Raad van State


Mediagevoelige uitspraken Mediagevoelige uitspraken

Wekelijks doet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de woensdagen in een groot aantal zaken een uitspraak. De persvoorlichters van de Raad van State maken op maandag een selectie van de uitspraken die interessant kunnen zijn voor de media. Deze selectie vindt u op deze pagina en wordt iedere maandag om 14.00 uur vernieuwd. Een overzicht van alle uitspraken die op de woensdag worden gedaan, staat in de rubriek Hoofdzaken.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van de Raad van State.

Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur de volledige tekst van deze uitspraken lezen.

12 uitspraken gevonden pagina: 1 2
1. 200905214/1/M2
datum van uitspraak: woensdag 20 juli 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Tracé en wegverbreding
inhoudsindicatie:

(Tracébesluit Sporen in Utrecht, deeltracé Utrecht Centraal - Houten) Uitspraak over de vaststelling door de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat van het tracébesluit 'Sporen in Utrecht, deeltracé Utrecht Centraal - Houten'. Volgens de minister kampt het spoor rond Utrecht met een gebrek aan capaciteit, waardoor het spoor het gewenste grotere aantal spoorbewegingen rond Utrecht Centraal niet aankan. Daarom is in en rond Utrecht uitbreiding van het spoor nodig. Het tracébesluit maakt dat mogelijk. Tussen Utrecht Centraal en Utrecht Lunetten worden de bestaande vier sporen uitgebreid naar zes of acht sporen en tussen Utrecht Lunetten en Houten komen vier sporen in plaats van de huidige twee. Ook maakt het besluit de bouw van een nieuw station Utrecht Vaartsche Rijn mogelijk en kan station Utrecht Lunetten worden verplaatst. Het Bewoners Overleg Lunetten en een aantal inwoners van Utrecht zijn tegen het tracébesluit in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De bewoners vrezen vooral geluids- en trillinghinder door de uitbreiding van het spoor. Zij zijn het er niet mee eens dat het spoor dichter bij hun woningen komt te liggen. Bovendien zou het geluidsonderzoek op verkeerde uitgangspunten zijn gebaseerd en zou geen rekening zijn gehouden met de cumulatie van geluid van de A27 en de HOV-baan. Verder zijn de berekeningen naar het trillingsniveau en de trillingssterkte van het spoor niet goed berekend, aldus de bewoners. Volgens de bewoners leidt het besluit tot meer trillingoverlast, terwijl in milieuregels zou zijn bepaald dat de trillinghinder niet mag toenemen. Ten slotte twijfelen zij of de ondergrondse keerwand toereikend is om deze trillingsoverlast tegen te gaan. De Raad van State heeft de zaak op 28 april jl. op zitting behandeld.
2. 200905603/1/M3
datum van uitspraak: woensdag 20 juli 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen Friesland
inhoudsindicatie:

(Bestemmingsplan voor bedrijventerrein Newtonpark IV van de gemeente Leeuwarden) Uitspraak over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten van Fryslân van het bestemmingsplan 'Leeuwarden-Bedrijventerrein Newtonpark IV (fase 1 en 2)' van de gemeente Leeuwarden. Het plan maakt de aanleg mogelijk van ongeveer 27 hectare nieuw bedrijventerrein. De Vereniging Milieudefensie vindt dat het provinciebestuur een zogenoemd milieueffectrapport had moeten opstellen om de gevolgen voor het milieu in kaart te brengen. Zij vindt dat dit moet gebeuren, omdat het bedrijventerrein deel uitmaakt van een groter bedrijventerrein. Ook vindt de milieuorganisatie dat het provinciebestuur het plan niet had mogen goedkeuren zolang er nog geen duidelijkheid is over de verlegging van Rijksweg 31, de zogenoemde Haak om Leeuwarden. Verder is er geen behoefte aan extra bedrijventerrein, aldus de milieuorganisatie. Daarnaast vreest zij dat het leefgebied van weidevogels door de komst van het terrein zal worden aangetast en dat de populatie weidevogels daardoor zal dalen. Ten slotte had het provinciebestuur meer onderzoek moeten doen naar de trekroutes van vleermuizen in het gebied, aldus Milieudefensie. Daarom is zij tegen het provinciale goedkeuringsbesluit in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de zaak op 10 maart jl. op zitting behandeld.
3. 200908736/1/M2
datum van uitspraak: woensdag 20 juli 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Tracé en wegverbreding
inhoudsindicatie:

(Tracébesluit A12 Waterberg-Velperbroek) Uitspraak over de vaststelling door de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat van het tracébesluit A12 Waterberg-Velperbroek. Het besluit maakt in beide richtingen de aanleg van een extra rijstrook mogelijk tussen de knooppunten Waterberg en Velperbroek. Daardoor komen er 2x3 rijstroken beschikbaar. Volgens de minister is dit noodzakelijk om de steeds toenemende drukte op de A12 het hoofd te bieden. Met de wegverbreding wordt de capaciteit van de weg vergroot en wordt de doorstroming van het verkeer en de bereikbaarheid van de regio verbeterd, aldus de minister. Dit project maakt deel uit van de zogenoemde 'Spoedaanpak Wegen' die toenmalig minister Eurlings in 2009 lanceerde en waarmee hij dertig hardnekkige knelpunten in het Nederlandse wegennet versneld wilde aanpakken. De gemeentebesturen van Arnhem en Rheden, de gemeenteraad van Rozendaal, de Stichting Duurzame A12 en een aantal inwoners uit Arnhem, Velp en Rozendaal zijn het niet eens met het besluit en zijn daartegen in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij twijfelen aan de juistheid van de verkeersprognoses waarvan de minister is uitgegaan. Volgens hen moesten eerdere verkeersprognoses altijd worden bijgesteld. Zij vrezen dat ook dit keer is uitgegaan van te lage prognoses. Ook zou de minister de (extra) geluidsbelasting van de verbrede weg onjuist hebben berekend. Een aantal inwoners voegt daaraan toe dat de minister niet alleen gebruik had moeten maken van berekeningen, maar ook daadwerkelijk geluidsmetingen bij hun woningen had moeten doen. Verder had de minister meer geluidwerende voorzieningen moeten treffen. Ten slotte zou de wegverbreding leiden tot een verslechtering van de luchtkwaliteit. De Raad van State heeft de zaak op 17 mei jl. op zitting behandeld.
4. 200909931/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 20 juli 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep - Overige
inhoudsindicatie:

(Weigering door burgemeester Alkmaar van exploitatievergunning voor 92 prostitutieramen op Achterdam) Uitspraak over de weigering door de burgemeester van Alkmaar om een nieuwe exploitatievergunning te verlenen voor 92 prostitutieramen op de Achterdam in Alkmaar. Ook wil de burgemeester dat de ramen worden gesloten. De burgemeester heeft de vergunning geweigerd op grond van de Wet Bibob (Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur). Het Landelijk Bureau Bibob heeft de burgemeester geadviseerd om de nieuwe vergunning niet te verlenen, omdat de verschillende panden op de Achterdam zouden zijn gekocht met crimineel geld, waaronder een deel van het losgeld dat is betaald bij de ontvoering van Heineken in 1983. De exploitant zou in een zakelijk samenwerkingsverband staan met de eigenaren van de panden die op hun beurt verdacht worden van witwassen en heling. De exploitant en de eigenaren van de panden kwamen eerder in beroep bij de rechtbank in Alkmaar. Die oordeelde in november 2009 dat er onvoldoende bewijs was om de exploitant op grond van het Bibob advies een nieuwe vergunning te weigeren. Er was naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen dat de panden waren gekocht met crimineel geld, het zou slechts gaan om een vermoeden. De rechtbank droeg de burgemeester daarom op om opnieuw de bezwaren van de exploitant en de eigenaren te bekijken. De burgemeester is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en is daartegen in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ook de eigenaren en de exploitant van de ramen zijn in hoger beroep gekomen. Zij vinden dat de burgemeester de vergunning alsnog moet verlenen. De burgemeester heeft na de uitspraak van de rechtbank het Bureau Bibob gevraagd om aanvullend onderzoek te doen naar de prostitutieramen. In oktober 2010 maakte de burgemeester bekend dat hij op basis van dit nieuwe Bibob advies bij zijn eerdere besluit bleef om de vergunning te weigeren. Ook over dit nieuwe besluit gaat de uitspraak van de Raad van State. Die heeft de zaak op 21 en 23 maart jl. op zitting behandeld.


5. 201003174/1/R2
datum van uitspraak: woensdag 20 juli 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Natuurbescherming
inhoudsindicatie:

(Aanwijzing gebied 'Ketelmeer en Vossemeer' als Natura 2000-gebied) Uitspraak over de aanwijzing door de toenmalige minister van LNV van het gebied 'Ketelmeer en Vossemeer' als zogeheten 'speciale beschermingszone' volgens de Europese Vogelrichtlijn. De Europese Unie wil de biodiversiteit in Europa beschermen met Natura 2000. Dat is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. In het aanwijzingsbesluit van de minister staat welke vogelsoorten in het desbetreffende gebied voorkomen en bescherming moeten krijgen. Het gaat in dit gebied onder meer om de grote karekiet, verschillende eendsoorten, de porseleinhoen en de toendrarietgans. Het besluit bevat ook de doelstellingen om het gebied uit te breiden en de kwaliteit daarvan te verbeteren. Het Natura 2000-gebied 'Ketelmeer en Vossemeer' bestaat uit een uitgestrekt zoetwatermeer, zand- en modderbanken en moerasvegetatie. Kenmerk van het gebied, dat bijna 4.000 hectare groot is, is dat het geleidelijk overgaat van water naar land. Het college van burgemeester en wethouders van Kampen, het college van burgemeester en wethouders van Noordoostpolder en een maatschap uit Kampen zijn tegen het aanwijzingsbesluit in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het gemeentebestuur van Kampen is het niet eens met de begrenzing van het gebied. Het vindt dat daarbij te weinig rekening is gehouden met het masterplan IJsseldelta Zuid, waarin maatregelen staan om de afvoercapaciteit van de IJssel te verbeteren. De eigenaren van een veehouderij vrezen dat zij hun bedrijf in de toekomst niet kunnen uitbreiden. Hierdoor zouden hun toekomstplannen onzeker worden. Het gemeentebestuur van Noordoostpolder vindt dat de minister te weinig rekening heeft gehouden met de belangen van burgers, ondernemers en lokale overheden. Verder leidt de aanwijzing volgens de gemeente ertoe dat de economie in de regio stagneert en dat de agrarische en recreatieve sectoren nadelige gevolgen hiervan zullen ondervinden. De Raad van State heeft de zaak op 10 juni jl. op zitting behandeld.
6. 201004150/1/R3
datum van uitspraak: woensdag 20 juli 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen Friesland
inhoudsindicatie:

(Bestemmingsplan 'Herziening Buitengebied 2004' van de gemeente Gaasterlân-Sleat) Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Gaasterlân-Sleat van het bestemmingsplan 'Herziening Buitengebied 2004'. Een inwoner van Oudemirdum is tegen het plan in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hij wil graag meer uitbreidingsmogelijkheden voor zijn agrarische perceel aan de Skouleane. LTO Noord is ook tegen de herziening van het plan in beroep gekomen. De LTO is het vooral niet eens met de bouwhoogte van 3,5 meter die in het plan is opgenomen voor agrarische bedrijfsgebouwen. Deze zou te laag zijn omdat veel laad- en loswagens hoger zijn dan vroeger. De vereniging van eigenaren Lutsmond Noord vindt dat het gemeentebestuur beter had moeten onderzoeken of de wachthaven kan worden veranderd in een passantenhaven. Volgens hen is een passantenhaven niet mogelijk, omdat het bestemmingsplan niet de voorzieningen treft die daarvoor nodig zijn. Ten slotte maakt het plan een boomkwekerij mogelijk en de bouw van een bedrijfsloods en een plantenkas aan de Hege Bouwen in Nijemirdum. Twee omwonenden en de stichting Gaasterlân Natuerlân zijn het daar niet mee eens. De bewoners voeren aan dat zij door de loods en de kas volledig worden ingebouwd. Van privacy, rust en uitzicht is geen sprake meer, zo vrezen zij. Ook zou de boomkwekerij niet ingepast kunnen worden in het landschap. Volgens de stichting is er geen 'ruimtelijke onderbouwing' voor het besluit om op deze plek een boomkwekerij toe te staan. Zie ook de uitspraak met zaaknummer 201007340/1 die de Raad van State eveneens op 20 juli 2011 openbaar maakt. Die uitspraak gaat over de bouwvergunning voor de loods en de kas. De twee bewoners zijn eerder bij de rechtbank in beroep gegaan tegen deze vergunning. Die oordeelde in juni 2010 dat het gemeentebestuur van Gaasterlân-Sleat beter had moeten motiveren waarom de vergunning kon worden verleend. Tegen die uitspraak zijn de eigenaar van de kwekerij en het gemeentebestuur in hoger beroep gekomen bij de Raad van State. Die heeft beide zaken op 27 mei jl. op zitting behandeld.
7. 201006630/1/R3
datum van uitspraak: woensdag 20 juli 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen Noord-Brabant
inhoudsindicatie:

(Bestemmingsplan 'Golfbaan Cromvoirt' van de gemeente Vught) Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Vught van het bestemmingsplan 'Golfbaan Cromvoirt'. Het plan maakt de aanleg van een 18-holes golfbaan mogelijk in het buitengebied van Vught ten noorden van Cromvoirt, op de locatie van een voormalige veehouderij. Een aantal inwoners van de gemeente is tegen het plan in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zij vrezen aantasting van hun woongenot en geluidsoverlast door de toename van verkeer van en naar de golfbaan. Bij de verkeersberekeningen zou het gemeentebestuur onterecht geen rekening hebben gehouden met een zelfstandig golfoefencentrum, waarvan ook niet-leden gebruik kunnen maken. Ook is het bezwaar dat het afslaggebouw en het clubgebouw te hoog zijn en daarom niet passen in de omgeving. De Raad van State heeft de zaak op 28 juni jl. op zitting behandeld.
8. 201008702/1/R2
datum van uitspraak: woensdag 20 juli 2011
proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig
rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen Utrecht
inhoudsindicatie:

(Bestemmingsplan 'MFA Bisonspoor' van de gemeente Maarssen) Uitspraak over de vaststelling door de gemeenteraad van Maarssen van het bestemmingsplan 'MFA Bisonspoor'. Het bestemmingsplan maakt de bouw mogelijk van een multifunctionele accommodatie, waarin onder meer een zwembad, een sporthal, een bibliotheek en een jongerencentrum komen. Ook maakt het plan woningbouw mogelijk. Een inwoner van Maarssen is het niet eens met het plan. Naar zijn mening had het gemeentebestuur een uitgebreid onderzoek moeten doen naar de milieugevolgen van het plan voor de omgeving. Het zou volgens hem vooral gaan om de gevolgen van de bezoekers voor de flora en fauna in het gebied, en in het bijzonder de vleermuizen in het gebied. Daarom is hij tegen het plan in beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Een andere inwoner van Maarssen heeft ook bezwaren tegen het plan. Hij is het niet eens met de plaats en hoogte van één van de nieuwe gebouwen. Verder is volgens hem niet ingegaan op de toezegging die de gemeente zou hebben gedaan en is niet gereageerd op brieven die hij aan de gemeente heeft gestuurd. De Raad van State heeft de zaak op 14 juni jl. op zitting behandeld.


9. 201009068/1/H2
datum van uitspraak: woensdag 20 juli 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep - Onderwijs
inhoudsindicatie:

('De Koers' in Beverwijk: wel of geen school volgens de Leerplichtwet?) Uitspraak over het advies van de inspectie van het onderwijs om 'De Koers' uit Beverwijk niet aan te merken als school. Volgens de inspectie wordt er geen onderwijs gegeven op De Koers. Het advies is bindend voor het gemeentebestuur van Beverwijk en betekent dat aan De Koers de leerplicht niet kan worden vervuld. Als gevolg van het advies voldoen de kinderen die op De Koers zitten niet aan de Leerplichtwet en kunnen hun ouders daarop worden aangesproken door de gemeentelijke leerplichtambtenaar. De Koers is het niet eens met de inspectie van het onderwijs. Volgens De Koers biedt zij als particuliere school basis- en voortgezet onderwijs aan. Kinderen van 4 tot 18 jaar kunnen zich op De Koers op eigen kracht ontwikkelen waarbij veel vrijheid wordt gegeven voor persoonlijke interesses, eigen verantwoordelijkheid en verantwoordelijkheid voor de omgeving, aldus De Koers. Dit onderwijsconcept is afkomstig uit de Verenigde Staten. De rechtbank in Haarlem boog zich in augustus 2010 eerder over deze zaak. Naar het oordeel van de rechtbank is er beleid vastgesteld aan de hand waarvan de inspectie van het onderwijs moet beoordelen of een school voldoet aan de Leerplichtwet. De inspectie heeft haar advies niet conform het beleid vastgesteld, aldus de rechtbank. Er heeft geen feitenvaststelling plaatsgevonden met toepassing van de zogenoemde 'Handelwijzen bij het uitbrengen advies primair onderwijs en voortgezet onderwijs'. Daarom heeft de rechtbank het beroep van De Koers gegrond verklaard. Toch heeft de rechtbank de 'rechtsgevolgen van het bindende advies in stand gelaten', omdat De Koers geen medewerking heeft verleend aan een onderzoek van de inspectie. Zowel de inspectie van het onderwijs als De Koers is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en is hiertegen in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De inspectie stelt zich op het standpunt dat zij niet in strijd met de Handelwijzen heeft gehandeld. Al uit de conclusie dat geen sprake is van onderwijs volgt volgens haar dat niet wordt voldaan aan alle criteria voor de inrichting van het onderwijs. De Koers is van mening dat de rechtbank het advies van de inspectie had moeten vernietigen en de rechtsgevolgen van het advies niet in stand had mogen laten. De Koers vindt dat zij eerst uitdrukkelijk in de gelegenheid had moeten worden gesteld mee te werken aan een nieuw onderzoek. De Raad van State heeft de zaak op 5 april jl. op zitting behandeld.
10. 201011053/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 20 juli 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep - Bouwen
inhoudsindicatie:

(Bouwvergunning uitbreiding kinderdagverblijf in Breda) Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en wethouders van Breda heeft verleend voor de uitbreiding van een kinderdagverblijf aan de Michiel de Ruyterstraat in Breda. De vergunning is verleend aan Kober Kindercentra. Een omwonende is het niet eens met de uitbreiding van het kinderdagverblijf, omdat hij vreest dat hiermee zijn woongenot wordt aantast. Ook zou het gemeentebestuur eerdere toezeggingen over de locatie van de uitbreiding niet zijn nagekomen. De rechtbank in Breda stelde hem in oktober 2010 in een eerder beroep in het ongelijk. De man laat het er niet bij zitten en is tegen die uitspraak in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de zaak op 14 juni jl. op zitting behandeld. pagina: 1 2 rss feeds disclaimer links sitemap the council of state le conseil d'état der staatsrat