Centrale Raad van Beroep: vakantierecht vervalt niet door ziekteperiode
De Centrale Raad van Beroep heeft in juli, in een hoger beroepszaak omtrent
een specifieke collega van het korps IJsselland, een uitspraak gedaan die het
recht op vakantie voor politiemensen waarschijnlijk zal aanscherpen. De Raad
stelt dat volgens Europees recht een vakantieaanspraak niet mag worden
beperkt als een persoon tijdens zijn of haar vakantieperiode dusdanig ziek is
geweest, dat deze persoon niet ten volle van de vakantie heeft kunnen
genieten.
Naar aanleiding van de uitspraak zal naar alle waarschijnlijkheid ook
het Barp (Besluit algemene rechtspositie politie) moeten worden
aangepast.
Europese Hof van Justitie
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep verwijst in haar uitspraak
naar het arrest van 20 januari 2009 (Schultz-Hoff) van het Europese Hof
van Justitie. Hierin wordt bepaald dat artikel 7 van de richtlijn
2003/88 zo moet worden uitgelegd dat deze bepaling aan alle werknemers
jaarlijks een vakantie met behoud van loon, van tenminste vier weken,
garandeert. Dit geldt ook voor een zieke werknemer. Is iemand door
ziekte niet in staat geweest om gebruik te maken van het
vakantieverlof, dan vervalt dit recht op een jaarlijkse vakantie niet,
zo stelt de Centrale Raad van Beroep in haar uitspraak.
Barp
In het Barp zijn, als vanzelfsprekend, ook regels over het recht op
vakantie opgenomen. Zo staat in artikel 19 (vierde lid en vijfde lid,
aanhef en onder a, sub 3) dat politiecollega's na 26 weken ziekte (of
52 in geval van een beroepsziekte of dienstongeval) geen aanspraak meer
kunnen maken op vakantie met behoud van loon. Volgens het korps
IJsselland was de betreffende collega, ondanks deze bepalingen, wel in
de gelegenheid geweest om van zijn vakantie te genieten. Het korps
hanteerde daarbij het beleid dat de zieke werknemer, na toestemming van
de bedrijfsarts, vakantie mocht genieten zonder dat dit leidde tot
afschrijving van vakantieverlof.
Onaanvaardbare beperking
De Centrale Raad van Beroep stelt in haar uitspraak dat dit standpunt
haaks staat op het arrest Schultz-Hoff. Daaruit moet worden
geconcludeerd dat artikel 19 van het Barp de vakantieaanspraak, zoals
die voortvloeit uit het Europees recht, onaanvaardbaar beperkt. In
ieder geval indien en voor zover politiecollega's als gevolg hiervan
minder dan de minimaal gewaarborgde periode van vier weken
vakantieverlof hebben kunnen genieten.
Juridische gevolgen
De juristen van de ACP bestuderen de uitspraak van de Centrale Raad van
Beroep momenteel nog grondig. Binnenkort zal, onder meer via de website
van de ACP, over de eventuele juridische gevolgen nader worden bericht.
---
25/07/11 15:23
---
Politiebond ACP