Eerste resultaten onderzoek fijn stof IJmond bekend
13 juli 2011 -
De eerste twee fases van het onderzoek naar fijn stof in de regio
IJmond zijn afgerond. Hieruit blijkt dat Tata de grootste lokale bron
van fijn stof is in de IJmond.
De hoogste concentratie fijn stof bevindt zich op het Tata-terrein zelf
en neemt daarbuiten snel af. De invloed van andere lokale bronnen als
het wegverkeer, scheepvaart, landbouw en andere industrie zijn
marginaal.
Het onderzoek naar de concentratie fijn stof in de IJmond heeft meer en
betere gegevens opgeleverd dan eerder voor handen waren. Door het te
meten gebied te verdelen in vlakken van 100 x 100 meter (in plaats van
het eerder gebruikte 1 x 1 kilometer), ontstaat er een gedetailleerder
beeld waar de verontreiniging zich bevindt. Hierdoor kunnen in de
toekomst gerichter maatregelen genomen worden, die de bron direct
aanpakken. In fase drie van het onderzoek wordt bekeken of maatregelen
noodzakelijk zijn en welke maatregelen de uitstoot van fijn stof verder
kunnen terugdringen. Naar verwachting is dat in het najaar van 2011
bekend.
Lokale bronnen
Het `Vervolgonderzoek fijn stof emissies IJmond' is één van de vier
onderzoeken die is ingesteld naar aanleiding van het RIVM-rapport
`Wonen in de IJmond ongezond?' (sept. 2009). In de eerste twee fases
van dit vervolgonderzoek is onder andere gekeken naar de lokale bronnen
van fijn stof (zowel regionaal als op het Tata-terrein) en het effect
van eerder genomen en/of voorgeschreven maatregelen.
Onderzoek
Het onderzoek is ingesteld door de provincie Noord-Holland en de
Milieudienst IJmond, de uitvoering van het onderzoek is gedaan door de
Milieudienst Rijnmond (DCMR). Het onderzoek en een toelichting vindt
u op deze website en op www.milieudienst-ijmond.nl.
---
Provincie Noord-Holland