Belgische Federale Overheid
Toespraak van Z.M. de Koning ter gelegenheid van de Nationale Feestdag
Datum: 20 juli 2011
Dames en Heren, Beste landgenoten,
Op deze Nationale Feestdag had ik me graag verheugd, samen met u, over
de eedaflegging van een nieuwe volwaardige regering. Helaas, zo ver
zijn we niet, en ik betreur het.
Inmiddels nam de ontslagnemende regering tijdens deze lange
onderhandelingen, efficiënt de gepaste maatregelen om het welzijn van
de burgers op korte termijn te vrijwaren.
Desondanks blijft het dringend noodzakelijk een volwaardige regering
samen te stellen die de nodige structurele hervormingen zal moeten
doorvoeren op institutioneel en op sociaaleconomisch vlak. Vandaar mijn
nieuwe oproep tot alle burgers, en in de eerste plaats tot de politieke
verantwoordelijken.
Een vermaard Engels grondwetspecialist, Walter Bagehot, omschreef de
prerogatieven van de grondwettelijke monarchie als volgt : het recht om
te worden geïnformeerd, het recht om aan te moedigen, en het recht om
te waarschuwen.
De jongste maanden heb ik vaak die twee eerste prerogatieven
uitgeoefend tijdens mijn audiënties : geïnformeerd worden, en
aanmoedigen. Samen met u wens ik nu publiekelijk, en in volle openheid,
gebruik te maken van het derde prerogatief : het recht om te
waarschuwen.
Ik doe dat krachtig en met overtuiging, om volgende redenen:
Ten eerste.
Net als een groot aantal Belgen ben ik diep bezorgd om deze langste
regeringsvorming sinds mensenheugenis. Het schept bij velen een gevoel
van ongerustheid over de toekomst. Ik gaf me daarvan rekenschap tijdens
mijn bezoeken in verschillende gewesten.
Ten tweede.
Op den duur wekt deze crisis bij een aanmerkelijk deel van de bevolking
onbegrip ten opzichte van de politiek die maar geen oplossing biedt
voor de problemen. Het risico bestaat dat een vorm van poujadisme zou
ontstaan die de democratie ernstig kan schaden.
Ten derde.
Indien deze toestand aanhoudt kan, heel concreet, het socio-economische
welzijn van alle Belgen worden aangetast. Men moet daar zeer bewust van
zijn.
Ten vierde.
Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog is de rol van ons land in
Europa een belangrijke troef geworden voor België. Wij werden als land,
de facto, de hoofdstad van Europa en zijn een stuwende kracht geworden
in dat grootse avontuur dat Europese eenmaking heet. Ons land, met zijn
culturele diversiteit, werd in zekere mate beschouwd als model voor de
Europese Unie. Onze huidige situatie brengt ongerustheid teweeg bij
onze partners, wat onze rol in Europa kan schaden en zelfs het elan van
de Europese eenmaking die al voldoende wordt tegengewerkt door de
eurosceptici en de populisten.
Ik zou me dus aan mijn taak onttrekken mocht ik nalaten aan de risico's
te herinneren die alle Belgen lopen bij een langdurige crisis, en ook,
mocht ik niet opnieuw aandringen bij alle politici, en bij hen die ze
kunnen helpen, zich constructief op te stellen en snel een evenwichtige
oplossing uit te werken voor onze problemen.
Al met Kerstmis sprak ik daarover, en ik citeer :
"Bij het zoeken naar dat redelijk akkoord spreekt het vanzelf dat elke
partij toegevingen zal moeten doen. Iedereen is dus verplicht zijn
verantwoordelijkheid op te nemen. Het moment is daar, waarop de ware
moed erin bestaat, vastberaden het compromis na te streven dat
bijeenbrengt, en de tegenstellingen niet verscherpt.
Als een dergelijke overeenkomst wordt bereikt, kan een nieuwe federale
regering worden gevormd. Met de gefedereerde entiteiten zal zij
maatregelen kunnen treffen om het welzijn van de bevolking te
handhaven, en in alle kringen van het land nieuw vertrouwen te doen
opleven. Al onze medeburgers verwachten dat." Einde citaat.
De burgers moeten niet alleen hun vertegenwoordigers aansporen moedige
besluiten te nemen. Ze moeten zich ook inspannen om een grotere
verstandhouding tussen onze gemeenschappen tot stand te brengen. De
andere tegemoet gaan, zijn taal spreken, belangstelling tonen voor zijn
cultuur, hem beter leren begrijpen, het zijn allemaal uitingen van
modern burgerschap.
Maar onze interne problemen mogen echter niet veroorzaken dat wij ons
egoïstisch in onszelf zouden terugtrekken en ons van de buitenwereld
vervreemden. Zo wou ik met u de emotie delen die ik ervaarde bij de
uitreiking van de Koning Boudewijnprijs voor ontwikkelingswerk aan de
Congolese arts Denis Mukwege. In bijzonder lastige omstandigheden
verzorgt en helpt hij, in Oost-Congo, vrouwen die zwaar werden
mishandeld. Ik doe een beroep op ons land, op de Europese Unie en op de
Verenigde Naties om efficiënt met de overheid in Congo, en in de
buurlanden, samen te werken om dit drama te doen ophouden. Tegenover
zulke toestanden mogen we niet onverschillig staan.
Dames en Heren, Beste landgenoten,
In de vaste hoop weldra een einde te zien aan deze te lange periode van
politieke instabiliteit wensen de Koningin, ikzelf en onze Familie u
allen een echte Nationale Feestdag in verbondenheid.
Bekijk de video van de toespraak van Z.M. de Koning ter gelegenheid van
de Nationale Feestdag. Externe link