Ingezonden persbericht


Den Haag, 13 juli 2011 Vragen van de leden Eijsink en Timmermans (beiden PvdA) over de artikelen 'Kerntaak infanterist is vechten' en 'Officieren: we waren te passief. Nederland heeft militaire kansen laten liggen in Uruzgan' (de Volkskrant 13 juli 2011)

aan de minister van Defensie


1.
Bent u bekend met de artikelen 'Officieren: we waren te passief Nederland heeft militaire kansen laten liggen in Uruzgan' en 'Kerntaak infanterist is vechten' (de Volkskrant 13 juli 2011)?


2.
Bent u van mening dat de voorgestelde terugkeer naar het militaire vak (focus op gevechtstaken) botst met de 3D benadering? Zo ja, kunt u uiteenzetten hoe het Nederlandse beleid ten aanzien van de 3D benadering zal veraderen? Zo nee, waarom is dit niet het geval?


3.
Onderschrijft u de mening van de Nederlandse officieren vereniging dat er in Uruzgan militaire kansen zijn blijven liggen doordat er te passief opgetreden is? Zo ja, om welke kansen gaat het?


4.
Heeft de krijgsmacht in Afghanistan gebruik gemaakt van opdracht gericht leiderschap of heeft een verschuiving plaatsgevonden naar restrictief leiderschap?


5.
Klopt het dat de Australische commandant toentertijd in de samenwerking met de Nederlandse commandant heeft aangegeven dat een offensiever optreden nodig was ten einde tot resultaten te komen?


6.
Klopt het dat de Australische special forces niet onder de Nederlandse commandostructuur zijn geplaatst vanwege de eerder genoemde restrictieve houding van de Nederlanders?