Raad van State
donderdag 7 juli 2011
10.00 uur
Zitting over de vaststelling door de gemeenteraad van Nederweert van
het bestemmingsplan 'Buitengebied Nederweert'. Het plan legt vooral de
feitelijke situatie vast. De Molenstichting Nederweert vindt de
bouwregels in het plan onduidelijk en rechtsonzeker. In de regels staat
dat bij het bouwen rekening moet worden gehouden met het zicht op de
molen en de windvang. De stichting vreest voor de gevolgen voor de
molenbiotoop. Een veehouderij die in de buurt van de molen is
gevestigd, vindt de regels ook niet duidelijk. Zij vreest dat zij in
haar uitbreidingsmogelijkheden wordt beperkt. De veehouderij is het er
verder niet mee eens dat in het plan wordt gedoogd dat voormalige
agrarische woningen als burgerwoningen bewoond mogen worden. Als gevolg
hiervan moet zij voldoen aan strengere milieuregels, aldus de
veehouderij. De Werkgroep Behoud de Peel vindt dat de gemeenteraad
bepaalde gebieden beter moet beschermen. Twee inwoners van Nederweert
vrezen gezondheidsklachten als gevolg van de komst van
landbouwontwikkelingsgebieden (log's) in de buurt van hun woningen.
Daarom komen ze in beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State. (zaaknummer 201000964/1)
10.00 uur
Zitting over de aanwijzing door de toenmalige ministers van OCW en VROM
van de Landgoederenzone Wassenaar-Voorschoten-Leidschendam-Voorburg als
beschermd dorpsgezicht. Hotel-café-restaurant De Gouden Leeuw en
slagerij De Valk zijn het niet eens met de aanwijzing en komen
daartegen in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State. De percelen van deze twee bedrijven liggen in het
gebied dat als beschermd dorpsgezicht is aangewezen. Zij begrijpen niet
waarom hun terrein zo waardevol en karakteristiek is dat de functie
daarvan niet mag veranderen. Ze zijn bang dat ze door de aanwijzing
belemmerd worden in hun uitbreidings- en wijzigingsplannen. Bovendien
vinden ze dat de ministers hun percelen niet hadden mogen aanwijzen,
omdat ze bewust buiten de 'Duivenvoordecorridor' zouden zijn gelaten.
Deze corridor maakt deel uit van een ecologische verbindingszone tussen
het Groene Hart en de strandwallen bij Wassenaar. De rechtbank in Den
Haag verklaarde in november 2010 een eerder beroep van hen ongegrond.
(zaaknummer 201012718/1)
Zitting over de vergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Coevorden heeft verleend voor het kappen van een aantal
paardenkastanjes langs de gracht bij de voormalige brandweerkazerne in
Coevorden. De bomen worden gekapt om de komst van een
appartementencomplex aan de Haven mogelijk te maken. Aanvankelijk ging
het om elf kastanjes, maar nadat de rechtbank in Assen had geoordeeld
dat het gemeentebestuur de kap van twee bomen beter moest motiveren,
heeft het gemeentebestuur besloten de vergunning voor negen kastanjes
te verlenen. Omwonenden van het complex verzetten zich tegen de kap van
deze bomen. Zij vrezen verlies van uitzicht vanuit hun woningen. Daarom
zijn ze in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van
de Raad van State. Om te voorkomen dat de bomen op korte termijn worden
gekapt, verzoeken zij de Raad van State de kapvergunning voorlopig te
schorsen. (zaaknummer 201106152/2)
11.00 uur
Zitting over de intrekking door het college van burgemeester en
wethouders van Brunssum van de drank- en horecavergunning van café 't
Höfke aan de Heufkestraat in Brunssum. Het gemeentebestuur heeft de
vergunning ingetrokken, omdat de vergunning mede gebruikt zou worden
voor het plegen van strafbare feiten. Dit zou blijken uit een advies
van het landelijk bureau Bibob. De rechtbank in Maastricht heeft in mei
2011 een eerder beroep van de exploitanten van het café gegrond
verklaard. Tegen die uitspraak is het gemeentebestuur in hoger beroep
gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het
is bang dat de uitspraak betekent dat het bedrijf weer open mag gaan.
In afwachting van een definitieve uitspraak op zijn hoger beroep,
verzoekt het de Raad van State de uitspraak van de rechtbank voorlopig
te schorsen. (zaaknummer 201106415/2)
11.30 uur
Zitting over de dwangsom die het college van burgemeester en wethouders
van Roerdalen heeft opgelegd aan de stichting Maharishi European
Research University/Mharishi Vedic University. Het gemeentebestuur
heeft de dwangsom opgelegd, omdat het wil dat de stichting het complex
Sankt Ludwig in Vlodrop weer herstelt in de toestand zoals die was vóór
de sloop van de voorbouw van het complex. Verder wil het
gemeentebestuur dat de stichting een aantal maatregelen treft om te
voorkomen dat schade aan het rijksmonument ontstaat door
weersinvloeden. In 2001 had het gemeentebestuur nog een sloopvergunning
verleend aan de stichting, maar na een uitspraak van de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het gemeentebestuur in
2003 die vergunning alsnog geweigerd. De stichting is het er niet mee
eens dat zij een aantal gebreken moet herstellen. Verder staan de
herstelkosten niet in verhouding tot de waarde van het complex, aldus
de stichting, te meer omdat zij het complex niet in gebruik heeft en
ook niet in gebruik wil nemen. De stichting zegt bovendien niet het
geld te hebben om te dwangsom te kunnen betalen. De zitting gaat ook
over de weigering door de toenmalige staatssecretaris van OCW om het
complex Sankt Ludwig af te voeren van de lijst met beschermde
monumenten. De stichting had gevraagd om het complex van die lijst af
te halen, omdat zij het complex wil slopen. De staatssecretaris vindt
dat de redenen waarom het complex als rijksmonument is aangewezen, nog
steeds overeind staan en wil daarom Sankt Ludwig niet van de lijst
halen. Volgens de stichting verdient het complex de status van
rijksmonument niet (meer), omdat het geen 'Kulturkampfkloster' is. Dit
zou blijken uit het Festschrift uit 1909. De stichting komt zowel tegen
de dwangsom in hoger beroep als tegen de weigering om het complex van
de lijst met beschermde monumenten te halen. (zaaknummers 201101486/1
en 201101572/1)
Zitting over de sluiting door de burgemeester van Heerlen van
coffeeshop The Brothers aan de Heerlerbaan in Heerlen. De burgemeester
heeft de coffeeshop voor een periode van drie maanden gesloten, omdat
twee keer binnen een jaar was geconstateerd dat de coffeeshop meer dan
500 gram handelsvoorraad had. De twee kilo hennep die in de auto van de
exploitant was aangetroffen, is daarbij meegerekend. De exploitant is
het niet eens met de tijdelijke sluiting en is daartegen in hoger
beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State. De rechtbank in Maastricht verklaarde in juni 2011 een eerder
beroep van de exploitant ongegrond, omdat naar haar oordeel een directe
relatie bestaat tussen de coffeeshop en de auto, en de drugs in de auto
dus ook tot de handelsvoorraad behoort. In afwachting van een
definitieve uitspraak op zijn hoger beroep, verzoekt de exploitant de
Raad van State de sluiting voorlopig te schorsen. (zaaknummer
201106717/2)
14.00 uur
Zitting over de weigering door het college van gedeputeerde staten van
Zeeland om een zogenoemde verklaring van geen bezwaar af te geven voor
grootschalige detailhandel in een 'leisurecenter' aan de Koegorsstraat
in Terneuzen. European Leisure Center had in 2007 om de verklaring
gevraagd. Zo'n verklaring van geen bezwaar is een voorwaarde om een
bouwvergunning en vrijstelling bij het college van burgemeester en
wethouders van Terneuzen te kunnen krijgen. European Leisure Center wil
namelijk naast een skipiste, ook een sportzaak, een bouwmarkt en een
meubel- en elektronicawinkel in het leisurecenter vestigen. Voor de
skipiste was in 2006 al een verklaring van geen bezwaar afgegeven, maar
het provinciebestuur heeft in 2007 geweigerd toestemming te geven voor
de detailhandelsactiviteiten. Volgens het provinciebestuur is
detailhandel alleen toegestaan in winkelgebieden in het centrum. Het
leisurecenter aan de Koegorsstraat voldoet daar niet aan, aldus het
provinciebestuur. ING Winkels Bewaar Maatschappij, ING Dutch Retail
Fund en DRET Master Fund uit Den Haag zijn het niet eens met de
weigering en kwamen daartegen eerder in beroep bij de rechtbank in
Middelburg. Volgens hen heeft het provinciebestuur al in 2006
toestemming gegeven voor detailhandelactiviteiten, zodat de weigering
om een verklaring van geen bezwaar af te geven geen juiste beslissing
is. De rechtbank stelde de bedrijven in oktober 2010 in het ongelijk.
Tegen die uitspraak komen zij in hoger beroep bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. (zaaknummer 201011486/1)