Miljoenen meisjes in ontwikkelinglanden maken de basisschool niet af
Persbericht van Edukans
EMBARGO TOT 12 JULI 2011, 0.01 uur
Miljoenen meisjes in ontwikkelingslanden hebben slechts 50 procent kans
om tenminste de basisschool af te maken. Er gaan veel meer meisjes naar
school dan tien jaar geleden, maar door armoede, de dreiging van
seksueel geweld en de slechte kwaliteit van het onderwijs, haakt een
groot deel voortijdig af.
Dat blijkt uit een nieuw rapport van de Global Campaign for Education
(GCE) en RESULTS Educational Fund, dat vandaag in Pakistan wordt
gepresenteerd. De auteurs roepen regeringen en internationale
financiële instellingen op meer aandacht te besteden aan gelijke kansen
op onderwijs voor meisjes. Het rapport 'Make it Right, Ending the
Crisis in Girl's Education', is gebaseerd op een analyse van
onderwijscijfers uit 80 lage inkomenslanden. Van de bijna 70 miljoen
kinderen in de wereld, die geen toegang hebben tot onderwijs, is 53
procent meisje; in 2000 was dat nog 60 procent. Meisjes lopen echter
een veel groter ricio om voortijdig van school te gaan dan jongens. In
sommige delen van de wereld maakt slechts 1 op de 10 meisjes de lagere
school af.
Trouwen
Zelfs als er genoeg scholen zijn en onderwijs gratis is, blijken andere
problemen de onderwijsdeelname van meisjes te beïnvloeden. Zoals een
gebrek aan vrouwelijke leerkrachten, of de afwezigheid van (gescheiden)
toiletten. Meisjes uit arme gezinnen worden vaker dan jongens van
school gehaald om de huishouding te doen, op het land te werken of het
vee te hoeden. Als ouders ziek worden, vaak als gevolg van HIV, wordt
vooral van meisjes verwacht dat ze thuisblijven om voor hun broertjes
en zusjes te zorgen. Ook gaan veel meisjes voortijdig van school om te
trouwen.
Volgens GCE en RESULTS doen regeringen van landen als de Democratische
Republiek Congo, Egypte, India, Irak, Nigeria en Pakistan nog te weinig
om het recht op onderwijs van meisjes te garanderen. In veel Afrikaanse
landen maakt ongeveer de helft van de meisjes de basisschool niet af.
Ook in sommige landen in Azië is het voor meisjes moeilijk om onderwijs
te volgen; 41 procent van de meisjes in Pakistan maakt de basisschool
niet af; in India is dat 30 procent.
Minder dan een vijfde
De kansen van meisjes op het afronden van een voortgezette opleiding
zijn nog kleiner. In tweederde van de landen volgen meer jongens dan
meisjes voortgezet onderwijs. Voor de meeste onderzochte landen geldt:
hoe hoger het opleidingsniveau, des te kleiner het percentage
vrouwelijke studenten. In de meeste Afrikaanse landen is minder dan een
derde van de studenten op de universiteit vrouw; in Congo en
Afghanistan is dat nog minder dan 20 procent.
Enorme achterstand
Het is niet verwonderlijk dat vrouwen wereldwijd nog steeds een enorme
onderwijsachterstand hebben. Van de ca. 774 miljoen volwassen
analfabeten in de wereld is tweederde vrouw. In landen als Ethiopië,
Burkina Faso, Mali en Niger, kan nog geen kwart van de vrouwen lezen;
in Bangladesh, Pakistan, Marokko, Jemen en Mauretanië is de helft van
de volwassen vrouwen analfabeet.
Volgens het GCE en RESULTS-rapport is deze enorme ongelijkheid niet
alleen een schending van het recht op onderwijs van miljoenen meisjes
en vrouwen, het heeft ook ingrijpende sociale en economische gevolgen.
Uit tal van onderzoeken is gebleken dat onderwijs voor meisjes de
sleutel is voor een betere gezondheid van moeders en kinderen, kleinere
gezinnen en economische groei. Vrouwen die onderwijs hebben gevolgd,
trouwen later en hebben minder en gezondere kinderen. Uit een recent
onderzoek in 175 landen blijkt dat de helft van de daling van de
kindersterfte sinds 1970, is toe te schrijven aan het verbeterde
opleidingsniveau van vrouwen. Ander onderzoek wijst uit dat een jaar
extra basisschool het loon dat een meisje later verdient verhoogt met
10 tot 20 procent.
Goede voorbeelden
Volgens GCE en RESULTS moet het aanpakken van de achterstand van
meisjes prioriteit krijgen binnen het onderwijsbeleid. Ze bepleiten
extra maatregelen zoals gratis voortgezet onderwijs voor meisjes, het
veiliger maken van scholen, het opleiden van meer vrouwelijke
leekrachten en bestrijding van discriminerende praktijken in de klas,
stigmatisering en stereotypering van meisjes. Het rapport geeft goede
voorbeelden uit landen waar het regeringen wel lukt om de
onderwijsdeelname van meisjes aanzienlijk te verbeteren, zoals
Jordanië, Senegal, Tanzania, Tunesië, Mali en Bangladesh.
De Global Campaign for Education (GCE) is een wereldwijde coalitie van
internationale NGO's en onderwijsnetwerken en -vakbonden in meer dan
100 landen. GCE-Nederland bestaat uit Edukans, Oxfam Novib, ICCO, Save
the Children, de Algemene Onderwijsbond en CNV Onderwijs.
Het rapport is - onder embargo tot 12 juli 2011 - te downloaden op de
site:
Links:
http://www.globalcampaignforeducation.nl/informatie-voor-pers
Razende Robot Reporter