Geen strafvervolging tegen GGZ-kliniek in Emmen
7 juli 2011 - Arrondissementsparket Assen
Het Openbaar Ministerie Assen stelt geen strafvervolging in tegen een
kliniek van GGZ Drenthe in Emmen waar een 38-jarige man door gevolgen
van ernstig brandletsel om het leven kwam. Na uitgebreid en langdurig
onderzoek is het Openbaar Ministerie tot de conclusie gekomen dat er
geen strafbare feiten zijn gepleegd.
Op 6 april 2009 is er brand geweest op de psychiatrische afdeling van
de GGZ Drenthe locatie Emmen. Een 38-jarige man uit Groningen kwam
hierbij om het leven. De moeder en de zus van de overleden man hebben
vervolgens aangifte gedaan van dood door schuld tegen de GGZ-kliniek in
april 2009.
Ontstaan brand
De 38-jarige man werd op 5 april 2009 gedwongen opgenomen in de GGZ
kliniek. In deze kliniek kreeg hij op 6 april 2009 een eigen kamer. Die
avond kwam een brandmelding binnen bij de brandweer en de politie. De
brand bleek te zijn ontstaan in de kamer van het slachtoffer. De deur
was gebarricadeerd en kleding was in brand gestoken. Het slachtoffer is
op woensdag 8 april overleden in een ziekenhuis ten gevolge van ernstig
brandletsel en het inademen van rookgassen.
Onderzoek
In april 2009 is door politie Drenthe onderzoek gedaan naar de brand.
Tegelijkertijd heeft een intern onderzoek plaatsgevonden binnen de GGZ
Emmen en heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg de situatie
onderzocht. Uit deze drie onderzoeken is komen vast te staan dat er
sprake is geweest van gebreken in met name de communicatie, overdracht
en het vastleggen van gegevens met betrekking tot de behandeling van
het slachtoffer.
Inschakelen onafhankelijk deskundige
Het Openbaar Ministerie Assen heeft uiteindelijk het gehele dossier, op
advies van het Expertisecentrum Medische zaken van het OM, voorgelegd
aan een psychiater die deskundig is op het gebied van GGZ instellingen.
Het OM heeft daarbij de strafrechtelijke vraag gesteld: is het
slachtoffer opzettelijk door de GGZ instelling in hulpeloze toestand
gebracht of gelaten?
De deskundige onderschrijft de conclusies van de onderzoeken uitgevoerd
door bovengenoemde instanties en komt uiteindelijk tot het oordeel dat
het slachtoffer tijdens zijn verblijf in de kliniek niet in een
hulpeloze toestand is gebracht of gelaten.
Geen strafvervolging
Op basis van de verkregen bevindingen uit de hier genoemde onderzoeken
is het Openbaar Ministerie van mening dat er geen bewijs is voor een
strafbaar feit. Om die reden zal het Openbaar Ministerie geen
strafvervolging instellen in deze zaak. De direct betrokkenen zijn in
een persoonlijk gesprek geïnformeerd over deze beslissing.
Openbaar Ministerie