Dienstenbond CNV

Nieuws

13 juli 2011

CNV stelt drie voorwaarden bij pensioenakkoord

"Een stap voorwaarts in de pensioendiscussie!"

Na intensieve ledenraadplegingen kiest het Algemeen Bestuur van het CNV
- duidelijk met voorbehoud - vóór het pensioenakkoord. Het voorbehoud is geformuleerd in de vorm van een drietal `mitsen', die samen een opdracht vormen aan kabinet, werkgevers en werknemersorganisaties zelf. Jaap Smit, voorzitter van het CNV: "Het CNV-besluit is een stap voorwaarts in de pensioendiscussie."

Het pensioenakkoord van 2010 is steeds uitgangspunt geweest voor de CNV-leden. De leden snappen dat we gezien de demografische ontwikkelingen niet anders kunnen dan langer doorwerken. En dat het onhoudbaar is voor pensioenfondsen om de huidige zekerheid te blijven bieden naar deelnemers. Een groot deel van de CNV-achterban vindt dat de vakbeweging verantwoordelijk moet blijven voor het pensioendossier. Verder zijn de CNV-leden tevreden dat met dit pensioenakkoord de zogenoemde `greep uit de pensioenkas' niet meer mogelijk is. Smit: "En ze zijn blij dat de mogelijkheid open blijft om aan de cao-tafel het pensioen op te plussen."

De CNV-leden zien dat pensioen en beleggen bij elkaar horen, maar dat dit niet zonder risico is. Het is dan ook logisch dat er geen zekerheid wordt geëist, die er al nooit was. Buffers en reserves zijn belangrijke onderdelen in dit akkoord. Dat neemt niet weg dat pensioenfondsen volgens het Algemeen Bestuur van het CNV steeds alert moeten blijven hoe de beleggingsopbrengst verdeeld moet worden tussen generaties.

Eerlijke verdeling over generaties

De nieuwe pensioenssystematiek moet geen onevenredig beroep doen op de solidariteit tussen generaties. Duidelijk moet zijn dat jong niet onevenredig veel meer voor de pensioenen van oudere generaties betaalt. Het CNV zal zich in de verschillende pensioenfondsbesturen hard maken voor een rechtvaardige verdeling tussen jong en oud en zal daar de eigen pensioenfondsbestuurders scherp op houden. Daarnaast wil het CNV de komende tijd bezien hoe een eerlijke verdeling tussen jong en oud gegarandeerd kan worden door een eerlijke rekenrentesystematiek in het nieuwe financieel toezichtkader.

Smit: "Dat geldt zowel voor de verantwoordelijkheid dat te snel uitkeren van beleggingsopbrengsten problemen kan opleveren voor jongere generaties, terwijl het CNV tegelijkertijd ook de huidige gepensioneerden een waardevaste uitkering gunt." Het CNV wil dit punt de komende tijd goed uitgewerkt zien.

Aanwijsbare verhoging arbeidsparticipatie 55-plussers

Het tweede cruciale punt voor het CNV is dat er ook daadwerkelijk een hoger percentage 55-plussers aan het werk komt. In de beleidsagenda (onderdeel pensioenakkoord wat met werkgevers en vakbeweging is overeengekomen) wordt als doel gesteld dat `hetzelfde percentage onder de 55-jaar als boven de 55-jaar dat in 2020 aan het werk is'. Het CNV wil dat hierover concrete afspraken worden gemaakt in cao's, met werkgevers, en dat dit ook jaarlijks wordt geïnventariseerd. Insteek daarbij is dat in bedrijven en bedrijfstakken zowel pensioenafspraken als tegelijkertijd participatieafspraken worden gemaakt. Het een kan niet zonder het ander. Smit: "Ons Algemeen bestuur stelt dat de afspraken binnen de Stichting van de Arbeid dus nooit vrijblijvend kunnen zijn voor werkgevers en overheid."

Vervroegde uittreding voor zware beroepen en groot aantal dienstjaren

Verder blijkt uit de peilingen dat langer doorwerken geen algemeen geldend onoverkomelijk issue meer is. Maar het derde punt van de CNV-leden is de zware beroepen. Smit: "De CNV-bonden erkennen het probleem van de werknemers met zware beroepen. En dat is tevens het laatste voorbehoud wat het CNV op tafel legt." Het Kabinet zal gestand moeten doen aan de uitkomst van het akkoord van 2010. Dat betekent dat mensen met een zwaar beroep, gekoppeld aan een groot aantal dienstjaren en een laag salaris, uit moeten kunnen treden op 65 jaar met een AOW-uitkering die gelijkwaardig is aan de AOW-uitkering van vandaag op 65 jaar (geïndexeerd via AOW-verhoging). Tegelijkertijd zal dan ook de levensloopregeling een vrije keuze moeten kunnen blijven voor werknemers, wanneer en hoe zij daar gebruik van maken.

Smit:"De komende periode zal spannend worden. Het CNV ziet hoe het kabinet omgaat met de crisis. Waarbij voor het CNV nog steeds het eigen politieke manifest voorop staat: dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Dat geldt voor het pensioen en voor al het andere wat in onze samenleving gebeurt."