Rijksoverheid


Onze Referentie DAM-215/2011 Uw Referentie 2011Z03937 Bijlage(n) 1

Datum 22 juli 2011

Beantwoording vragen van het lid Voordewind over de betrokkenheid van het Egyptische leger bij de vervolging van koptische christenen

Geachte Voorzitter, Graag bied ik u hierbij ­met mijn excuses voor de late verzending- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Voordewind over de betrokkenheid van het Egyptische leger bij de vervolging van Koptische christenen. Deze vragen werden ingezonden op 25 februari 2011 met kenmerk 2011Z03937.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. U. Rosenthal

Pagina 1 van 3

Antwoorden van de heer Rosenthal, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Voordewind (ChristenUnie) over de betrokkenheid van het Egyptische leger bij de vervolging van Koptische christenen. Vraag 1 Heeft u kennisgenomen van het artikel `Spanning onder kopten groeit na moord op priester'? Antwoord Ja. Vraag 2 Kunt u bevestigen dat het Egyptische leger, dat momenteel verantwoordelijk is voor het bestuur, niet alleen verzaakt heeft de Koptische christenen te beschermen tegen aanslagen en plunderaars maar hier zelf actief aan heeft bijgedragen door met bulldozers geïmproviseerde veiligheidshekken weg te halen, koptische monniken vast te binden en hun mobiele telefoons af te pakken zodat er geen beelden hiervan konden uitlekken? Zo ja, bent u bereid bij de Egyptische Supreme Military Council uw afschuw over deze gang van zaken uit te spreken. Zo nee, waarom niet? Antwoord Op 24 februari heeft de Nederlandse Ambassadeur in Egypte een gesprek gevoerd met de hoogste ambtenaar op het gebied van Mensenrechten over de positie van Koptische christenen in Egypte. Deze onderschreef dat het de taak is van de autoriteiten om alle burgers en hun eigendommen te beschermen, maar gaf aan dat door de recente omwentelingen de politie buiten de grote steden helaas nog maar beperkt ontplooid is en dat de bescherming van burgers een punt van zorg is. Dit werd ook in latere gesprekken met de Egyptische autoriteiten over dit onderwerp erkend. De Nederlandse ambassade in Cairo onderzoekt de mogelijkheden om met ondersteuning van projecten van het lokale maatschappelijke middenveld verzoening tussen islamitische en christelijke bevolkingsgroepen op lokaal niveau te bevorderen. Vraag 3 Deelt u de zorgen van de Koptische gemeenschap naar aanleiding van de oproep van de omstreden islamitische geestelijke Yusuf al-Qaradawi aan de christenen om te buigen voor Allah? Deelt u de mening dat het feit dat deze geestelijke, die verbonden is aan de Moslimbroederschap, teruggekeerd is van ballingschap een slecht voorteken is van de invloed van het broederschap? Antwoord Nederland en de EU hebben opgeroepen tot een transitie naar een breedgedragen en op democratische leest geschoeide regering in Egypte die de mensenrechten eerbiedigt. Politieke partijen en dus ook de Moslimbroederschap zullen in dat verband worden beoordeeld op de mate waarin zij voldoen aan democratische en rechtstatelijke beginselen. Dit met het oogmerk recht te doen aan de verwachtingen en de aspiraties van het Egyptische volk en deze te borgen in een duurzaam democratisch proces.

Directie Noord Afrika en Midden-Oosten Onze Referentie DAM-215/2011

Pagina 2 van 3

Vraag 4 Bent u bereid om zowel in bilateraal als in EU-verband er bij de `Supreme Military Council' van Egypte op aan te dringen de rechten van de koptische gemeenschap te respecteren en haar veiligheid te garanderen? Antwoord De positie van Koptische Christenen en andere religieuze minderheden in Egypte en de regio vormen regelmatig onderwerp van gesprek in de EU Raad Buitenlandse Zaken. In de Raad van 31 januari, maar ook in die van 23 mei en 20 juni van dit jaar is over dit onderwerp gesproken en heb ik het prioritaire belang ervan onderstreept. Ook bilateraal wordt de kwetsbare positie van de Kopten aangekaart, zowel door de ambassadeur in Kairo, als alhier bij de Egyptische ambassadeur en bezoekers uit Egypte. Zo heb ik dit op 18 juni jl. tijdens mijn gesprek met de toenmalige Egyptische Minister van Buitenlandse Zaken, El Araby, opgebracht.

Directie Noord Afrika en Midden-Oosten Onze Referentie DAM-215/2011

Pagina 3 van 3

---- --