van de KNHS zich gebogen over
mogelijke veranderingen in de organisatorische opzet van de Koninklijke
Nederlandse Hippische Sportfederatie. Dat leverde levendige discussies
en tal van ideeën en suggesties op waarmee het KNHS-bestuur zijn winst
wil doen en aan de slag gaat.
Anderhalf jaar geleden presenteerde de Commissie Herziening
Organisatiestructuur het rapport De paardensporter centraal. In
opdracht van de Ledenraad en het KNHS-bestuur kwam deze commissie met
voorstellen om de complexe organisatorische opzet van de
paardensportbond te vereenvoudigen. Diverse onderwerpen uit het rapport
zijn terug te vinden in het recent door de Ledenraad goedgekeurde
Meerjarenbeleidskader 2011-2016, dat dezelfde titel als het
commissierapport heeft en waarin het KNHS-bestuur de lijnen naar de
toekomst heeft uitgezet.
Rapport en beleidskader waren voor het KNHS-bestuur aanleiding om met
het bestuurlijke kader van de KNHS in gesprek te gaan. Aan de
ledenraadsleden en de voorzitters van de regios, mendistricten,
nationale en belangenverenigingen werd gevraagd mee te denken over de
toekomstige organisatorische structuur. Voorzitter Theo Ploegmakers was
in zijn openingswoord op beide avonden complimenteus. Nagenoeg iedereen
heeft aan onze uitnodiging gehoor gegeven. U toont daarmee aan dit
onderwerp mét ons heel belangrijk te vinden. De KNHS is toe aan
veranderingen. De fusie van 2002 heeft ons veel goeds gebracht en de
KNHS is in vele opzichten een goede en sterke sportbond geworden, maar
dat mag niet leiden tot achterover leunen. De KNHS is in
organisatorisch opzicht fusieproof, maar tijden en omstandigheden
veranderen snel en we zullen tot een andere opzet moeten komen, die
onze bond futureproof maakt. Ploegmakers, die de commissie prees om
zijn visie en durf vanwege de voorgestelde wijzigingen, vroeg zijn
gehoor mee te denken over een opzet, die tot kortere lijnen naar de
leden toe, een hogere kwaliteit van de dienstverlening en een betere
efficiency van de organisatie leidt.
Tijdens beide meetings presenteerde algemeen directeur John Bierling op
energieke en prikkelende wijze de mogelijke wijzigingsvoorstellen, die
er toe moeten leiden dat de KNHS de paardensporter centraal stelt.
Daarna presenteerden Erik van Hal en Gert Jan van Muylwijk de plannen
van de Regio Utrecht van de KNHS, die besloten heeft de bestuurslaag
tussen de regio en de verenigingen en hun leden, de kringen, op te
heffen.
Beide presentaties leverden levendige discussies op, die gekanaliseerd
werden in drie rondetafelgesprekken over de themas: 1. De
adviesomgeving binnen de KNHS; 2. De opzet van de nieuwe regios of
gewesten; en 3. De rol van de vereniging en de professionele aanbieder.
Via een rouleersysteem kon iedere aanwezige zijn mening over deze
onderwerpen geven.
John Bierling, die beide meetings dagvoorzitter was, toonde zich na
afloop heel enthousiast. We hebben alleen maar positieve reacties over
deze meetings gehad. Men waardeerde de opzet en aanpak en de bereidheid
om mee te denken was groot. We hebben veel informatie, opmerkingen en
suggesties gekregen waar we écht wat mee kunnen. We gaan aan de slag om
een inventarisatie te maken, die zal worden voorgelegd aan het bestuur,
dat daarna een vervolgtraject zal uitzetten. Uiteraard krijgt deze
succesvolle aanpak een vervolg. De deelnemers krijgen een
terugkoppeling en het is denkbaar, dat we in het proces van verandering
nogmaals een beraad als dit organiseren omdat veranderingsprocessen
alleen slagen als daarvoor draagvlak is. Iedereen is het er over eens:
we gaan ons de komende jaren steeds meer richten op de paardensporter,
aldus een tevreden Bierling.