Rijksoverheid


15 juli 2011

Kamervragen over het wederom grootschalig afschot van zwijnen op de Veluwe

Geachte Voorzitter, Hierbij geef ik antwoord op vragen van het lid Thieme (PvdD) over het Wederom grootschalig afschot van zwijnen op de Veluwe (ingezonden op 6 juli 2011, onder nummer 2011Z15175).


1 Bent u bekend met het plan van provincie Gelderland om dit jaar tweederde van de zwijnen op de Veluwe af te schieten?1 Ja. 2 Weet u op basis van welke informatie de Faunabeheereenheid tot het besluit is gekomen dat afschot van deze omvang noodzakelijk is? Zo ja, hoe dan? 3 Onderschrijft u dat een afschotcijfer gebaseerd op tellingen niet nauwkeurig is en alleen een indicatie geeft van de minimale stand?2 4 Onderschrijft u dat op basis van de gegevens in het Jaarverslag april 2010 - maart 2011 van de Vereniging Wildbeheer Veluwe waaruit blijkt dat de sterfte afgelopen jaar 4.236 zwijnen betrof en de winterstand 2.050 zwijnen was, er dus een aanwas van 206% was, dus 6-7 biggen per zeug? Zo ja, kunt u aangeven wat de wetenschappelijke verklaring is voor het structureel toenemen van de worpgroottes ook in relatie tot massale afschot? Zo neen, waar baseert u dat op?

http ://www.gelderland.nl/smartsite.dws?id= 18038 Groot Bruinderink, G.W.T.A.; Lammertsma, D.R.; Jagers op Akkerhuis, G.A.J.M.; Ozinga, W.; Stumpel, A.H.P.; Baveco, J.M.; Waal, R.W. de (2009) Ex ante evaluatie van maatwerk beheer van wilde zwijnen. Alterra nr 1944

9 Deelt u de mening dat wanneer de uitvoering en het toezicht bij dezelfde organisatie ligt transparantie en onafhankelijkheid in het geding komen? Zo ja, bent u bereid regelgeving op te stellen om deze taken met betrekking tot het faunabeleid te scheiden? Zo neen, waar baseert u dat op? Beleid en uitvoering ten aanzien van faunabeheer en schadebestrijding is de verantwoordelijkheid van gedeputeerde staten van de provincie. Dat geldt ook voor de wijze waarop zij invulling geven aan het toezicht daarop. Ik ben niet voornemens op rijksniveau hieraan eisen te stellen. 5 Onderschrijft u dat niet het aantal zwijnen maar het gedrag van de dieren bepalend is voor de vraag of er sprake is van overlast? Zo ja, onderschrijft u dat beheer gericht op het bereiken van een doelstand dus geen oplossing is? Het gedrag van wilde zwijnen wordt mede bepaald door de aantallen wilde zwijnen. Zie voor het overige mijn antwoord op vraag 7 van eerdere vragen van uw Kamer over dit onderwerp (Tweede Kamer , vergaderjaar 2010-2011, aanhangsel 863). 6 Deelt u de mening dat verstoring door jacht bijdraagt aan de overlast doordat de dieren vluchtgedrag vertonen en zich niet meer veilig voelen in hun eigen leefgebied? Zo ja, op welke wijze kan grootschalig afschot dan een oplossing vormen? Zo neen, waar baseert u dat op? Nee, overlast door wilde zwijnen wordt veroorzaakt doordat de wilde zwijnen, in aanvulling op het natuurlijk voedselaanbod in de vorm van mast, op zoek zijn naar dierlijke eiwitten. Deze bevinden zich onder andere in de vorm van larven van insecten in grasvelden en tuinen. Wilde zwijnen zijn dieren met een sterk opportunistisch karakter en hebben inmiddels ontdekt dat er zich binnen de bebouwde kom bronnen van deze dierlijke eiwitten bevinden. Voor het overige verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 5. 7 Onderschrijft u dat het voorkomen van zwijnen in Epe niet simpelweg met afschot is tegen te gaan, maar dat het zinvoller is te kijken naar de mogelijke oorzaken waardoor ze naar de bebouwde kom trekken en hierop bronbeleid te formuleren? Zo ja, bent u bereid hier bij de provincie op aan te dringen?Zo neen, waarom niet? Zie mijn antwoord op vraag 2 van eerdere vragen van uw Kamer over dit onderwerp (Tweede Kamer, vergaderjaar 2009-2010, aanhangsel 2545). 8 Op welke wijze wordt het voeren van zwijnen tegengegaan en wat voor sanctiebeleid wordt er gevoerd bij overtreding? Zijn er de afgelopen jaren boetes of straffen opgelegd voor het (bij)voeren van zwijnen? Zo ja, hoeveel? Zo neen, bent u bereid de regelgeving en handhaving hierop aan te scherpen?

Zie mijn antwoord op vraag 6 en 7 van eerdere vragen van uw Kamer over dit onderwerp (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, aanhangsel 3029).

dr. Henk Bleker

Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie