Provincie Noord-Holland

Gedeputeerde Staten: Communicatie over integriteit moet beter

13 juli 2011 -

Provincieambtenaren die werkten aan de projecten Wieringerrandmeer en Bloemendalerpolder hebben zich niet schuldig gemaakt aan niet-integer of onrechtmatig handelen.

Gedeputeerde Staten (GS) noemen deze conclusie van het forensisch onderzoeksbureau IRS verheugend. Als "pijnlijk" bestempelt het college de constatering van de onderzoekers dat dit vooral de verdienste lijkt van die ambtenaren zelf, en niet van de werking van het provinciale integriteitsbeleid en van het bestuur. Volgens GS heeft de interne communicatie over integriteit veel te wensen overgelaten. Het college stelt daarom een aantal maatregelen in het vooruitzicht om daar verbetering in te brengen. Omdat bij het onderzoek slechts een beperkt aantal ambtenaren was betrokken, willen GS bovendien door middel van een scan door externe deskundigen een volledig beeld krijgen van de doeltreffendheid van het provinciale integriteitsbeleid.

Naar aanleiding van het onderzoek dat de Rijksrecherche instelt naar de mogelijke betrokkenheid bij corruptie van voormalig gedeputeerde Hooijmaaijers liet de ambtelijke top van de provincie begin 2010 door IRS onderzoeken of ambtenaren die werkten aan de projecten Wieringerrandmeer en Bloemendalerpolder bij eventuele omkoping betrokken zijn geweest. Hoewel daar geen aanwijzingen voor werden gevonden zagen GS voldoende aanleiding tot voortgezet onderzoek naar "de bestuurlijke besluitvormingsprocessen en de verbetermogelijkheden voor de weerbaarheid van de interne organisatie" bij deze projecten. Het IRS-onderzoek in opdracht van het provinciebestuur staat overigens geheel los van het onderzoek van de Rijksrecherche naar de heer Hooijmaaijers. Dat laatste onderzoek is nog niet afgerond.

Het IRS-rapport schetst een "zorgelijk" beeld van de werking van het integriteitsbeleid van de provincie Noord-Holland. "Belangrijk aspect in dezen is de kennelijk bestaande communicatiekloof tussen bestuurders, de toenmalige algemeen directeur en commissaris van de Koningin en de ambtenarenorganisatie." De regels en procedures om integriteit te waarborgen zijn goed. Maar ambtenaren hadden het gevoel dat er teveel naar hen en te weinig naar de bestuurders werd gekeken. Ze voelden zich bovendien niet vrij om mogelijke misstanden te melden en hadden, als ze dat wel deden, het gevoel dat het bestuur die signalen niet oppikte of zelfs toedekte. GS noemen dat fnuikend voor de werking van het integriteitsbeleid. "Onze ambtenaren moeten er van verzekerd zijn dat meldingen van mogelijke integriteitsschendingen geen risico voor hen betekenen, maar juist worden gewaardeerd", zegt het college.

Om de communicatie te verbeteren en het vertrouwen tussen ambtelijk apparaat en bestuur te vergroten zullen volgens GS het college zelf, de ambtelijke top en de leidinggevenden in de organisatie het integriteitsbeleid actiever moeten uitdragen. Daarnaast zal in het vervolg ieder vermoeden van een integriteitsprobleem door de provinciale vertrouwenspersoon aan de commissaris van de Koningin worden doorgegeven. Die zal dan de noodzakelijke acties ondernemen en daarvan persoonlijk verslag doen aan de ambtenaar die de mogelijke integriteitsschending heeft gemeld. In de integriteitsscan die GS laten uitvoeren zal ook de rol en de positie van de vertrouwenspersoon worden meegenomen. De conclusies van het IRS-rapport zullen verder worden besproken met de ambtenaren die aan het onderzoek hebben meegewerkt.
* Rapportage onderzoek provincie Noord-Holland (pdf - 3,33 mb)


* Brief GS aan PS over onderzoek projecten Wieringerrandmeer en Bloemendalerpolder (pdf - 127,5 kb)


---

Zie het origineel