Rijksoverheid


Kenmerk CZ/ CGGZ-3072974

26 juli 2011

Motie Van der Staaij / Bruins Slot over eigen bijdrage GGZ

Geachte voorzitter,

Op 30 juni jongstleden is de motie Van der Staaij / Bruins Slot aangenomen (TK 25 424, nr. 123) over het inperken van het risico op zorgmijding. In deze brief wil ik u graag op de hoogte stellen van de concrete uitwerking van deze motie. In de motie wordt de regering verzocht om in 2012, bij het introduceren van een eigen bijdrage in de tweedelijns GGZ, het risico op zorgmijding in te perken door de meest kwetsbare doelgroepen te ontzien. Hetzij via een verlaging van de eigen bijdrage, hetzij via een gerichte uitzondering van de meest kwetsbare doelgroepen. Tevens wordt verzocht, overeenkomstig het oorspronkelijke kabinetsvoorstel, de `behandeling kort' te blijven vergoeden uit de Zorgverzekeringswet. Daarbij wordt verzocht onder andere dekking te vinden voor deze maatregelen door het tarief van de diagnose behandelcombinaties (DBCs) in de curatieve GGZ van langer dan 18.000 minuten te begrenzen tot het tarief van dezelfde behandeling tot 18.000 minuten en met de sector in overleg te treden om te bezien welke financiële ruimte verder kan worden gevonden voor het ontzien van de meest kwetsbare doelgroepen bij het heffen van de eigen bijdrage. Tot slot wordt gevraagd, de voorstellen die ter tafel komen in het bestuurlijk overleg met de sector, te gebruiken voor verdere verlaging van de eigen bijdrage in de tweede lijn vanaf 2013. Over de uitvoering van de motie heb ik meerdere malen overleg gevoerd met GGZ-Nederland (GGZ-N), Zorgverzekeraars Nederland (ZN), de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) en het Landelijk Platform GGZ (LPGGZ). Onverlet latend de bezwaren die tegen de eigen bijdrage als zodanig blijven bestaan, hebben zij constructief bijgedragen aan het vinden van oplossingen, waarbij verschillende varianten ter tafel zijn gekomen. Daarbij is gezamenlijk geconcludeerd dat vanwege de tijdsdruk en de korte termijn waarmee de maatregelen moeten worden geïmplementeerd en uitgevoerd, de mogelijkheden om te komen tot aanpassingen voor het jaar 2012 beperkt zijn. Alles overwegende, ben ik gekomen tot een pakket maatregelen, ter invulling van de motie, waarmee de eigen bijdrage verder wordt verlaagd van 275 (brief 27 juni 2011, kenmerk CZ/CGGZ-3070559) naar 200. Daarbij betaalt de verzekerde

Pagina 1 van 3



niet meer dan 200 per kalenderjaar (exclusief eigen bijdrage verblijf van 145 per maand). De eigen bijdragen zijn daarmee fors verlaagd ten opzichte van de eigen bijdragen zoals opgenomen in het Regeerakkoord. In het Regeerakkoord is uitgegaan van een eigen bijdrage van 175 voor DBCs met een behandeltijd tot 1800 minuten en 425 voor DBCs vanaf 1800 minuten. Hierbij bestond geen limiet op het aantal te innen eigen bijdragen voor patiënten met meerdere DBCs per jaar. Ook de eigen bijdrage van de eerstelijnspsychologische zorg heb ik verlaagd van 155 (Regeerakkoord) naar 100 per vijf zittingen (zie brief 10 juni jl. CZ/FBI-3066636). Mijns inziens heb ik met deze aanpassingen de maatregelen aanmerkelijk verzacht. De verlaging naar 200 wordt ­ in lijn met de motie - onder andere gedekt door het tarief van 18.000 minuten en langer te begrenzen tot het tarief van dezelfde behandeling tot 18.000 minuten. Verder bleek na overleg met het veld een ramingsbijstelling mogelijk van de maatregel `aanpassingsstoornis'. Tot slot ben ik bereid de maatregel `behandeling kort' tot 200 minuten terug te draaien, waardoor deze behandeling nu wel in het pakket blijft. Ook wordt de eigen bijdrage voor de DBCs tussen de 100 en 200 minuten vastgesteld op 200. Per saldo wordt de opbrengst van deze maatregelen op 51 miljoen begroot, hetgeen een verlaging van de eigen bijdrage van 75 mogelijk maakt. De eigen bijdrage komt hiermee op een bedrag van 200 voor DBCs vanaf 100 minuten. DBCs tot 100 minuten zullen een eigen bijdrage kennen van 100. De DBCs `indirecte tijd' en `crisis' zijn uitgesloten van de eigen bijdrage. De eigen bijdrage zal niet gelden voor jeugd onder de 18 jaar. Ook mensen die onvrijwillig op basis van de wet BOPZ worden opgenomen, worden uitgesloten van de eigen bijdrage. Met de sector is tevens de mogelijkheid verkend om - ook op verzoek van de Kamer ­ de meest kwetsbare doelgroepen te ontzien via een gerichte uitzondering. Daarbij is zowel een uitzondering op basis van aandoeningsgerichte doelgroepen als wel op basis van inkomen onderzocht. Na overleg met het veld is geconcludeerd dat het uitsluiten van patiënten met bepaalde psychische aandoeningen moeilijk objectiveerbaar te maken is. Een helder criterium welke aandoeningen juist wel of juist niet in aanmerking zouden moeten komen voor uitsluiting is niet of nauwelijks te maken. Het ontzien van mensen onder een bepaalde inkomensgrens is een andere mogelijkheid. Maar deze route is ook niet vrij van bezwaren, zoals inzage in inkomensgegevens bij andere partijen en de vergroting van de armoedeval. Indien een verzekerde een inkomen heeft net boven het minimumniveau, moet hij immers voor de tweedelijns GGZ wel deze eigen bijdrage voldoen. Het beleid van achtereenvolgende kabinetten is juist gericht op het verkleinen van de armoedeval.1 Daarnaast zou het inrichten van een dergelijk systeem (zowel voor zorgverzekeraars, zorgaanbieders als andere uitvoeringsorganisaties, die daarmee zouden worden belast) op zodanige uitvoeringstechnische problemen stuiten dat is geconstateerd dat deze weg voor het jaar 2012 onbegaanbaar lijkt. Dat neemt niet weg dat ik bereid ben om in het kader van de ontwikkeling van de brede beleidagenda de mogelijkheden voor alternatieve maatregelen voor 2013 verder te onderzoeken. Daarmee kom ik tegemoet aan het laatste onderdeel van de motie, waarin wordt verzocht in een bestuurlijk overleg met partijen tot een
1

Kenmerk CZ/ CGGZ-3072974