G32 reageert op Woonvisie: Eens over het Wat, vragen bij het Hoe

Persbericht van G-32

Het G32-stedennetwerk, het netwerk van 33 grote Nederlandse steden, heeft met gemengde gevoelens gereageerd op de Woonvisie die minister Donner begin juli naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De visie identificeert de juiste problemen en erkent de cruciale rol die gemeenten en woningcorporaties hebben bij het aanpakken ervan. Twijfel komt er bij de effectiviteit van sommige maatregelen en de rol van de banken in het geheel. "We zijn het eens over het Wat, maar ons gaat het ook om het Hoe," vat Jan Hamming de reactie van het G32-Stedennetwerk samen. "Verder willen we kunnen blijven investeren in de wijken en vitale steden. Niet met woorden maar met geld."

De reactie gaat in op vier thema's:
1. Gezond maken van de woningmarkt
2. Zorgen dat corporaties kunnen investeren
3. Stedelijke vernieuwing doorzetten
4. Rekening houden met verschillen tussen regio's en steden.

Het kabinet wil de woningmarkt vlottrekken met een tijdelijke sterke verlaging van de overdrachtsbelasting. Het G32-Stedennetwerk is hier op zich positief over maar de steden vragen zich wel af waarom de maatregel tijdelijk is omdat een structureel effect op de woningmarkt naar verwachting uitblijft. Daarnaast maken de steden zich veel meer zorgen over de rol van de banken. "Zo lang die de handrem houden op de kredietverstrekking, zal de trend niet fundamenteel keren," verwacht Jop Fackeldey, trekker van de G32-werkgroep 'Woningmarkt en positionering corporaties'.
In de huurmarkt zet het kabinet in op 5 procent extra huurverhoging voor hogere inkomens, extra huurpunten in drukke regio's en vooral de verkoop van huurwoningen. "Vraag is of het Rijk zich hier niet rijk rekent," tekent Fackeldey aan. "Want als mensen geen huizen kopen valt er ook niet veel te verdienen. In Amsterdam en Utrecht is de situatie echt anders dan in Lelystad, Enschede, Alkmaar of Heerlen. Wij pleiten voor maatwerk."

Corporaties en gemeenten hebben geld nodig
Woningcorporaties zijn tegenwoordig aan strengere regels gebonden waardoor ze moeilijker geld kunnen 'verdienen'. Daarnaast moeten ze vanaf 2014 een heffing afdragen aan het Rijk van 0,76 miljard Euro - hetgeen betekent dat ze 4.000 euro per woning minder kunnen investeren. Beide maatregelen maken dat ze minder geld overhouden om te investeren. "Het verleden toont aan dat investeren in wijken en mensen loont," zegt Jan Hamming. "Maar het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV)stopt en tegelijkertijd dient de volgende golf van stadsvernieuwing zich aan. Dat wringt." Hamming doelt op de wijken uit de jaren '60 en '70, waar veel particulieren wonen die wel de hypotheek konden betalen, maar niet de reserveringen voor groot onderhoud. Ook hier is maatwerk nodig. Het is merkwaardig dat er voor huurders wel subsidie bestaat (huurtoeslag) terwijl er geen financiële ondersteuning is voor particuliere eigenaren, die niet bij machte zijn hun huis te onderhouden

"De steden zijn nog lang niet klaar," besluit de reactie van de G32. De steden met grote vernieuwingsopgaven zijn vaak ook financieel zwaar geraakt door de gevolgen van de economische crisis. "Rijksgeld kan nét de stimulans bieden die nodig is om het vliegwiel van de woningmarkt weer in beweging te krijgen." Als het ISV stopt, is het belangrijk dat er naar andere financieringsmiddelen wordt gezocht om te investeren in wijken. Na de zomer zal het G32-Stedennetwerk op de visie van de minister terugkomen. In de tussentijd worden nog enkele denktank-bijeenkomsten over de woningmarkt belegd.




Razende Robot Reporter