Gemeente Ede

woensdag, 20 juli 2011

Overlast eikenprocessierups in Ede beperkt gebleven

De eikenprocessierups vormt jaarlijks een terugkerend probleem in grote delen van vooral Zuid- en Midden-Nederland. Van mei tot september verspreiden de rupsen en hun nesten grote hoeveelheden brandharen, die bij mensen en huisdieren ernstige irritaties kunnen veroorzaken bij de huid, ogen en luchtwegen. De rupsen zoeken voedsel in de vorm van eikenbladeren en bewegen zich massaal voort over bladeren en boomstammen.

Hoe gaat de gemeente Ede hiermee om?

In april start het team Groen van de gemeente Ede met de preventieve biologische bestrijding (spuiten) van de rups. Het Klantcontactcentrum verwerkt de meldingen over de rups in een meldingsysteem. Vanuit dit systeem worden de meldingen op een kaart gezet en per gebied gekoppeld. Een medewerker van de afdeling Beheer Openbare Ruimte gaat op locatie kijken hoe groot de nesten van de rupsen zijn en schat in welk materieel er nodig is, voordat de bestrijding van start gaat. Prioriteiten vormen daarbij scholen, kinderdagverblijven en gezondheidcentra binnen of buiten de bebouwde kom.

"Het niveau van bestrijden in Ede is hoog te noemen", zegt Jaap Verhagen teamleider Groen. "Door het goede voortraject zijn wij instaat om de overlast behoorlijk terug te dringen. De monitoring en de gegevens van de afgelopen jaren stelden ons in staat om het juiste materiaal op de te bestrijden locatie in te zetten. Maar wij krijgen de bestrijding nooit 100 procent rond. Er blijven altijd rupsen over die zich samenklonteren en nieuwe nesten maken en ook niet alle locaties zijn bereikbaar.' In de top van het rupsenseizoen zijn twee beheerders bezig met monitoren en het regelen van een gestructureerde aanpak. `Met behulp van de aannemers en team Groen hebben we het probleem van de eikenprocessierups beheersbaar kunnen houden', vervolgt Verhagen. `Sterker, we hebben van bepaalde gebieden in de gemeente Ede geen meldingen ontvangen doordat het team groen adequaat heeft opgetreden. Gelukkig is er daardoor binnen de gemeente Ede geen plaag ontstaan."