Raad voor de Journalistiek

Uitspraken vastgesteld d.d. 21 juli 2011
door mr. C.A. Streefkerk, voorzitter, mw. M.J.H. Doomen, mr. T.E. Klein, mw. drs. F. Santing en mw. J.G.T.M. Wartenbergh, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. H. Osinga, adjunct-secretaris.

M.G.H. Brekelmans en WIO / K. Demoed, L. Staats en EénVandaag (AVRO/TROS)
Uitspraak: ongegrond
Klagers maken bezwaar tegen de reportage "Goedbedoeld, maar toch mislukt", waarin aandacht is besteed aan de werkwijze en het faillissement van de Stichting World Initiative for Orphans (WIO). Kern van de klacht is dat de berichtgeving eenzijdig, tendentieus en onjuist is en dat de privacy van Brekelmans onevenredig is aangetast. De Raad overweegt dat het verweerders vrijstond de handelwijze van klagers kritisch te belichten aan de hand van interviews met een aantal personen die rechtstreeks contact met klagers hebben gehad en/of als deskundigen in de sector kunnen worden aangemerkt. Verweerders hebben voldoende aannemelijk gemaakt dat aan de uitzending deugdelijk journalistiek onderzoek ten grondslag ligt. Klagers hebben verder niet aannemelijk gemaakt dat de uitzending, bezien vanuit de hiervoor bedoelde invalshoek, onzorgvuldigheden bevat of een vertekend beeld van de werkelijkheid oplevert. Voor de gemiddelde kijker is voldoende duidelijk dat klagers met hun initiatief goede bedoelingen hadden, maar dat dat initiatief in ieder geval op dit moment als `mislukt' kan worden aangeduid. Voorts is niet gebleken dat sprake is van relevante onjuistheden. (zie punten 1.1., 1.2. en 1.5. van de Leidraad van de Raad)
Verder meent de Raad dat klagers, gezien de positie van Brekelmans binnen WIO, met elkaar vereenzelvigd konden worden. Het is niet onbegrijpelijk of journalistiek onaanvaardbaar dat verweerders tevens aandacht hebben besteed aan (het handelen van) Brekelmans in persoon op de wijze zoals zij hebben gedaan. Anders dan klagers (impliciet) hebben gesteld, wordt naar het oordeel van de Raad in de uitzending niet de indruk gewekt dat sprake is van onbehoorlijk bestuur door Brekelmans op grond waarvan hij persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld voor het faillissement. (zie punt 2.4.1. van de Leidraad en vgl. RvdJ 2010/54) Voorts is aan klagers voldoende gelegenheid tot wederhoor geboden. Dat zij ervoor hebben gekozen slechts een beperkte geschreven reactie te geven en van de gelegenheid tot wederhoor mogelijk niet adequaat gebruik hebben gemaakt, kan verweerders niet worden tegengeworpen. Niet is gebleken dat de door klagers verstrekte reactie op journalistiek onzorgvuldige wijze in de uitzending is verwerkt. (zie punt 2.3.1. van de Leidraad)
Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: bronnen, hoor en wederhoor, selectie van nieuws

· Feitenweergave: tendentieuze berichtgeving
· Privacy: algemeen
Publicatie op www.rvdj.nl/2011/46

M.G.H. Brekelmans en WIO / L. van Gorkum en Brabants Dagblad Uitspraak: deels gegrond
Door het Brabants Dagblad is in een aantal publicaties, waaronder het artikel "De man die 'n spoor van illusies naliet", aandacht besteed aan de handelwijze van de Stichting World Initiative for Orphans (WIO) en Brekelmans. Kern van de klacht is dat sprake is van eenzijdige, tendentieuze en onjuiste berichtgeving, zonder toepassing van wederhoor, waarbij de privacy van Brekelmans onevenredig is aangetast. De Raad overweegt dat verweerders ervoor hebben gekozen naar aanleiding van - en voornamelijk gebaseerd op - een uitzending van EénVandaag over klagers te berichten. Daarbij is verwezen naar specifieke bronnen, die zich zeer kritisch uitlaten over klagers, terwijl deze bronnen - zo maakt de Raad op uit hetgeen verweerders hebben gesteld - niet direct door verweerders zijn geraadpleegd. In dat verband overweegt de Raad dat de journalist die in een ander medium geuite beschuldigingen, negatieve kwalificaties en beweringen aan iemands adres overneemt, dan wel deze beweringen put uit artikelen of opnamen uit het archief, zich dient te houden aan de zorgvuldigheidseisen die gelden bij het publiceren van beschuldigingen. Hij mag er niet van uitgaan dat de eerder gepubliceerde uitspraken het karakter van onbetwiste feiten hebben aangenomen doordat zij niet zijn weersproken. (zie punt 2.3.2. van de Leidraad van de Raad)
Niet is gebleken dat sprake is van zodanig relevante onjuistheden, dat reeds daarmee journalistiek onzorgvuldig is gehandeld. Voorts konden klagers, gezien de positie van Brekelmans binnen WIO, met elkaar vereenzelvigd konden worden. Het is niet onbegrijpelijk of journalistiek onaanvaardbaar dat verweerders tevens aandacht hebben besteed aan (het handelen van) Brekelmans in persoon. (vgl. RvdJ 2010/54)
Echter, naar het oordeel van de Raad geeft de berichtgeving - anders dan de uitzending van EénVandaag waarop de berichtgeving is gebaseerd (zie RvdJ 2011/46) - een te ongenuanceerd en eenzijdig beeld van klagers. Daarbij is de berichtgeving zodanig toegespitst op de beschuldiging van het almaar doen van loze beloften en van financiële wanpraktijken, waarbij Brekelmans wordt getypeerd als dom, dat de lezer zich moeilijk aan de indruk zal kunnen onttrekken dat de aan de orde gestelde mislukking van het project van klagers voornamelijk aan het ondeskundig en dubieuze handelen van Brekelmans in persoon te verwijten is. Er is sprake van een zodanige diskwalificatie van Brekelmans dat verweerders deze niet zonder behoorlijke toepassing van wederhoor hadden mogen publiceren. (zie punten 1.5. en 2.3.1. van de Leidraad) Verweerders hebben gesteld dat zij hebben geprobeerd contact te leggen met klagers, zonder dit nader te concretiseren of met stukken te onderbouwen. Klagers hebben het standpunt van verweerders gemotiveerd betwist. Daargelaten de vraag of Brekelmans telefonisch bereikbaar was, is uit de stukken niet gebleken dat verweerders hebben getracht hem (tevens) op een andere wijze te bereiken. Aldus is niet gebleken dat verweerders klagers gedegen gelegenheid tot wederhoor hebben geboden. Verweerders hadden in dit geval hetzij één of enkele dagen kunnen wachten met de publicatie, dan wel minst genomen het wederhoor van klagers als weergegeven in de uitzending c.q. op de website van EénVandaag kunnen publiceren of een follow-up kunnen plaatsen met daarin verwerkt het wederhoor van klagers. Nu verweerders geen van deze mogelijkheden hebben benut, is de klacht op dit punt gegrond. Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: bronnen, hoor en wederhoor, selectie van nieuws

· Feitenweergave: tendentieuze berichtgeving
· Privacy: algemeen
Publicatie op www.rvdj.nl/2011/47

---

di 14 juni 2011 - Uitspraak vastgesteld d.d. 10 juni 2011
- P.W.F.M. Storms / mr. J.P.W. Kelder (RvdJ 2011/41) Lees verder...
---
di 14 juni 2011 - Uitspraak vastgesteld d.d. 7 juni 2011
- M.A. Kaatee / B. Middelburg en Het Parool (RvdJ 2011/40) Lees verder...
---
ma 6 juni 2011 - Uitspraken vastgesteld d.d. 31 mei 2011
- H.E. Kamperman, R. de Boer en C. Mijwaart / R. Vorkink (RvdJ 2011/38)
- X / M. Visser en Noordhollands Dagblad/Helderse Courant (RvdJ 2011/39)
Lees verder...
---