11 juli 2011
Het kabinet onderschrijft de hoofdlijnen van het advies Werk maken van
baan-baan mobiliteit. Het moet gemakkelijker en normaler worden om van
baan te wisselen. Dat zorgt ervoor dat mensen in die banen terechtkomen
waar ze het best inzetbaar en het meest productief zijn. Het kabinet
vindt evenals de SER dat er een mobiliteitscultuur moet komen en dat er
geïnvesteerd moet worden in de inzetbaarheid van werknemers. Ook steunt
het kabinet de verantwoordelijkheidsverdeling tussen werknemers,
werkgevers en overheid zoals de SER deze voor ogen heeft.
De kabinetsreactie maakt deel uit van de brief over het
`Vitaliteitspakket' die minister Kamp 4 juli 2011 naar de Tweede Kamer
stuurde. Daarin kondigt het kabinet maatregelen aan om oudere
werknemers langer te laten werken.
Cultuur
Werkgevers en werknemers moeten zich meer bewust worden van de
voordelen van mobiliteit. Het kabinet deelt de opvatting van de SER dat
mobiliteit een prominentere rol zou moeten spelen in het
personeelsbeleid van arbeidsorganisaties. Hierbij geldt nadrukkelijk
dat werknemers en werkgevers zelf aan zet zijn. Het kabinet ondersteunt
de beweging naar een cultuur waarin mobiliteit vanzelfsprekend is,
onder andere met communicatie en voorlichting en de inzet van
ESF-middelen. Ook deelt het kabinet het standpunt van de SER dat
bijzondere aandacht nodig is voor de mogelijkheden van ouderen op de
arbeidsmarkt. Met het zogeheten Vitaliteitspakket gaat het kabinet
maatregelen nemen die oudere werknemers en werkgevers financieel
stimuleren aan het werk te gaan, aan het werk te blijven en van baan te
wisselen (mobiliteitsbonus).
Inzetbaarheid
In het SER-advies staan diverse aanbevelingen om te komen tot een
effectievere inzet van scholingsmiddelen van sociale partners en de
overheid. Belangrijk hierbij is volgens de SER dat O&O-fondsen meer
samenwerken om scholing te financieren. Ook het kabinet is van mening
dat intersectorale mobiliteit bevorderd moet worden, omdat er op
termijn sectoren met overschotten aan arbeidskrachten en sectoren met
tekorten zullen ontstaan.
Het kabinet wil per 1 januari 2012 de beschikbare middelen om de
inzetbaarheid van mensen te vergroten, uitsluitend inzetten voor mensen
met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Het kabinet geeft aan dat
het aan cao-partijen en bedrijven zelf is om met ontslag bedreigde
werknemers van werk naar werk te begeleiden, eventueel met
ondersteuning door mobiliteitscentra of private intermediairs.
Facilteiten
De SER doet aanbevelingen gericht op versterking van faciliteiten die
mensen ondersteunen bij wisseling van baan. In dat kader wijst het
kabinet op de fundamentele wijziging die het dienstverleningsconcept
van het UWV WERKbedrijf zal ondergaan De dienstverlening door het UWV
wordt versoberd en gemoderniseerd en moet een besparing van ongeveer 50
procent van het huidige budget opleveren. De eigen verantwoordelijkheid
van werkzoekenden, werknemers en werkgevers staat voorop en de overheid
dient vooral als vangnet. Voor het UWV is een belangrijke rol weggelegd
om te zorgen voor een transparante arbeidsmarkt.
Sociaal-Economische Raad