Vrije Universiteit Amsterdam

29 juli 2011

VU-wetenschappers krijgen wederom ERC Starting Grants Drie miljoen euro Europese subsidie toegekend aan Sander Koole en Jacqueline Vink

Sander Koole en Jacqueline Vink van de Vrije Universiteit Amsterdam krijgen elk een Starting Grant van de European Research Counsil (ERC). Daarmee kunnen ze onafhankelijk onderzoek doen en een eigen onderzoeksgroep starten of versterken. Eerder dit jaar kregen VU-collega's Huib Mansvelder en Roberta Croce ook al een ERC Starting Grant. Sander Koole gaat met de 1,5 miljoen euro subsidie onderzoeken hoe mensen hun lichaam kunnen gebruiken om hun emoties te beheersen. Jacqueline Vink krijgt 1,5 miljoen euro subsidie om het complexe samenspel tussen genen en omgevingsfactoren bij middelengebruik en verslaving te onderzoeken.

Wisselwerking tussen lichaam en geest bij emotieregulatie Sociaal psycholoog Sander Koole gaat onderzoek doen naar de vraag hoe mensen hun lichaam kunnen gebruiken om zich beter te voelen, een proces dat wordt aangeduid als emotieregulatie. Zo is bijvoorbeeld bekend dat omhoog kijken kan helpen om negatieve gevoelens te verminderen. En een warme douche blijkt mensen te helpen die kampen met gevoelens van eenzaamheid. Bij traditioneel onderzoek naar de emotieregulatie ligt de nadruk op óf het lichaam óf de geest (hogere mentale processen). Koole wil in zijn onderzoek beide benaderingen integreren door de wisselwerking tussen lichaam en geest in emotieregulatie te onderzoeken. Het onderzoek is primair gericht op het verbeteren van het wetenschappelijk inzicht in hoe mensen hun emoties reguleren. Maar het onderzoek kan ook leiden tot nieuwe behandelmethodes voor problemen waarbij de emotieregulatie een rol speelt, zoals klinische depressie of angststoornissen.

Samenspel genen en omgevingsfactoren bij middelengebruik en verslaving Onderzoeker Jacqueline Vink gaat onderzoek doen naar het samenspel van genen en omgevingsfactoren bij het gebruik van nicotine, alcohol, cafeïne en cannabis. Zij gebruikt hiervoor onderzoeksgegevens van tweelingfamilies uit het Nederlands Tweelingen Register. Met haar onderzoeksmethode kan ze onderscheid maken in de bijdrage van omgevingsinvloeden en erfelijke factoren en de interactie tussen beide. Ook gaat ze op zoek naar genen en netwerken van genen die betrokken zijn bij het gebruik van verslavende middelen. In het bloed van rokers, niet-rokers en passieve (mee)rokers zal de stof cotinine worden gemeten. Cotinine is een afbraakproduct van nicotine en weerspiegelt de hoeveelheid nicotine waar iemand aan is blootgesteld. Jacqueline Vink gaat ook onderzoeken welke gevolgen gebruik van nicotine, alcohol, cafeïne en cannabis hebben voor de gezondheid. Dit project zal leiden tot beter inzicht in de individuele verschillen in middelengebruik en het risico op verslaving.