persbericht

Tweede kwartaal- en halfjaarresultaten 2011
Omzet groeide met 9%, EBITA steeg met 12%

Almere, 22 juli 2011, 07:00 CET

Kernpunten tweede kwartaal 2011
De omzet groeide naar 815 miljoen en steeg 9% ten opzichte van het tweede kwartaal vorig jaar Het brutoresultaat steeg met 4% ten opzichte van vorig jaar en de brutomarge kwam uit op 21,0% (2e kwartaal 2010: 22,0%) De onderliggende operationele kosten bedroegen 143 miljoen, 3% hoger dan in het tweede kwartaal van 2010, en 1 miljoen lager dan in het voorgaande kwartaal (1e kwartaal 2011: 144 miljoen). De onderliggende EBITA steeg naar 21 miljoen (EBITA-marge: 2,6%) tegen een onderliggende EBITA van 19 miljoen (EBITA-marge: 2,6%) over het tweede kwartaal van 2010 De onderliggende nettowinst steeg naar 5 miljoen ten opzichte van 4 miljoen in het tweede kwartaal van 2010 Voorziening voor kostenreducties in Nederland van 16 miljoen, welke vanaf 2012 een besparing van 27 miljoen op jaarbasis opleveren. Besparing van 11 miljoen in de 2e helft van 2011. Voor CGZP / AMP zaak in Duitsland werd een voorziening getroffen van 21 miljoen

"De groei tendeerde in de meeste landen naar een duurzamer groeitempo, nadat we een periode hadden gezien waarin de markten fors herstelden van de bodemniveaus in de crisis.", zei Rob Zandbergen, CEO van USG People. "De groei in Nederland werd getemperd door bezuinigingen in de publieke sector. Wij hebben de effectiviteit en de continuïteit van onze organisatie in belangrijke mate verder verstevigd. De automatiseringsprojecten waarin we in de afgelopen jaren vasthoudend hebben geïnvesteerd zijn succesvol afgerond. Onze kostenbasis is hierdoor verbeterd en wij hebben meer stabiliteit gecreëerd in onze winstgevendheid. Verder hebben wij in het tweede kwartaal een succesvolle herfinanciering afgerond. De marktomstandigheden waren bijzonder gunstig waardoor wij onze bestaande faciliteit, die eind 2012 zou aflopen, nu reeds hebben vernieuwd. Hiermee hebben wij een stevige financieringsbasis zeker gesteld tot 2016 en profiteren wij nu al van de gunstigere voorwaarden en condities in de nieuwe overeenkomst. Wij blijven ons richten op groei en versterking van de winstgevendheid." Kerncijfers Onderliggende resultaten in miljoenen euro's

1


3 maanden geëindigd op 30 juni 2011 815 172 143 29 21 5 21,0% 17,6% 2,6%

3 maanden geëindigd op 30 juni 2010 747 164 139 25 19 4 22,0% 18,6% 2,6% e

6 maanden geëindigd op 30 juni 2011 9% 4% 3% 1.597 337 287 50 36 4 21,1% 18,0% 2,3%

6 maanden geëindigd op 30 juni 2010 1.431 317 275 42 29 -1 22,2% 19,3% 2,0% e

Omzet Brutoresultaat Operationele kosten EBITDA EBITA Nettoresultaat Brutomarge Kostenratio EBITA marge

12% 6% 4% 20% 26% -

12% 12% 28%


1. Onderliggende resultaten zijn de resultaten exclusief: 2 kwartaal 2011 voorziening 37,8 miljoen, 2 kwartaal e 2010 incidentele kosten 2,8 miljoen, 1 kwartaal 2010 incidentele kosten 0,7 miljoen


1/26



persbericht

Toelichting op de tweede kwartaalresultaten 2011 Omzet USG People behaalde in het tweede kwartaal een omzet van 815 miljoen, een groei van 9% ten opzichte van vorig jaar. Acquisities droegen 0,4% bij aan de groei. De uitzendmarkten bleven zich positief ontwikkelen gedurende het tweede kwartaal. In de meeste landen viel de groei wat lager uit dan in het voorgaande kwartaal door een normalisering van de groei in het industrie segment. De vraag in de industrie kende een periode van uitzonderlijk hoge groei na de crisis welke zich nu naar een meer duurzaam niveau beweegt. Door de aanhoudende groei is het absolute niveau van de omzet substantieel hoger waardoor de vergelijking met vorig jaar moeilijker is geworden. Vorig jaar in het tweede kwartaal was er sprake van een forse verbetering van de omzet. De vraag naar administratieve werknemers bleef zich in een geleidelijk tempo herstellen. In dit marktsegment werd de groei in Nederland vertraagd door personeelsreducties in de publieke sector. General Staffing realiseerde een omzetstijging van 16% in het tweede kwartaal. De omzet bedroeg 562 miljoen tegen 485 miljoen vorig jaar in het tweede kwartaal. Bij Specialist Staffing kwam de omzet 4% lager uit dan vorig jaar. Er werd een omzet behaald van 178 miljoen in vergelijking met 185 miljoen in 2010 (1e kwartaal 2011: 179 miljoen). De omzet van Professionals bleef vrijwel gelijk, zowel aan vorig jaar alsook aan voorgaand kwartaal. De omzet bedroeg 70 miljoen in het tweede kwartaal terwijl deze 71 miljoen bedroeg zowel in het tweede kwartaal van 2010 als in het eerste kwartaal van 2011. In geografisch opzicht was de groei het sterkst in de industrielanden, zoals Duitsland, Frankrijk en Italië. In België groeide de omzet met 6% en in Nederland met 2%. In Spanje groeide de omzet met 12%, na twee kwartalen van nulgroei. In de overige landen bedroeg de omzetgroei 32%. Brutomarge Het brutoresultaat bedroeg 172 miljoen in het tweede kwartaal en was 4% hoger dan dezelfde periode van vorig jaar toen een brutoresultaat van 164 miljoen werd behaald. In procenten van de omzet kwam de brutomarge uit op 21,0% (2e kwartaal 2010: 22,0%). Mixeffecten hadden een negatief effect van 0,9% op het margepercentage, als gevolg van toename van het aandeel General Staffing activiteiten en van omzet in landen met een lagere marge. Daarnaast zorgde een aanpassing van Franse loonsubsidies voor een negatief effect van 0,2%. Deze verandering in subsidies op sociale lasten, die geldt voor alle bedrijven in Frankrijk, is in december 2010 van kracht geworden en kon in het tweede kwartaal nog niet volledig worden doorberekend in de kostprijs naar onze klanten. De opbrengsten uit werving en selectie, waar geen kostprijs tegenover staat, bedroegen 1,1% van de totale omzet (2e kwartaal 2010: 1,0%). Deze toename van werving en selectie had een positief effect van 0,1% op de groepsbrutomarge. Bedrijfskosten De onderliggende operationele kosten kwamen uit op 143 miljoen in vergelijking met een bedrag van 139 miljoen in het tweede kwartaal van vorig jaar. De onderliggende operationele kosten waren 1 miljoen lager dan in voorgaand kwartaal (1e kwartaal 2011: 144 miljoen). De kostentoename ten opzichte van vorig jaar kwam voornamelijk door een toename van het aantal werknemers in landen die al enige tijd sterk groeien en door looninflatie. Naast de onderliggende kosten was er een bedrag van 38 miljoen aan voorzieningen opgenomen in het tweede kwartaal van 2011. Het betreft een reorganisatievoorziening van 16 miljoen in Nederland en een voorziening van 21 miljoen in Duitsland inzake de CGZP/AMP zaak (zie bladzijde 5). De resterende 1 miljoen heeft betrekking op kleine reorganisaties in verschillende landen. In het tweede kwartaal van 2010 werd naast de onderliggende kosten 3 miljoen aan incidentele kosten opgenomen.


2/26



persbericht

Door een succesvolle implementatie van IT-systemen en vereenvoudiging van ondersteunende processen wordt in de laatste helft van 2011 een kostenbesparing in Nederland gerealiseerd van 11 miljoen. Vanaf 2012 bedraagt de structurele kostenverlaging die hierdoor wordt gerealiseerd 27 miljoen op jaarbasis. De kosten hiervoor zijn in het tweede kwartaal voorzien in voornoemde voorziening van 16 miljoen. EBITA De onderliggende EBITA steeg naar 21,4 miljoen, een toename van 12% ten opzichte van 19,2 miljoen over het tweede kwartaal vorig jaar. De gerapporteerde EBITA bedroeg in het tweede kwartaal van 2011 - 16,4 miljoen tegen 16,4 miljoen in het tweede kwartaal van 2010. Amortisatie acquisitie gerelateerd De amortisatie bedroeg 5,0 miljoen in het tweede kwartaal en was lager dan de onderliggende amortisatie vorig jaar toen deze 5,5 miljoen bedroeg. Naast de onderliggende amortisatie was er vorig jaar in het tweede kwartaal een versnelde amortisatie van 3,0 miljoen. De amortisatie betreft bij overnames gewaardeerde merkenrechten, klantenportfolio's en kandidatendatabases. Financieringsresultaten De onderliggende financieringslasten bedroegen 5,5 miljoen tegen 7,8 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar. Daarnaast is in de financieringslasten een ongerealiseerd resultaat van rentederivaten verantwoord dat in het tweede kwartaal van 2011 0,3 miljoen positief bedroeg (2e kwartaal 2010: - 1,0 miljoen). De gerapporteerde financieringslasten bedroegen 5,2 miljoen tegen 8,8 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar. Belasting De belastingen op het onderliggende resultaat, exclusief de belastingen op incidentele effecten, bedroegen 5,8 miljoen in het tweede kwartaal tegen 2,0 miljoen in 2010. Inclusief incidentele effecten kwamen de gerapporteerde belastingen uit op 4,3 miljoen positief in het tweede kwartaal tegen een last van 0,7 miljoen in 2010. In de belasting is een bedrag van 1,9 miljoen aan business tax is opgenomen (business tax 2e kwartaal 2010: 1,7 miljoen). Deze belasting is gebaseerd op de toegevoegde waarde in Frankrijk en wordt niet berekend als een percentage van de winst voor belasting. Exclusief deze business tax kwam de belastingdruk in het tweede kwartaal van 2011 uit op 24,1%. Nettoresultaat De onderliggende nettowinst bedroeg 5,1 miljoen in het tweede kwartaal tegen 4,0 miljoen in dezelfde periode vorig jaar. Het gerapporteerde nettoresultaat kwam uit op - 22,2 miljoen.
3 maanden geëindigd op 30 juni 2011 5,1 -37,8 0,3 10,2 -22,2 - 0,29 3 maanden geëindigd op 30 juni 2010 4,0 -2,8 -3,0 -1,0 1,3 -1,5 - 0,02

(in miljoenen) Onderliggend nettoresultaat Incidentele resultaten Versnelde amortisatie Ongerealiseerde waardemutatie derivaten Incidentele belastingeffecten Gerapporteerd nettoresultaat Resultaat per aandeel

3/26



persbericht

Balans en kasstroom Het balanstotaal nam in het tweede kwartaal toe met 28 miljoen. Het balanstotaal steeg door een toename van het werkkapitaal en door hogere latente belastingvorderingen. Het werkkapitaal is in het tweede kwartaal toegenomen door de volumegroei en de latente belastingvorderingen namen toe door de boeking van voorzieningen, waardoor additionele verrekenbare verliezen werden geboekt. De netto schuld inclusief achtergestelde leningen kwam uit op 321 miljoen (1e kwartaal 2011: 268 miljoen). De netto bankschuld bedroeg 171 miljoen en steeg ten opzichte van het eerste kwartaal toen deze 119 miljoen bedroeg. De bankschuld nam toe door een toename van het werkkapitaal als gevolg van volumegroei en uitbetaling van vakantiegelden. De operationele kasstroom bedroeg - 34 miljoen. De investeringen kwamen uit op 9 miljoen, waaronder een nettobedrag is opgenomen van 3 miljoen voor acquisities. Het betreft de overname van M3 Merchandising S.L., een Spaanse onderneming actief in het Professionals segment met een jaaromzet van circa 3 miljoen. Daarnaast werd er in het tweede kwartaal een contant dividend uitgekeerd van 6 miljoen en werd er een bedrag van 3 miljoen aan interest betaald. Resultaten tweede kwartaal 2011 per land Nederland De omzet van USG People in Nederland groeide met 2% naar 300 miljoen (2e kwartaal 2010: 294 miljoen). In lijn met de markt was er sprake van een daling in de jaar-op-jaar groei vergeleken met het vorige kwartaal. De marktgroei van de omzet per werkdag in de industrie daalde van 17% in het eerste kwartaal naar 9% in het tweede kwartaal. In het administratieve segment nam de marktgroei licht toe. In de administratieve markt bleef het herstel zich over het algemeen geleidelijk voortzetten in de private sector. De groei in deze markt werd afgezwakt door bezuinigingen bij de overheid. De publieke sector vormt een substantieel deel van het administratieve marktsegment in Nederland waardoor de groei van deze activiteiten wordt vertraagd. De omzet van USG People in de publieke sector, 15% tot 20% van de Nederlandse omzet, daalde in het tweede kwartaal met 25% ten opzichte van vorig jaar. Start People behaalde in het tweede kwartaal een groei van 16% en presteerde voor het derde achtereenvolgende kwartaal ruimschoots boven het niveau van de markt. Bij Specialist Staffing was de omzet 10% lager dan vorig jaar en bij Professionals 5% lager. De brutomarge daalde beperkt ondanks de impact van mixeffecten. De onderliggende operationele kosten waren 2% lager dan vorig jaar en daalden met 3% ten opzichte van het vorige kwartaal. Naast de onderliggende kosten werd in het tweede kwartaal een voorziening opgenomen van 16 miljoen voor de herstructurering naar aanleiding van de optimalisatie van de processen waardoor de winstgevendheid wordt verstevigd in de toekomst. De onderliggende EBITA kwam uit op 8,6 miljoen tegen 7,2 miljoen vorig jaar. België en Luxemburg In België steeg de omzet in het tweede kwartaal met 6% naar 170 miljoen (2e kwartaal 2010: 160 miljoen). De groei was lager dan in het vorige kwartaal toen deze 13% bedroeg. Start People behaalde een omzetgroei van 7%. Bij Specialist Staffing bedroeg de groei 3% en bij Professionals 8%. Binnen de niche labels realiseerden Secretary Plus, USG Legal Forces en USG Innotiv opnieuw een sterk kwartaal. De brutomarge daalde licht ten opzichte van vorig jaar door mixeffecten. Bij Start People was er sprake van een daling van de brutomarge ten opzichte van vorig jaar. Voornamelijk een groter aandeel van de omzet bij grote klanten en in het arbeiders segment zorgde voor nadelige mixeffecten. De operationele kosten kwamen een fractie hoger uit door de groei van het aantal werknemers gedurende
4/26



persbericht

2010 en door looninflatie. De kosten waren lager dan in het eerste kwartaal. De EBITA bedroeg 13,4 miljoen en was 0,7 miljoen hoger dan vorig jaar in het tweede kwartaal. Frankrijk De omzet in Frankrijk steeg naar 146 miljoen (2e kwartaal 2010: 123 miljoen). De omzet is daarmee voor het eerst weer uitgekomen op het piekniveau van voor de crisis in het tweede kwartaal van 2008. Ondanks de hogere vergelijkingsbasis bleef de jaar-op-jaar groei sterk met een toename van 19% in het tweede kwartaal. Het brutomargepercentage was lager door de aanpassing van subsidies op sociale lasten met ingang van december 2010, door een onevenredig sterke groei bij grote klanten en door een nadelig mixeffect. De verlaging van de subsidies had een impact van 1,1 miljoen op de brutomarge en op de EBITA (circa 0,75% van de omzet). De EBITA kwam uit op 4,3 miljoen (2e kwartaal 2010: 4,9 miljoen). Duitsland In Duitsland steeg de omzet met 20% naar 76 miljoen. Het groeipercentage nam af vergeleken met het vorige kwartaal doordat de vergelijkende omzet in 2010 aanzienlijk toenam in het tweede kwartaal. In het tweede kwartaal van 2010 bedroeg de omzetgroei 31% terwijl in het eerste kwartaal van 2010 nog een daling werd geboekt van -4%. De onderliggende operationele kosten bleven daarbij vrijwel gelijk aan die van vorig jaar. Ten opzichte van voorgaand kwartaal daalden de onderliggende kosten met 0,4 miljoen. USG People investeert in Duitsland in autonome groei waardoor er binnen de huidige capaciteit ruimte is voor een verdere toename van de omzet met een focus op uitbreiding van specialistische activiteiten. Doordat veel feestdagen in het tweede kwartaal vielen, telde het kwartaal slechts 60 werkbare dagen in Duitsland (1e kwartaal: 63 werkdagen). Het aantal werkbare dagen heeft in Duitsland een grote impact op de resultaten omdat de flexwerkers worden uitbetaald op basis van maandloon terwijl de omzet aan klanten wordt gefactureerd op basis van het aantal gewerkte uren. Hierdoor komt het resultaat in maanden met weinig gewerkte uren substantieel lager uit. Het derde kwartaal telt 66 werkbare dagen. De onderliggende EBITA bedroeg 0,4 miljoen in het tweede kwartaal tegenover een negatieve EBITA van - 0,3 miljoen in dezelfde periode van 2010. In de voorbije maanden is er meer informatie beschikbaar gekomen over de CGZP/AMP zaak in Duitsland, zoals deze werd toegelicht bij de jaarrekening op pagina 123 van het Jaarverslag 2010 en in het persbericht van 21 april 2011. Zoals bekend heeft het `Arbeitsgericht' te Berlijn op 30 mei 2011, in vervolg op de gerechtelijke uitspraak in december 2010, uitgesproken dat de door CGZP/AMP afgesloten CAO's, welke door 1.100 bij de AMP aangesloten uitzendbedrijven (ong. 25% van de markt) zijn gehanteerd, in voorgaande jaren ongeldig waren, waardoor mogelijk vorderingen op USG People kunnen worden ingesteld over de voorgaande jaren. Met voornoemde uitspraak en de informatie die in de afgelopen maanden beschikbaar is gekomen, kan USG People een gegronde schatting maken van de verplichting en werd in het tweede kwartaal, conform IFRS richtlijnen, een voorziening opgenomen van 21 miljoen. De beroepsfederatie BAP (opvolger van AMP als gevolg van een fusie tussen de BZA en AMP) heeft inmiddels tegen de uitspraak van het `Arbeitsgericht' hoger beroep ingediend. Overig Europa Italië behaalde een groei van 12%. In Spanje werd na enkele kwartalen van nulgroei een groei geboekt van 12% en er werd een break-even resultaat bereikt. In de overige landen bleef de groei sterk (Zwitserland organisch +32%, Oostenrijk +26% en Polen +13%), hoewel de groei wat lager uitkwam dan de extreem hoge groeipercentages in voorgaande kwartalen.


5/26



persbericht

Halfjaarverslag eerste halfjaar 2011
Omzet In het eerste halfjaar behaalde USG People een omzet van 1.597 miljoen. De omzet was 12% hoger dan in het eerste halfjaar van 2010. Gedurende het eerste halfjaar bewoog de omzet in enkele landen naar het niveau van voor de crisis. De jaar-op-jaar gemeten omzetgroei nam geleidelijk wat af door een hogere vergelijkingsbasis in het voorgaande jaar. Brutoresultaat Het brutoresultaat kwam uit op 337 miljoen en was 6% hoger dan vorig jaar. De brutomarge bedroeg 21,1% en bleef vrijwel stabiel gedurende de eerste zes maanden van het jaar. De brutomarge kwam lager uit dan in het eerste halfjaar van 2010 toen de brutomarge 22,2% bedroeg. Voor het grootste deel wordt deze daling verklaard door de mixeffecten. De groei is het sterkst bij General Staffing vooral bij de grote klanten in de industrie. De brutomarges zijn bij grote volumecontracten doorgaans lager dan in het midden- en kleinbedrijf en ook bij Specialist Staffing en Professionals, die een lagere groei behaalden, zijn de brutomarges hoger. De mixeffecten hadden een impact van 0,9% op de brutomarge van de groep. De groei in werving en selectie had slechts een geringe impact op de brutomarge. De opbrengsten uit werving en selectie kwamen uit op 1,1% van de totale groepsomzet, gelijk aan vorig jaar in het eerste halfjaar. Voorts was er een verlaging van loonsubsidies in Frankrijk dat een negatief effect op de groepsbrutomarge had van 0,2%. Bedrijfskosten De onderliggende operationele kosten kwamen uit op 287 miljoen, een stijging van 4% ten opzichte van het eerste halfjaar 2010. Naast de onderliggende kosten werden in het eerste halfjaar van 2011 38 miljoen aan voorzieningen geboekt. In het eerste halfjaar van 2010 bedroegen de incidentele kosten 4 miljoen. De voorzieningen in het eerste halfjaar 2011 betreffen een reorganisatievoorziening van 16 miljoen in Nederland en een voorziening van 21 miljoen in Duitsland voor verplichtingen als gevolg van ongeldig verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten. De incidentele kosten in 2010 hadden voornamelijk betrekking op afkoopregelingen. EBITA De onderliggende EBITA bedroeg 36,1 miljoen in het eerste halfjaar van 2011 tegen 28,7 miljoen in dezelfde periode van 2010. De gerapporteerde EBITA, na voorzieningen en incidentele kosten, kwam uit op - 1,7 miljoen in de eerste helft van 2011 en op 25,2 miljoen in het eerste halfjaar van 2010. Amortisatie gerelateerd aan acquisities De amortisatie bedroeg 9,9 miljoen in het eerste halfjaar van 2011 en was lager dan vorig jaar toen de onderliggende amortisatie 11,0 miljoen bedroeg. In 2010 was de gerapporteerde amortisatie hoger door versnelde amortisatie van merkenrechten als gevolg van integraties. De versnelde amortisatie bedroeg 6,0 miljoen in het eerste halfjaar van 2010. De aan acquisities gerelateerde amortisatie heeft betrekking op afschrijving van gewaardeerde merkenrechten, klantenportfolio's en kandidatendatabases van eerder gedane acquisities. Financieringslasten De onderliggende financiële lasten kwamen uit op 12,6 miljoen tegen 15,8 miljoen in het eerste halfjaar van 2010. De lasten waren lager door een lagere schuldpositie en door lagere settlements op rentederivaten. In de eerste helft van 2011 kwamen de gerapporteerde financiële lasten lager uit door een positief effect van ongerealiseerde waardeveranderingen van rentederivaten van 6,7 miljoen (1e halfjaar 2010: - 3,4 miljoen). Daarnaast was er een herwaardering van een geassocieerde deelneming (Vakcollege) van 3,4 miljoen, na de overname van de resterende aandelen. In overeenstemming met IFRS dient het aandeel van de deelneming dat reeds in bezit was, te worden
6/26



persbericht

geherwaardeerd naar de reële waarde van dat aandeel op overnamedatum. De gerapporteerde financiële lasten kwamen uit op 2,5 miljoen tegen 19,2 miljoen in het eerste halfjaar van 2010. Belasting De belastingen op het onderliggende resultaat, exclusief de belastingen op incidentele effecten, bedroegen 9,2 miljoen in het eerste halfjaar tegen 2,3 miljoen in 2010. De belastingen op het gerapporteerde resultaat kwamen uit op een last van 0,6 miljoen in het eerste halfjaar van 2011 tegen een bate van 0,9 miljoen in 2010. Hierin is in het eerste halfjaar van 2011 een bedrag van 3,5 miljoen aan business tax is opgenomen (businesstax 1e halfjaar 2010: 3,0 miljoen). Deze belasting is gebaseerd op de toegevoegde waarde in Frankrijk en wordt niet berekend als een percentage van de winst voor belasting. Exclusief deze business tax kwam de belastingdruk over de eerste helft van 2011 uit op 28,4%. Nettoresultaat Het onderliggende nettoresultaat bedroeg 4,4 miljoen over het eerste halfjaar van 2011 tegen - 0,8 miljoen over het eerste halfjaar van 2010. Het gerapporteerde nettoresultaat kwam in het eerste halfjaar uit op - 14,7 miljoen. Over het eerste halfjaar van 2010 bedroeg het gerapporteerde nettoresultaat - 10,1 miljoen. Balans en kasstroom Het balanstotaal nam in het eerste halfjaar toe met 83 miljoen. De goodwill nam toe door overnames en door waardering van geassocieerde deelnemingen. De handelsvorderingen namen toe door de groei van de omzet en door seizoensinvloeden. De latente belastingvorderingen namen toe door de boeking van voorzieningen, waardoor additionele verrekenbare verliezen werden geboekt. De netto schuld inclusief achtergestelde leningen kwam uit op 321 miljoen (eind 2010: 248 miljoen). De netto bankschuld bedroeg 171 miljoen en steeg ten opzichte van eind 2010 toen deze 93 miljoen bedroeg. Het werkkapitaal nam toe door volumegroei en uitbetaling van vakantiegelden waardoor de operationele kasstroom negatief was op - 25 miljoen. De investeringen kwamen uit op 21 miljoen (waaronder een nettobedrag is opgenomen van 9 miljoen voor acquisities). Daarnaast vond er een aflossing plaats op de achtergestelde leningen van 19 miljoen en werd er een contant dividend uitgekeerd van 6 miljoen. Voorts werd er een bedrag van 8 miljoen aan interest betaald. Vooruitzichten In onze markten zien wij over het algemeen een gezonde vraag waarbij de industrie nog steeds als motor functioneert. De vraag naar industriële uitzendkrachten ontwikkelt zich naar een meer duurzaam niveau na een periode van herstel met uitzonderlijk hoge groeicijfers. De administratieve sector bleef zich in een geleidelijk tempo herstellen. In de private sector zagen we het herstel doorzetten in dit marktsegment terwijl de publieke markt, welke een substantieel onderdeel is van de Nederlandse uitzendmarkt, gekenmerkt wordt door personeelsreducties. De bezuinigingen bij de overheid zorgen voor een vertraging van de banengroei in de administratieve sector. Aan het einde van het tweede kwartaal zagen wij een verbetering van de groei. In de meeste landen was de groei in juni hoger dan de gemiddelde groei van het kwartaal. Per saldo verwachten wij dat de trends zich in positieve zin zullen ontwikkelen in de tweede helft van het jaar. Onze resultaten zullen verder verbeteren door een lagere en meer flexibele kostenbasis waardoor het rendement en de continuïteit van onze organisatie wordt versterkt Voor de rest van het jaar verwachten wij voor onze groep een verdere voortzetting van de groei van de omzet en van de resultaten.


7/26



persbericht

Risicomanagement De voornaamste risico's waarmee USG People als speler op de Europese uitzendmarkt wordt geconfronteerd zijn verwoord in het Jaarverslag van 2010 in de risicoparagraaf. Daarbij is aangegeven hoe USG People vorm geeft aan risicomanagement middels haar interne risicobeheersing- en controlesystemen. De risico's zoals genoemd in het jaarverslag 2010 zijn ook van toepassing voor de tweede helft van 2011. Verantwoording door de Executive Board De Executive Board van USG People N.V. verklaart hierbij dat, voor zover hun bekend, de halfjaarrekening een getrouw beeld geeft van de activa, de passiva, de financiële positie en de winst of het verlies van de uitgevende instelling en de gezamenlijke in de consolidatie opgenomen ondernemingen, en het halfjaarverslag een getrouw overzicht geeft van de in het achtste en, voor zover van toepassing, negende lid van artikel 5:25d van de Wet op het financieel toezicht bedoelde informatie. Almere, 22 juli 2011 USG People N.V. R. Zandbergen L. Geirnaerdt A. Jongsma E. de Jong H. Coffeng

Voor meer informatie over dit persbericht: Leen Geirnaerdt, CFO Telefoon: +31 (0)36 529 95 07 E-mail: lgeirnaerdt@usgpeople.com Rob Zandbergen, CEO Telefoon: +31 (0)36 529 95 20 E-mail: rzandbergen@usgpeople.com Aanvullende informatie Pagina 11 tot en met 13 van dit persbericht bevat aanvullende informatie ten opzichte van de segmentatie zoals gehanteerd in de jaarrekening 2010 van USG People. Deze aanvullende informatie is opgenomen ter vergroting van het inzicht in de kwartaalcijfers ten behoeve van de gebruikers van dit persbericht. Financiële kalender 28 oktober 2011 2 maart 2012 10 mei 2012

Publicatie derde kwartaalresultaten Publicatie vierde kwartaal- en jaarresultaten Algemene Vergadering van Aandeelhouders


8/26



persbericht

Presentatie analisten en pers Vandaag zal USG People haar resultaten presenteren voor analisten en de pers via bijeenkomsten in het Hilton Hotel te Amsterdam. De analistenbijeenkomst is tevens te volgen via een webcast. De presentatie voor analisten begint om 9:30 uur CET waaraan extern kan worden deelgenomen via de link die u kunt vinden op www.usgpeople.com. De presentatie voor de pers begint om 12:00 uur CET in het Hilton hotel te Amsterdam. Een audio replay van de presentatie en de vraag en antwoord sessie van de analistenbijeenkomst is beschikbaar op onze website vanaf vandaag 18:00 CET. De link is: http://investor.usgpeople.com/phoenix.zhtml?c=139415&p=irol-presentations

De in dit persbericht gegeven voorspellingen en verwachtingen worden verstrekt zonder enige vorm van garantie ten aanzien van de toekomstige verwerkelijking ervan. Dit persbericht bevat of verwijst naar op de toekomst gerichte uitspraken betreffende de voornemens, meningen of huidige verwachtingen van USG People en haar directie of overige leidinggevenden ten aanzien van USG People en haar bedrijfsvoering. In het algemeen wijzen termen en begrippen als "mogen", "zullen", "verwachten", "voornemen", "schatten", "voorzien", "geloven", "van plan zijn", "pogen", "voortzetten" en dergelijke op uitspraken die op de toekomst zijn gericht. Dergelijke op de toekomst gerichte uitspraken zijn geen garantie terzake van toekomstige prestaties. Ze zijn gebaseerd op huidige opvattingen en aannames en zijn onderhevig aan bekende en onbekende risico's, onzekerheden en overige factoren die zich veelal buiten de invloedssfeer van USG People bevinden, ten gevolge waarvan de daadwerkelijke resultaten of ontwikkelingen wezenlijk kunnen afwijken van de toekomstige resultaten of ontwikkelingen zoals die impliciet of expliciet zijn neergelegd in de op de toekomst gerichte verklaringen. USG People aanvaardt geen enkele verplichting ten aanzien van het actualiseren of wijzigen van op de toekomst gerichte verklaringen op grond van nieuwe informatie, toekomstige gebeurtenissen of om welke andere reden ook, behoudens voorzover vereist krachtens toepasselijke wet- en regelgeving of op gezag van een terzake bevoegd regelgevend orgaan.

Disclaimer Dit persbericht is beschikbaar in het Nederlands en Engels. Bij onduidelijkheden is de Nederlandse tekst doorslaggevend. Profiel USG People USG People is met een omzet van 3,1 miljard in 2010 de op drie na grootste leverancier van HR-diensten in Europa en biedt deze dienstverlening aan vanuit een palet van gerenommeerde, herkenbare merken. USG People is actief in de landen België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Polen, Spanje en Zwitserland. Het hoofdkantoor van USG People is gevestigd in Almere, Nederland. De merkenportfolio van USG People bevat de merken Start People (General Staffing) ­ AdRem Young Professionals, ASA Student, Creyf's, Express Medical, Receptel, Secretary Plus, Technicum en Unique (Specialist Staffing) ­ Legal Forces, USG Capacity, USG Energy, USG Financial Forces, USG HR Forces, USG Innotiv, USG Juristen, USG Restart en de wereld van ikki (Professionals) ­ Call-IT (Other Services). USG People is genoteerd aan de effectenbeurs NYSE Euronext Amsterdam en is opgenomen in de Amsterdam Midcap Index (AMX). Bezoek voor meer informatie over USG People of haar werkmaatschappijen onze website www.usgpeople.com.


9/26



persbericht

Financiële overzichten Onderliggende resultaten Aanvullende informatie per activiteit Aanvullende informatie per land Geconsolideerde halfjaarrekening per 30 juni 2011 Winst- en verliesrekening Overzicht van het totaalresultaat Balans Mutatieoverzicht van het eigen vermogen Kasstroomoverzicht Toelichting behorende bij de financiële informatie

Pagina

11 12

15 16 17 18 19 20


10/26



persbericht

Aanvullende informatie per activiteit (geen accountantscontrole toegepast)

3 maanden geëindigd op 30 juni Organische groei EBITA marge 2011 EBITA marge 2010

in miljoenen euro's

2011

2010

Groei

Omzet General Staffing Specialist Staffing Professionals Other Totaal groep Onderliggende EBITA General Staffing Specialist Staffing Professionals Other Corporate Totaal groep

561,9 177,7 70,2 5,5 815,3

484,5 185,0 71,4 5,6 746,5

16% -4% -2% -2% 9%

15% -4% -2% -2% 9%

14,2 9,6 4,8 -0,2 -7,0 21,4

10,6 9,7 3,6 0,1 -4,8 19,2

34% -1% 33% -300% -46% 12%

28% -1% 33% -300% -46% 11%


2,5% 5,4% 6,8% -3,6% 2,6%


2,2% 5,2% 5,0% 1,8% 2,6%

6 maanden geëindigd op 30 juni Organische groei EBITA marge 2011 EBITA marge 2010

in miljoenen euro's

2011

2010

Groei

Omzet General Staffing Specialist Staffing Professionals Other Totaal groep Onderliggende EBITA General Staffing Specialist Staffing Professionals Other Corporate Totaal groep


1.086,9 357,1 141,4 11,3 1.596,7

910,2 364,5 144,2 11,9 1.430,8

19% -2% -2% -5% 12%

19% -2% -2% -5% 11%

23,2 17,2 8,9 -0,1 -13,1 36,1

15,4 15,7 8,8 0,3 -11,5 28,7

51% 10% 1% -133% -14% 26%

48% 10% 1% -133% -14% 24%


2,1% 4,8% 6,3% -0,9% 2,3%


1,7% 4,3% 6,1% 2,5% 2,0%


11/26



persbericht

Aanvullende informatie per land (geen accountantscontrole toegepast)


3 maanden geëindigd op 30 juni in miljoenen euro's Omzet Nederland General Staffing Specialist Staffing Professionals Other België / Luxemburg General Staffing Specialist Staffing Professionals Frankrijk General Staffing Specialist Staffing Professionals Duitsland General Staffing Specialist Staffing Spanje General Staffing Professionals Italië Overige landen Totaal groep Onderliggende EBITA Nederland België / Luxemburg Frankrijk Duitsland Spanje Italië Overige landen Corporate Totaal groep 8,6 13,4 4,3 0,4 0,0 1,4 0,3 -7,0 21,4 7,2 12,7 4,9 -0,3 -1,0 0,5 0,2 -5,0 19,2 19% 6% -12% 233% 100% 180% 50% -40% 12% 19% 6% -12% 233% 90% 180% -50% -40% 11% 2,9% 7,9% 2,9% 0,5% 0,0% 3,8% 0,8% 2,6% 2,4% 7,9% 4,0% -0,5% -2,2% 1,5% 0,7% 2,6% 299,5 145,3 103,6 45,1 5,5 169,7 97,8 56,7 15,2 146,2 142,7 0,6 2,9 75,7 59,4 16,3 51,4 43,8 7,6 37,1 35,7 815,3 293,9 125,1 115,6 47,6 5,6 160,2 91,3 54,8 14,1 122,9 119,6 0,6 2,7 63,4 49,6 13,8 46,0 39,1 6,9 33,1 27,0 746,5 2% 16% -10% -5% -2% 6% 7% 3% 8% 19% 19% 7% 20% 20% 18% 12% 12% 10% 12% 32% 9% 2% 16% -10% -5% -2% 6% 7% 3% 8% 19% 19% 7% 20% 20% 18% 10% 12% 1% 12% 23% 9% 2011 2010 Groei Organische groei EBITA marge 2011 EBITA marge 2010


12/26



persbericht

6 maanden geëindigd op 30 juni in miljoenen euro's Omzet Nederland General Staffing Specialist Staffing Professionals Other België / Luxemburg General Staffing Specialist Staffing Professionals Frankrijk General Staffing Specialist Staffing Professionals Duitsland General Staffing Specialist Staffing Spanje General Staffing Professionals Italië Overige landen Totaal groep Onderliggende EBITA Nederland België / Luxemburg Frankrijk Duitsland Spanje Italië Overige landen Corporate Totaal groep 16,3 21,6 6,5 2,8 -0,9 1,9 1,0 -13,1 36,1 13,7 21,0 8,4 -0,8 -2,5 0,4 0,2 -11,7 28,7 19% 3% -23% 450% 64% 375% 400% -12% 26% 19% 3% -23% 450% 60% 375% 150% -12% 24% 2,7% 6,4% 2,4% 1,9% -0,9% 2,7% 1,4% 2,3% 2,4% 6,8% 3,8% -0,7% -2,8% 0,6% 0,4% 2,0% 599,8 288,8 208,7 91,0 11,3 340,0 196,1 112,8 31,1 273,3 266,4 1,3 5,6 147,7 114,6 33,1 96,6 81,7 14,9 70,3 69,0 1.596,7 581,7 243,7 228,6 97,5 11,9 310,4 174,4 107,7 28,3 223,8 217,0 1,2 5,6 114,2 88,5 25,7 90,4 76.7 13,7 61,7 48,6 1.430,8 3% 19% -9% -7% -5% 10% 12% 5% 10% 22% 23% 8% 29% 29% 29% 7% 7% 9% 14% 42% 12% 3% 19% -9% -7% -5% 10% 12% 5% 10% 22% 23% 8% 29% 29% 29% 6% 7% 4% 14% 35% 11% 2011 2010 Groei Organische groei EBITA marge 2011 EBITA marge 2010


13/26



persbericht

Geconsolideerde halfjaarrekening per 30 juni 2011


14/26



persbericht

Geconsolideerde interim winst- en verliesrekening
(geen accountantscontrole toegepast)
Bedragen in duizenden euro's 6 maanden eindigend op 30 juni 2011 1.596.693 1.259.763 336.930 -274.640 -9.874 -284.514 -64.034 59 -348.489 6 maanden eindigend op 30 juni 2010 1.430.766 1.113.747 317.019 -236.221 -16.991 -253.212 -55.665 73 -308.804

Netto omzet Kostprijs van de omzet Brutoresultaat Verkoopkosten Amortisatie acquisitie gerelateerd immateriële activa Totaal verkoopkosten Algemene beheerskosten Overige baten en lasten Totaal operationele kosten Bedrijfsresultaat Financieringslasten Financieringsinkomsten Resultaat voor belastingen Belastingen NETTORESULTAAT Toerekenbaar aan: Eigenaren van de vennootschap Minderheidsbelangen


-11.559 -12.908 10.378 -14.089 -610 -14.699

8.215 -19.761 576 -10.970 859 -10.111


-14.736 37 -14.699


-10.113 2 -10.111

Resultaat per aandeel toerekenbaar aan eigenaren van de vennootschap (in euro's, per aandeel van 0,50 nominaal) Gewoon Verwaterd -0,19 -0,19 -0,13 - -0,13


15/26



persbericht

Geconsolideerd interim overzicht van het totaalresultaat (geen accountantscontrole toegepast)
Bedragen in duizenden euro's 6 maanden eindigend op 30 juni 2011 -14.699 6 maanden eindigend op 30 juni 2010 -10.111

Nettoresultaat Overig totaal resultaat na belasting: Omrekeningsverschillen Overig totaal resultaat na belasting Totaalresultaat Toerekenbaar aan: Eigenaren van de vennootschap Minderheidsbelangen

179 179 -14.520

45 45 -10.066


-14.557 37 -14.520


-10.068 2 -10.066


16/26



persbericht

Geconsolideerde interim balans
(geen accountantscontrole toegepast)
Bedragen in duizenden euro's 30 juni 2011 Vaste Activa Materiële vaste activa Goodwill Overige immateriële vaste activa Financiële vaste activa Latente belastingvorderingen Overige vaste activa 41.433 941.208 95.509 8.515 78.726 6.241 1.171.632 Vlottende activa Handelsvorderingen en overige vorderingen Belastingvorderingen Liquide middelen 523.351 13.834 50.509 587.694 Totaal activa Eigen vermogen toerekenbaar aan eigenaren van de vennootschap Aandelenkapitaal Benoemde reserves Ingehouden winsten 1.759.326 477.875 8.187 42.140 528.202 1.676.561 44.516 919.115 100.918 8.645 69.117 6.048 1.148.359 31 dec 2010

406.300 15.055 299.409 720.764 493 721.257

406.300 16.332 317.612 740.244 554 740.798

Minderheidsbelangen Totaal eigen vermogen Langlopende verplichtingen Leningen Pensioengerelateerde voorzieningen Overige voorzieningen Latente belastingverplichtingen

228.251 204 29.375 31.392 289.222

229.532 204 8.605 31.248 269.589

Kortlopende verplichtingen Bankkredieten en leningen Crediteuren en overige schulden Belastingverplichtingen Financiële derivaten Overige voorzieningen 143.613 547.334 24.280 11.138 22.482 748.847 Totaal verplichtingen 1.038.069 60.325 548.618 24.514 17.795 14.922 666.174 935.763

Totaal eigen vermogen en verplichtingen


1.759.326


1.676.561


17/26



persbericht

Geconsolideerd interim mutatieoverzicht van het eigen vermogen (geen accountantscontrole toegepast)
Bedragen in duizenden euro's Toerekenbaar aan eigenaren van de vennootschap Aandelen Benoemde Ingehouden kapitaal reserves winsten 321.515 84.785 14.978 45 45 311 302.319 -10.113 -10.113 Minderheids belang 529 2 2 -78 84.785 Balans per 30 juni 2010 Balans per 1 januari 2011 Nettoresultaat 1 halfjaar 2011 Omrekeningsverschillen Totaalresultaat Aandelenplan Dividend over 2010 Mutatie als gevolg van levering uit aandelenplan Dividend betaald aan houders van minderheidsbelangen e

Totaal eigen vermogen 639.341 -10.111 45 -10.066 311 84.785 -78 85.018 714.293 740.798 -14.699 179 -14.520 719 -5.642 -98

Balans per 1 januari 2010 Nettoresultaat 1e halfjaar 2010 Omrekeningsverschillen Totaalresultaat Aandelenplan Plaatsing nieuwe aandelen Dividend betaald aan houders van minderheidsbelang


311 15.334 16.332 179 179 719 -2.175


292.206 317.612 -14.736 -14.736 -5.642 2.175


-78 453 554 37 37 -98


406.300 406.300 -

Balans per 30 juni 2011 406.300


-1.456 15.055


-3.467 299.409


-98 493


-5.021 721.257


18/26



persbericht

Geconsolideerd interim kasstroomoverzicht
(geen accountantscontrole toegepast)
Bedragen in duizenden euro's Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat voor belasting Aanpassingen voor: Afschrijvingen en amortisatie materiële en immateriële vaste activa Resultaat verkoop materiële en immateriële vaste activa Financieringslasten Financieringsinkomsten Kosten aandelenplan verwerkt via eigen vermogen Koersverschillen Mutatie pensioenverplichtingen en overige voorzieningen Mutatie overige vaste activa Mutaties werkkapitaal: - handelsvorderingen en overige vorderingen - crediteuren en overige schulden Kasstroom uit operationele activiteiten Betaalde winstbelasting Nettokasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Acquisities dochterondernemingen Netto investeringen in materiële vaste activa Netto investeringen in immateriële vaste activa Betaling/terugontvangst leningen en waarborgsommen Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangsten uit uitgifte van aandelen Betalingen op derivaten Ontvangsten van leningen Aflossingen op leningen Betaalde interest Ontvangen interest Dividend betaald Dividend betaald aan houders van minderheidsbelang Nettokasstroom uit financieringsactiviteiten Afname liquide middelen Mutatie liquide middelen Liquide middelen per 1 januari Afname liquide middelen Rekening courantschulden/liquide middelen per 30 juni Specificatie rekening courantschulden/liquide middelen Liquide middelen per 30 juni zoals in de balans getoond Rekening courantschulden bij banken 6 maanden eindigend op 30 juni 2011 30 juni 2010 -14.089 23.727 66 12.908 -10.378 719 -39 28.330 -193 -43.493 -5.549 -7.991 -16.807 -24.798 -10.970 29.336 251 19.761 -576 311 -4 -8.375


-37.906 39.580 31.408 -28.840 2.568


-8.623 -4.704 -7.487 126 -20.688


-1.931 -9.974 -620 -12.525


-4.269 52.948 -27.324 -3.859 319 -5.642 -98 12.075 -33.411


84.785 -5.627 -85.040 -4.660 591 -78 -10.029 -19.986


15.067 -33.411 -18.344


24.404 -19.986 4.418


50.509 -68.853 -18.344


53.075 -48.657 4.418


19/26



persbericht

Toelichting behorende bij de geconsolideerde interim financiële informatie Algemeen De juridische vorm van USG People N.V. is een rechtspersoon met beperkte aansprakelijkheid (Naamloze Vennootschap). USG People N.V. is statutair gevestigd in Almere, Nederland. De aandelen van de vennootschap zijn genoteerd aan de beurs van NYSE Euronext Amsterdam. USG People biedt alle vormen van flexibele arbeid en uiteenlopende diensten aan op het gebied van human resources, opleiding, training en customer care-services. De groep is actief in 10 landen. De geconsolideerde interim financiële informatie van de onderneming voor de periode geëindigd op 30 juni 2011 bestaat uit de onderneming en haar dochterondernemingen (tezamen `de groep' genoemd). De geconsolideerde interim financiële informatie is op 21 juli 2011 door de Raad van Bestuur opgesteld. Het interim verslag en de geconsolideerde interim financiële informatie zijn besproken in de vergadering van de Raad van Commissarissen van 21 juli 2011. Deze geconsolideerde interim financiële informatie is niet door een accountant gecontroleerd of beoordeeld.

Basis voor samenstelling
De geconsolideerde interim financiële informatie is opgesteld conform IAS 34, `Tussentijdse financiële verslaggeving'. De geconsolideerde interim financiële informatie dient samen met de geconsolideerde jaarrekening voor het jaar geëindigd op 31 december 2010 te worden gelezen.

Belangrijke grondslagen van waardering en bepaling van het resultaat De in deze geconsolideerde interim financiële informatie gehanteerde grondslagen voor waardering en samenstelling van het resultaat zijn gelijk aan die gehanteerd in de jaarrekening voor het jaar geëindigd op 31 december 2010, welke conform IFRS standaarden zoals van toepassing in de Europese Unie is opgesteld.

Standaarden, aanpassingen en interpretaties
Ten opzichte van de jaarrekening 2010 is de per 1 januari 2011 verplicht geworden herziene standaard IAS 24 `Verbonden partijen' van toepassing. De toepassing van deze aangepaste standaard heeft geen invloed op de toelichting van verbonden partijen. De wijzigingen in IAS 34 waarbij de nadruk wordt gelegd op toelichtingen uit hoofde van significante transacties en wijzigingen zijn op deze geconsolideerde interim financiële informatie toegepast. Overige wijzigingen in standaarden, met ingang van 2011 van kracht, zijn niet van belang voor de groep en hebben geen invloed op de omvang van het resultaat noch van het vermogen en de toelichtingen.

Seizoensinvloeden
De omzet en de resultaten van de groep zijn slechts in geringe mate onderhevig aan seizoensinvloeden.

Bijzondere test waardevermindering
Omdat de economische omstandigheden in het merendeel van de landen waar de groep actief is niet zijn veranderd en er ook geen andere signalen zijn geweest die de waardering negatief zouden kunnen beïnvloeden heeft er voor deze groepen van kasstroomgenererende eenheden en/of individuele kasstroomgenererende eenheden binnen deze groepen geen test voor bijzondere waardevermindering op goodwill of andere vaste activa plaatsgevonden.
20/26



persbericht

Dividenduitkering Op 20 juni 2011 is een dividend van 0,16 per aandeel in contanten of in aandelen uitgekeerd. Het aantal dividendrechten dat recht gaf op één gewoon aandeel van 0,50 nominaal was vastgesteld op 75, terwijl 42.437.471 aandelen waren aangemeld voor uitkering van stockdividend. Hiervoor zijn 565.833 gewone aandelen uitgegeven. Voor de resterende aandelen is 5.642 in liquide middelen uitgekeerd. Uitstaande aandelen Op 30 mei 2011 zijn 180.245 gewone aandelen uitgegeven ten behoeve van de definitieve toekenning van aandelen uit hoofde van het Unique Share Plan 2005-2007 en Unique Share Plan 2008-2010. Op 20 juni zijn 565.833 gewone aandelen uitgegeven ten behoeve van de uitkering van stockdividend. Het aantal uitstaande aandelen per 30 juni 2011 is 78.448.505. Gerapporteerde segmenten De gehanteerde segmentenrapportage is gelijk aan die in de jaarrekening van 2010 en gebaseerd op de rapportage zoals de resultaten binnen de groep aan de Raad van Bestuur worden gerapporteerd.

Segmentatie van het resultaat

6 maanden eindigend op 30 juni 2011 Nederland België/ Luxemburg Frankrijk Duitsland Spanje Italië Overige landen Corporate Totaal 6 maanden eindigend op 30 juni 2010 Nederland België/ Luxemburg Frankrijk Duitsland Spanje Italië Overige landen Corporate Totaal Omzet 599.812 339.955 273.332 147.756 96.563 70.256 69.019 1.596.693 Omzet 581.722 310.399 223.805 114.198 90.382 61.647 48.613 1.430.766 EBITA -71 21.644 6.465 -18.520 -932 1.870 954 -13.095 -1.685 EBITA 13.506 20.977 8.362 -1.095 -2.482 422 211 -14.695 25.206

Aansluiting van segmentresultaten naar resultaat voor belastingen EBITA segmenten Amortisatie acquisitie gerelateerd immateriële activa Bedrijfsresultaat Financieringslasten en -inkomsten Belastingen Nettoresultaat 6 maanden eindigend op 30 juni 2011 30 juni 2010 -1.685 25.206 -9.874 -16.991 -11.559 -2.530 -610 -14.699 8.215 -19.185 859 -10.111


21/26



persbericht

Er zijn geen materiële wijzigingen in de activa per segment ten opzichte van de jaarrekening van 2010. Investeringen in dochterondernemingen Gedurende het eerste half jaar 2011 hebben de volgende investeringen in dochterondernemingen plaatsgevonden:

Dochteronderneming Vakcollege Groep B.V. (Nederland) Intra-Personal GmbH (Zwitserland) Uniman S.A. (Zwitserland) M3 Merchandising S.L. (Spanje)

Overgenomen % aandelen 60% 100% 100% 100%

Datum van investering 3 januari 2011 3 januari 2011 17 februari 2011 13 mei 2011

De activiteiten van de overgenomen ondernemingen hebben betrekking op flexibele arbeid en dienstverlening in arbeidsbemiddeling en uitbesteding. De investeringen in deze dochterondernemingen hebben plaatsgevonden ter vergroting van de aanwezigheid van de groep in de betreffende landen en de goede aansluiting van de ondernemingen met de bestaande activiteiten. De investering in Vakcollege Groep B.V. betekent een uitbreiding van de eigendom van 20% naar 80%. De resterende 20% van de aandelen wordt uiterlijk per einde 2016 geleverd. De overeengekomen uitgestelde vergoeding heeft betrekking op de levering van zowel 60% van de aandelen in 2011 als 20% van de aandelen in uiterlijk 2016. De risico's en rechten op economische voordelen komen dan ook volledig voor rekening van de groep en er wordt daarom geen minderheidsbelang opgenomen. De 20% in Vakcollege Groep B.V., welke al in bezit was van de groep, is gecorrigeerd voor de reële waarde ( 3.427). Het positieve resultaat van 3.423 is verantwoord onder de financieringsinkomsten in de winst- en verliesrekening. De eerste waardering van activa en verplichtingen uit hoofde van de acquisities zijn op overnamedatum als volgt:

Reële waarde Cliëntenrelaties Materiële vaste activa Handelsvorderingen en overige vordering Liquide middelen Latente belastingverplichtingen Langlopende leningen Belastingverplichtingen Crediteuren en overige schulden Verkregen activa en verplichtingen Goodwill Overgedragen vergoedingen
2.692 336 1.983 1.829 -753 -83 -98 -2.694 3.212 21.956 25.168

De goodwill is voornamelijk toe te rekenen aan de verwachte synergiën, het aanwezige personeelsbestand en de aanvulling op de activiteiten van de groep in de betreffende landen. De betaalde goodwill is niet fiscaal aftrekbaar. De allocatie van de overgedragen vergoedingen aan de activa en verplichtingen van de acquisities per overnamedatum is nog niet afgerond voor voornamelijk de waardering van de cliëntenrelaties en de daaraan gerelateerde latente belastingverplichtingen.


22/26



persbericht

De reconciliatie van het bedrag voor de uitstroom van liquide middelen in het kasstroomoverzicht is als volgt:

Overgedragen vergoedingen Af: geassocieerde deelneming tegen reële waarde Af: uitgestelde vergoedingen Betaalde overgedragen vergoedingen Af: liquide middelen in verkregen dochterondernemingen Uitstroom liquide middelen als gevolg van acquisities

25.168 -3.427 -11.289 10.452 -1.829 8.623

De uitgestelde vergoedingen zijn in de balans verantwoord onder de leningen. De hoogte van de uitgestelde vergoedingen, afhankelijk van de toekomstige resultaten van de acquisities, zal minimaal nihil zijn en maximaal 14.572 bedragen. In het eerste half jaar was de bijdrage van de overgenomen dochterondernemingen 5.502 aan de netto omzet van de groep en - 255 aan het nettoresultaat van de groep. Indien de acquisities per 1 januari 2011 hadden plaatsgevonden zouden de bijdrage aan de netto omzet van de groep 6.925 en aan het nettoresultaat - 68 zijn. De transactiekosten voor de acquisities bedragen 334 en zijn in de winst- en verliesrekening verantwoord onder de algemene beheerskosten. De mutatie van de boekwaarde van de goodwill op de balans gedurende het eerste half jaar 2011 is als volgt:

Kostprijs Bijzondere waardeverminderingen Boekwaarde 1 januari 2011 Verwerving van dochterondernemingen Omrekeningsverschillen Totaal mutatie Boekwaarde 30 juni 2011 Kostprijs Bijzondere waardeverminderingen Boekwaarde 30 juni 2011

986.723 -67.608 919.115 21.956 137 22.093 941.208 1.008.816 -67.608 941.208

Unique share plan Gedurende het eerste half jaar 2011 is voor zowel key-management als overige personeelsleden een nieuw Unique Share Plan (USP) in werking getreden. Het USP geldt voor een prestatieperiode van vier jaar en beslaat de periode 1 januari 2011 tot 1 januari 2015, met een eerste onvoorwaardelijke toekenning in mei 2015. Vanaf het moment van onvoorwaardelijke toekenning, geldt een holdingperiode van één jaar. Behalve het nog in dienst zijn bij onvoorwaardelijke toekenning zijn de


23/26



persbericht

prestatiecriteria gebaseerd op de mate waarin de te behalen omzet en operationeel resultaat exclusief amortisatie (EBITA) als percentage van de omzet in de jaren 2011 tot en met 2014. Voor ieder prestatiejaar geldt een matrix waarbij op basis van gerealiseerde omzet en EBITA als percentage van de omzet minimaal nul en maximaal 1,4 maal het normaantal aandelen voorwaardelijk kan worden toegekend. Daarnaast zijn voor het key-management additionele niet financiële prestatiecriteria afgesproken, waarbij ieder prestatiejaar maximaal 0,3 maal het normaantal aandelen voorwaardelijk kan worden toegekend. Voor het key-management komen de verschuldigde loonbelasting en sociale premies voor rekening van de groep. De brutowaarde van de jaarlijkse voorwaardelijke toekenning is voor zowel key-management als overige personeelsleden gemaximeerd op het vaste bruto jaarsalaris. Bij de berekening van de bruto waarde wordt de gemiddelde koers van het aandeel gedurende het betreffende prestatiejaar gehanteerd. Het voorwaardelijke toegekende normaantal aandelen voor het prestatiejaar 2011 bedraagt 75.000 voor het key management en 82.230 voor de overige personeelsleden. Amortisatie acquisitie gerelateerd immateriële activa De amortisatiekosten van acquisitie gerelateerde immateriële vaste activa bedragen 9.874 ten opzichte van 16.991 gedurende het eerste half jaar 2010. De amortisatie in het voorgaande jaar bevatte een bedrag voor versnelde amortisatie op handelsmerken en licenties van 5.998. Financieringslasten en ­inkomsten De financieringslasten bedragen 12.908 over het eerste half jaar 2011 ten opzichte van 19.761 in 2010. De kosten over 2010 bevatte een negatieve ongerealiseerde herwaardering op financiële derivaten van 3.410. De ongerealiseerde herwaardering bedraagt een positief resultaat 6.657 in 2011 en is verantwoord onder de financieringsinkomsten. Daarnaast zijn de financieringskosten lager door een lagere betaling op de financiële derivaten en een lagere schuldpositie. Naast de bovengenoemde herwaardering van de financiële derivaten bevatten de financieringsinkomsten het positieve resultaat op een herwaardering van een geassocieerde deelneming naar werkelijke waarde van 3.423 na het verkrijgen van een meerderheidsbelang in deze deelneming.

Belastingen
De belastinglast bedraagt 610 bij een negatief resultaat voor belastingen van 14.089. Inbegrepen hierin de belasting over de toegevoegde waarde in Frankrijk van 3.524 welke als winstbelasting wordt verantwoord. Exclusief deze belasting bedraagt de belastingbate 2.914 gedurende het eerste half jaar 2011. Netto schuld De netto schuld bedraagt 321,4 miljoen ten opzichte van 247,7 miljoen per 31 december 2010. De stijging is het gevolg van de toename van het werkkapitaal, voornamelijk door hogere handelsvorderingen, en investeringsactiviteiten.

Factoring
Uit hoofde van een factoringsprogramma zijn handelsvorderingen in België en in Frankrijk verkocht. De groep kan op enig moment maximaal 150 miljoen aan handelsvorderingen hebben verkocht. De risico's en beloningen behorende bij de vorderingen zijn aan de factormaatschappijen overgedragen. Ultimo juni 2011 waren handelsvorderingen verkocht voor een bedrag van 119,4 miljoen (december 2010: 124,7 miljoen).


24/26



persbericht

Ratio-convenanten met bankensyndicaat
Per 30 juni 2011 bedroeg de senior leverage ratio 1,4 (dient onder 2,5 te blijven) en de interest coverage ratio 5,7 (dient boven 4,0 te blijven). Per 30 juni 2010 bedroeg de senior leverage ratio 1,7 (diende onder 3,0 te blijven) en de interest coverage ratio 3,9 (diende boven 3,0 te blijven).

Voorzieningen
Reorganisatievoorziening Stand per 1 januari 2011 Dotaties gedurende het halfjaar Onttrekkingen gedurende het halfjaar Vrijvallen gedurende het halfjaar Omrekeningsverschillen Stand per 30 juni 2011 Langlopend Kortlopend Stand per 30 juni 2011 14.025 15.644 -5.580 -1.562 -1 22.526 4.685 17.841 22.526 Personeel gerelateerde voorzieningen 5.773 1.687 -1.009 -1.205 Overige voorzieningen 3.729 21.547 -460 -732 1 24.085 20.948 3.137 24.085

Totaal 23.527 38.878 -7.049 -3.499 51.857 29.375 22.482 51.857


5.246 3.742 1.504 5.246

Voor een reorganisatie van de activiteiten in Nederland is een voorziening van 15.491 gevormd. De voorziening is voor de afvloeiing van personeel (12.780) en voor de sluiting van vestigingen ( 2.711). De kosten zijn voor 3.188 als beheerskosten en voor 12.303 als verkoopkosten in de winst- en verliesrekening verantwoord. Onder de overige voorzieningen is een dotatie van 21.200 met betrekking tot de afwikkeling van de CGZP/AMP zaak opgenomen. Het arbeidsgerechtshof te Berlijn heeft op 30 mei 2011, in vervolg op de gerechtelijke uitspraak in december 2010, uitgesproken dat de door CGZP/AMP afgesloten cao's in voorgaande jaren ongeldig waren, waardoor mogelijk vorderingen op de groep kunnen worden ingesteld over deze voorgaande jaren. Met voornoemde uitspraak en de informatie die in de afgelopen maanden beschikbaar is gekomen kan een gegronde schatting van de verplichting worden gemaakt op basis waarvan bovengenoemde voorziening is bepaald. De kosten zijn als verkoopkosten in de winst- en verliesrekening verantwoord.

Verbonden partijen
Er heeft geen wijziging plaatsgevonden in de aard en omvang van de informatie over de verbonden partijen ten opzichte van toelichting 30 van de geconsolideerde jaarrekening voor het jaar geëindigd op 31 december 2010.

Voorwaardelijke activa en verplichtingen
De voorbije maanden is er meer informatie beschikbaar gekomen over de CGZP/AMP zaak. Op basis van een gegronde schatting van de ingestelde vorderingen is een voorziening van 21.200 opgenomen voor de afwikkeling van de CGZP/AMP zaak. In verband met de onzekerheid ten aanzien van de hoogte van het bedrag is geen voorziening opgenomen betreffende overige aanspraken. Daarnaast bestaat er een voorwaardelijke vordering op de voormalige aandeelhouders voor de jaren 2006 tot begin 2008. Er zijn verder geen belangrijke wijzigingen in de overige voorwaardelijke activa en verplichtingen ten opzichte van toelichting 29 van de geconsolideerde jaarrekening voor het jaar geëindigd op 31 december 2010.
25/26



persbericht

Gebeurtenissen na balansdatum Op 7 juli 2011 heeft de groep zijn bestaande syndicaatslening, die in november 2012 zou aflopen, vervroegd afgelost en vervangen door een nieuwe gesyndiceerde kredietfaciliteit van 700 miljoen. Het betreft een revolving- en standby-faciliteit. De nieuwe faciliteit heeft een looptijd van vijf jaar. De overeengekomen ratio convenanten zijn maximaal 3,0 voor de senior leverage ratio en minimaal 3,5 voor de interest coverage ratio. De rentelasten over de gebruikte kredietfaciliteit worden berekend op basis van de 1-maands- tot 6-maands-Euribor verhoogd met een interestmarge tussen 95 en 165 basispunten. Als gevolg van de vervroegde aflossing heeft een versnelde amortisatie van op de bestaande syndicaatslening betaalde bankkosten van 431 plaatsgevonden welke als financieringslasten in de winst- en verliesrekening over het eerste half jaar van 2011 is opgenomen.


26/26






---- --