Groep Brussel Lambert
Groep Brussel Lambert
29 juli 2011 Na 17.45 u
Gereglementeerde informatie
Halfjaarlijkse financiële verslaggeving
Gegevens eind juni 2011 (eind juni 2010) (globaal/per aandeel)
Nettoresultaat
(deel van de groep) EUR 416 miljoen (EUR 297
miljoen) EUR 2,68 (EUR 1,91)
Nettoresultaat zonder overdrachten
en waardeverminderingen EUR 385 miljoen (EUR 317 miljoen)
EUR 2,48 (EUR 2,04)
Cash earnings EUR 326 miljoen (EUR 362
miljoen) EUR 2,02 (EUR 2,24)
Aangepast netto-actief EUR 13.212 miljoen (EUR
12.671 miljoen) EUR 81,88 (EUR 78,53)
De berekeningsmethode per aandeel steunt op het aantal uitgegeven
aandelen op 30 juni (161,4 miljoen), behalve voor het nettoresultaat
per aandeel, waarvoor, in toepassing van de IFRS, wordt verwezen naar
het gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen (155,3 miljoen effecten
in 2011).
De Raad van Bestuur van GBL van 29 juli 2011 heeft de geconsolideerde
financiële staten van GBL voor het eerste halfjaar van 2011 afgesloten.
Deze financiële staten, opgenomen op blz. 8 en volgende, zijn in
overeenstemming met IAS 34 -Tussentijdse financiële verslaggeving en
werden door Commissaris Deloitte aan een beperkt nazicht onderworpen.
Het geconsolideerd nettoresultaat, deel van de groep, per 30 juni 2011
is EUR 119 miljoen hoger dan op 30 juni 2010 en komt uit op EUR 416
miljoen. Deze toename (+ 40%) is voornamelijk te wijten aan het feit
dat GBL op 30 juni voor het eerst het kwartaaldividend 2011 van Total
(EUR 46 miljoen) en de in 2011 gerealiseerde meerwaarden op de
overdrachten in de private equity (EUR 29 miljoen) in resultaat heeft
genomen, terwijl in 2010 een waardevermindering van EUR 20 miljoen op
Iberdrola werd geboekt.
De cash earnings per 30 juni 2011 bedragen EUR 326 miljoen, tegen EUR
362 miljoen over dezelfde periode 2010. De bijdragen van Total, GDF
SUEZ en Pernod Ricard tot de cash earnings zijn stabiel gebleven ten
opzichte van 2010. De dividenden die voor het eerst werden geïnd
dankzij de verhoging met 25,6% van de deelneming in Imerys konden het
lagere dividend van Lafarge ten dele compenseren. Voorts heeft GBL in
het eerste kwartaal 2011 EUR 16 miljoen uitgegeven voor de afwikkeling
van een begin 2013 vervallende renteswap (EUR 500 miljoen), wat in min
komt van de cash earnings. Op geconsolideerde basis heeft deze
transactie evenwel een positief effect door de terugneming van de
voorziening op dit financieel instrument.
Liquide middelen: GBL heeft in het eerste halfjaar EUR 1.174 miljoen in
haar portefeuille geïnvesteerd. EUR 1.087 miljoen daarvan werden
besteed aan Imerys, waardoor het belang in deze groep werd opgetrokken
van 30,7% tot 56,2%. Ook de deelneming in Arkema werd verhoogd (tot
6,1% van het kapitaal op 30 juni). In de private equity heeft Ergon
Capital Partners III de uitgeversgroep De Boeck overgenomen.
Daarenboven heeft GBL EUR 37 miljoen geïnd van PAI/Sagard ingevolge de
overdracht van diverse deelnemingen.
Na voormelde investeringen en de inning van de dividenden over het
eerste halfjaar bedraagt de nettoschuld van GBL per eind juni zowat EUR
800 miljoen. De nog eventueel uit te voeren inschrijvingsverbintenissen
ten opzichte van de private-equityfondsen van de Vennootschap (geraamd
op ongeveer EUR 400 miljoen) zijn niet in deze schuld inbegrepen. GBL
financiert, sinds begin juli, deze schuld via haar kredietlijnen bij de
banken, door opnemingen met een looptijd van respectievelijk 1 en 3
jaar.
Het aangepast netto-actief van GBL bedraagt op 22 juli 2011 EUR 81,88
per aandeel, tegen EUR 88,77 per eind december 2010. De beurskoers
sluit af op EUR 60,39 per aandeel. Die koersdaling met EUR 2,54 ten
opzichte van eind december 2010 stemt overeen met de coupon 2010 die in
april laatstleden werd uitbetaald.
* * *
1. Portefeuille en aangepast netto-actief van GBL op 22 juli 2011
Portefeuille
Aangepast netto-actief
% in kapitaal
Beurskoers (EUR)
(miljoen EUR)
Total
4,0 %
39,46
3.706
GDF SUEZ
5,2 %
23,94
2.805
Lafarge
21,1 %
40,12
2.420
Pernod Ricard
9,9 %
69,67
1.818
Imerys
56,2 %
47,15
2.006
Suez Environnement
6,9 %
13,37
468
Iberdrola
0,5 %
5,92
186
Arkema
6,1 %
70,59
266
Private equity en andere
-
-
265
Portefeuille
13.940
Nettocash/trading/eigen aandelen
(728)
Aangepast netto-actief
13.212
Aangepast netto-actief per aandeel (EUR)
81,88
Beurskoers (EUR)
60,39
Het aantal uitstaande aandelen bedraagt 161.358.287.
Eind juli beschikte GBL over een bedrag van meer dan EUR 150 miljoen
liquide middelen, waarin de EUR 84 miljoen vervat zijn die in de loop
van de maand werden geïnd van Lafarge, Pernod Ricard et Iberdrola. De
met liquide gelijkgestelde middelen en de waardering van de 3,8% eigen
aandelen zijn goed voor ongeveer EUR 460 miljoen. De schuld staat voor
de obligatie-uitgifte 2017 (EUR 350 miljoen), de opname van
kredietlijnen (EUR 750 miljoen) en de converteerbare obligaties GBL
2012 (EUR 236 miljoen na aftrek van de inkopen). De optelling van deze
verschillende bestanddelen komt uit op een nettothesaurie van EUR - 728
miljoen.
2. Geconsolideerd halfjaarresultaat (economische presentatie)
Ingevolge het hoofdaandeelhouderschap in Imerys en de integrale
consolidatie ervan als operationele vennootschap, diende GBL de
presentatie van haar geconsolideerde financiële staten IFRS aan te
passen. Met het oog op de continuïteit, zal GBL de economische
presentatie van haar resultatenrekening voortzetten, die onveranderd
het nettoresultaat IFRS van GBL vermeldt. Aangezien echter de
uitsplitsing van dit resultaat niet meer in overeenstemming is met de
voorschriften van IAS 1 - Presentatie van de jaarrekening, wordt een
nieuwe voorstelling van de financiële staten, conform IAS 34, opgenomen
op blz. 8 en volgende.
Miljoen EUR
Deel van de groep
30 juni 2011
30 juni
2010
Cash earnings
Mark to market en andere non cash
Operationele ondernemingen (geassocieerde of ge-consolideerde) en
private equity
Eliminaties, meerwaarden, waardevermin-deringen en terugnemingen
Geconsoli-deerd
Geconsoli-deerd
Nettoresultaat van de geassocieerde en operationele geconsolideerde
ondernemingen
-
-
119,7
-
119,7
125,2
Nettodividenden van deelnemingen
344,1
45,5
-
(111,6)
278,0
226,8
Opbrengsten en kosten van interesten
(9,0)
(1,3)
0,6
-
(9,7)
(6,8)
Andere financiële opbrengsten en kosten
1,9
9,5
-
-
11,4
(15,3)
Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten
(10,9)
(1,6)
(1,9)
-
(14,4)
(13,4)
Resultaten op overdrachten, waardeverminderingen en terugnemingen van
niet-courante activa
-
-
30,5
-
30,5
(20,4)
Belastingen
-
0,4
-
-
0,4
0,6
Geconsolideerd resultaat IFRS (6 maanden 2011)
Gewoon resultaat per aandeel
Verwaterd resultaat per aandeel
326,1
52,5
148,9
(111,6)
415,9
2,68
2,66
Geconsolideerd resultaat IFRS (6 maanden 2010)
Gewoon resultaat per aandeel
Verwaterd resultaat per aandeel
362,2
(25,0)
123,9
(164,4)
296,7
1,91
1,91
Het gewogen gemiddeld aantal aandelen gebruikt voor de berekening van
het gewoon resultaat per aandeel bedraagt 155.258.843 (155.186.234 per
30 juni 2010). Voor de berekening van het verwaterd resultaat per
aandeel bedraagt het 158.288.363 (159.398.376 per 30 juni 2010).
2.1. Cash earnings (EUR 326 miljoen tegen EUR 362 miljoen)
Nettodividenden van deelnemingen
Miljoen EUR
30 juni 2011
30 juni 2010
Total (saldo)
103,7
101,8
GDF SUEZ (saldo)
78,5
78,5
Lafarge
60,5
120,9
Imerys
51,1
23,1
Suez Environnement
22,8
22,8
Pernod Ricard (voorschot)
17,5
15,8
Iberdrola (saldo)
5,8
6,2
Arkema
3,8
1,4
Andere
0,4
0,3
Totaal
344,1
370,8
De nettodividenden van de deelnemingen over het eerste halfjaar zijn
gedaald met EUR 27 miljoen ten opzichte van 2010. Die achteruitgang is
te wijten aan het gecombineerd effect van:
· de stabiele bijdrage van Total en GDF SUEZ (saldo van het
dividend 2010) en de lichte verhoging van die van Pernod Ricard, die
samen goed zijn voor meer dan de helft van de door GBL geïnde
dividenden;
· het aanvullend dividend (EUR 28 miljoen) afkomstig van de
verhoging met 25,6% van het belang in Imerys, dat de vermindering van
het dividend van Lafarge tot EUR 1 per aandeel in totaal zowat EUR 60
miljoen voor GBL - kon compenseren.
Bovendien omvat de post Mark to market en andere non cash in de
geconsolideerde rekening per 30 juni, in toepassing van de IFRS, het
2011 interimdividend vanwege Total. De Raad van Bestuur van Total heeft
op 28 april laatstleden daartoe besloten op grond van het nieuw
uitkeringsbeleid van een kwartaaldividend. Dit dividend van EUR 0,57
per aandeel vertegenwoordigt voor GBL een totaalbedrag van EUR 46
miljoen, betaalbaar op 22 september eerstkomend.
De interestlasten bedragen EUR - 9 miljoen en omvatten de
halfjaarlijkse kost van de obligatie-uitgifte 2017 (EUR 350 miljoen)
die eind juni 2010 werd afgerond en de financieringskosten van de
aankoop in 2011 van de Imerys-aandelen voor meer dan EUR 1 miljard.
De andere financiële opbrengsten en kosten bedragen EUR 2 miljoen. Ze
omvatten hoofdzakelijk de kost in verband met de afwikkeling van de
renteswap, gecompenseerd door de dividenden met betrekking tot de eigen
aandelen.
De andere bedrijfsopbrengsten en -kosten bleven stabiel op ongeveer EUR
11 miljoen.
2.2. Mark to market en andere non cash (EUR 53 miljoen tegen
EUR 25 miljoen)
Miljoen EUR
30 juni 2011
30 juni 2010
Nettodividenden van deelnemingen
45,5
-
Opbrengsten en kosten van interesten
(1,3)
(2,0)
Andere financiële opbrengsten en kosten
9,5
(21,5)
Andere bedrijfsopbrengsten en kosten
(1,6)
(2,1)
Belastingen
0,4
0,6
Totaal
52,5
(25,0)
Deze rubriek omvat per 30 juni 2011 hoofdzakelijk het 2011
interimdividend van Total (EUR 46 miljoen), de terugneming van de
voorziening in verband met de renteswap (EUR 20 miljoen) en de
eliminatie van het dividend met betrekking tot de eigen aandelen (EUR -
16 miljoen).
2.3. Operationele ondernemingen (geassocieerde of
geconsolideerde) en private equity (EUR 149 miljoen tegen EUR 124
miljoen)
Het nettoresultaat van de geassocieerde en geconsolideerde operationele
ondernemingen bedraagt EUR 120 miljoen tegen EUR 125 miljoen over
dezelfde periode van 2010:
Miljoen EUR
30 juni 2011
30 juni 2010
Lafarge
54,7
82,8
Imerys
68,9
36,5
Ergon Capital Partners I & II
(4,6)
5,9
Operationele dochterondernemingen van Ergon Capital Partners III
0,7
-
Totaal
119,7
125,2
Lafarge (EUR 55 miljoen tegen EUR 83 miljoen)
Het eerste halfjaar 2011 werd gekenmerkt door een gestage toename van
de volumes op de meeste opkomende markten, tegenstrijdige tendensen op
de ontwikkelde markten en een krachtige kosteninflatie die op de
resultaten woog.
De geconsolideerde omzet over het eerste halfjaar bedraagt EUR 7.973
miljoen, dat is een stijging met 3%. De volumes zijn er in alle
afdelingen op vooruit gegaan, door het gecombineerd effect van de
gestage dynamiek op de opkomende markten en de over het algemeen
positieve volumes in de Noord-Europese landen, terwijl het nog
aarzelend herstel van de bouwsector in Noord-Amerika en het aanhoudend
moeilijk economisch klimaat in het zuiden van Europa op de verkopen
wogen. De prijzen in de afdelingen Beton en Aggregaten en Gips zijn
gunstig geëvolueerd, terwijl de cementprijzen weliswaar gestegen zijn
ten opzichte van het prijsniveau van het vierde kwartaal 2010, maar
toch lichtjes gedaald zijn ten opzichte van het eerste halfjaar 2010.
Het courant bedrijfsresultaat over dezelfde periode is teruggelopen van
EUR 1.072 miljoen tot EUR 926 miljoen (- 15% met ongewijzigde
consolidatiekring en wisselkoersen), waarbij de hogere volumes en de
kostenbesparende maatregelen het effect van de sterke kosteninflatie
slechts deels konden compenseren.
Het nettoresultaat, deel van de groep, komt uit op EUR 260 miljoen,
tegen EUR 393 miljoen in het eerste halfjaar 2010, waarin de groep wel
kon profiteren van een uitzonderlijke meerwaarde van EUR 160 miljoen,
gerealiseerd op de verkoop van de aandelen van Cimpor.
Voorts zet de groep de uitvoering van haar programma met het oog op de
vermindering van haar nettoschuld van EUR 2 miljard tegen eind 2011
actief verder. Aldus bevestigt ze de voortzetting van haar plan tot
vermindering van de kosten met EUR 200 miljoen voor 2011, waarvan eind
juni 2011 reeds EUR 100 miljoen was verwezenlijkt. Tevens liet de groep
weten dat in mei 2011 een aantal activa in de Verenigde Staten werden
overgedragen, en kondigde ze haar plannen aan tot overlating van de
gipsactiviteiten in Europa, Latijns-Amerika en Australië in juli 2011.
Al deze verrichtingen staan voor een totaal bedrag van meer dan EUR 1,5
miljard.
Op basis van een vermogensmutatiepercentage van 21,1% bedraagt de
bijdrage van Lafarge tot het halfjaarresultaat 2011 van GBL EUR 55
miljoen, tegen EUR 83 miljoen in juni 2010.
Imerys (EUR 69 miljoen tegen EUR 37 miljoen)
De eindmarkten van Imerys hebben het in het eerste halfjaar 2011 beter
gedaan dan over dezelfde periode 2010, die nochtans kon profiteren van
de heraanvulling van de voorraden bij sommige klanten.
Voorts werd het halfjaar gekenmerkt door een forse volatiliteit van de
deviezen en door spanningen in verband met de grondstoffen en de
energie, wat met name tot uiting kwam in een prijsstijging van deze
factoren.
Nu de belangrijkste opschortende voorwaarden opgeheven zijn, zou de
overname door Imerys van 100% van de groep Talc de Luzenac van Rio
Tinto op 1 augustus moeten kunnen doorgaan. Met een jaarlijkse
productie van een miljoen ton is Talc de Luzenac wereldleider van de
talkverwerking met een totaal marktaandeel van ongeveer 15% en zette in
2010 een omzet van ongeveer USD 395 miljoen neer. Deze overname, tegen
een bedrijfswaarde van USD 340 miljoen (EUR 232 miljoen), zou in geld
worden betaald. Talc de Luzenac zou vanaf 1 augustus 2011 opgenomen
worden volgens de integrale consolidatiemethode.
De omzet over het eerste halfjaar 2011 bedraagt EUR 1.807 miljoen (+
11,4% vergeleken met het eerste halfjaar 2010). Met vergelijkbare
consolidatiekring en wisselkoersen is de omzet met 12,2% gestegen ten
opzichte van het eerste halfjaar 2010. De uitzonderlijk forse groei van
het eerste kwartaal heeft zich doorgezet in het tweede kwartaal,
ondanks de herbevoorrading van het cliënteel in de tweede trimester
2010, die de vergelijking met 2011 ongunstig beïnvloedt. De
verkoopvolumes zijn toegenomen en het product-mixeffect is erop
vooruitgegaan.
Het courante bedrijfsresultaat bedroeg eind juni 2011 EUR 253 miljoen,
hetzij EUR 44 miljoen meer dan voor het eerste halfjaar 2010. De
prijzen en productmix compenseren de globale verhoging van de variabele
kosten, die voornamelijk te wijten is aan de inflatie van de
grondstoffen, de tussenproducten en de energie.
Het nettoresultaat, deel van de groep, per 30 juni 2011 gaat er met
28,5% op vooruit en sluit af op EUR 155 miljoen.
De bijdrage van Imerys tot het halfjaarresultaat 2011 van GBL bedraagt
EUR 69 miljoen, tegen EUR 37 miljoen in 2010. Imerys werd over het
eerste kwartaal 2011 verder geconsolideerd door de toepassing van de
vermogensmutatiemethode ten belope van 30,7% (EUR 22 miljoen). Vanaf 1
april, wordt Imerys integraal geconsolideerd met een bijdrage van EUR
47 miljoen (56,2% van het nettoresultaat van Imerys).
Ergon Capital Partners / Ergon Capital Partners II (ECP) (EUR - 5
miljoen tegen EUR 6 miljoen)
De bijdrage van ECP tot het resultaat van GBL bedraagt EUR - 5 miljoen,
tegen EUR 6 miljoen op 30 juni 2010. Deze schommeling is hoofdzakelijk
te wijten aan de evolutie van de boekhoudkundige waardering van de
deelnemingsportefeuille.
De resultaten op overdrachten, waardeverminderingen en terugnemingen
van niet-courante activa omvatten voornamelijk de gerealiseerde
meerwaarden (EUR 29 miljoen) op de overdracht van diverse activa van
PAI Europe III en van Sagard.
2.4. Eliminaties, meerwaarden, waardeverminderingen en
terugnemingen (EUR - 112 miljoen tegen EUR - 164 miljoen)
Miljoen EUR
30 juni 2011
30 juni 2010
Waardeverminderingen op genoteerde deelnemingen
-
(20,4)
Iberdrola
-
(20,4)
Eliminaties van de dividenden
(Lafarge en Imerys)
(111,6)
(144,0)
Totaal
(111,6)
(164,4)
Ter herinnering: GBL had vorige jaren, met inachtneming van de IFRS,
EUR 658 miljoen gecumuleerde waardeverminderingen geboekt op de
deelnemingen in Pernod Ricard en Iberdrola. Door de evolutie op de
beurs vertoonden deze deelnemingen op 30 juni 2011 een latente
meerwaarde van EUR 741 miljoen. Overeenkomstig de IFRS mag die
waardevermindering echter niet worden teruggenomen ten belope van de
latente meerwaarde, aangezien het activa beschikbaar voor verkoop
betreft.
De waardevermindering van EUR 1.092 miljoen die GBL op 31 december 2008
had geboekt op Lafarge, werd eind september 2009 gedeeltelijk
teruggenomen ten belope van EUR 650 miljoen. Net zoals op 31 december
2010, heeft de herziening van de berekening van de waardering van
Lafarge op 30 juni 2011 geen wijziging van de waarde teweeggebracht.
De nettodividenden van de (geassocieerde of geconsolideerde)
operationele vennootschappen werden geëlimineerd. Het betreft een
bedrag van EUR 112 miljoen afkomstig van Lafarge en Imerys.
3. Risicofactoren
Alle belangrijke deelnemingen van de portefeuille die door GBL worden
aangehouden zijn blootgesteld aan specifieke risicos die uitvoerig
werden toegelicht in het jaarlijks financieel verslag van GBL per 31
december 2010 (blz. 110), dat voor nadere informatie verwijst naar de
websites van de verschillende deelnemingen.
De eigen risicos van GBL per 31 december 2010 worden toegelicht in het
jaarlijks financieel verslag van GBL (blz. 110-111). Tijdens het tweede
halfjaar 2011 blijft GBL aan dezelfde risicos onderworpen.
4. Vooruitzichten voor het boekjaar 2011
Het leeuwenaandeel van de nettodividenden van de deelnemingen die de
cash earnings van GBL uitmaken, wordt in het eerste halfjaar geïnd. In
het tweede halfjaar verwacht GBL nog dividenden (voorschotten en
saldos) te innen, hoofdzakelijk vanwege Total, GDF SUEZ, Pernod Ricard
en Iberdrola, die evenwel nog door de respectieve organen moeten worden
goedgekeurd.
Het geconsolideerd resultaat zal verder worden beïnvloed door de
evolutie van de bijdragen van de (geassocieerde en geconsolideerde)
operationele ondernemingen (Lafarge, Imerys en de private-equitypool),
die zelf afhankelijk is van de conjunctuur, en door de schommeling van
de reële waarde van de financiële instrumenten en de eventuele
waardeverminderingen/terugnemingen van waardeverminderingen op de
portefeuille.
De resultaten per 30 september zullen op 4 november 2011 worden
bekendgemaakt.
Halfjaarlijkse financiële staten IFRS
Geconsolideerd overzicht van het volledige resultaat
Miljoen EUR
Noten
30 juni 2011
30 juni 2010
Deel in het nettoresultaat van de geassocieerde ondernemingen
3
71,9
125,2
Nettodividenden van deelnemingen
4
278,0
226,8
Andere bedrijfsopbrengsten en kosten in verband met
investeringsactiviteiten
5
(14,4)
(13,4)
Resultaten op overdrachten, waardeverminderingen en terugnemingen van
niet-courante activa
4
30,5
(20,4)
Financiële opbrengsten en kosten van investeringsactiviteiten
6
1,7
(22,1)
Resultaat van investeringsactiviteiten
367,7
296,1
Omzet
963,7
-
Grondstoffen en verbruikstoffen
(328,8)
-
Personeelskosten
(184,9)
-
Afschrijvingen van immateriële en materiële vaste activa
(50,0)
-
Andere bedrijfsopbrengsten en kosten in verband met operationele
activiteiten
5
(261,8)
-
Financiële opbrengsten en kosten van operationele activiteiten
6
(17,0)
-
Resultaat van de geconsolideerde operationele activiteiten
121,2
-
Belastingen op het resultaat
(34,8)
0,6
Geconsolideerde resultaat over de periode
454,1
296,7
Toerekenbaar aan aandeelhouders van GBL (deel van de groep)
415,9
296,7
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen
38,2
-
Andere elementen van het volledige resultaat:
Voor verkoop beschikbare deelnemingen wijziging van de
herwaarderingsreserves
4,8
(294,4)
(1.585,8)
Deel in de andere elementen van het volledige resultaat van de
geassocieerde ondernemingen
3
(261,7)
446,9
Omrekeningsverschillen in verband met geconsolideerde ondernemingen
(10,4)
-
Andere
10,4
-
Globaal resultaat
(102,0)
(842,2)
Toerekenbaar aan aandeelhouders van GBL (deel van de groep)
(142,6)
(842,2)
Toerekenbaar aan minderheidsbelangen
40,6
-
Geconsolideerde resultaat over de periode per aandeel
Gewoon
8
2,68
1,91
Verwaterd
2,66
1,91
Geconsolideerde balans
Miljoen EUR
Noten
30 juni 2011
31 december 2010
Niet-courante activa
16.456,7
14.727,7
Immateriële vaste activa
106,5
14,1
Goodwill
1.008,5
59,5
Materiële vaste activa
1.667,5
23,9
Deelnemingen
13.481,6
14.572,3
Deelnemingen in geassocieerde ondernemingen
3
3.988,9
4.901,4
Voor verkoop beschikbare deelnemingen
4
9.492,7
9.670,9
Andere niet-courante activa
131,8
55,8
Uitgestelde belastingvorderingen
60,8
2,1
Courante activa
2.052,0
818,7
Voorraden
576,8
12,7
Handelsvorderingen
538,0
22,8
Beleggingsactiva
50,9
20,8
Liquide middelen en gelijkgestelde
7
563,4
685,8
Andere courante activa
322,9
76,6
Totaal activa
18.508,7
15.546,4
Eigen vermogen
8
14.517,5
14.754,7
Kapitaal
653,1
653,1
Uitgiftepremies
3.815,8
3.815,8
Reserves
9.096,2
10.276,3
Minderheidsbelangen
952,4
9,5
Niet-courante passiva
1.876,7
685,0
Financiële schulden
7
1.454,1
680,8
Voorzieningen
197,6
2,9
Pensioenen en vergoedingen na uitdiensttreding
120,3
-
Andere niet-courante passiva
9,7
-
Uitgestelde belastingverplichtingen
95,0
1,3
Courante passiva
2.114,5
106,7
Financiële schulden
7
1.381,2
7,0
Handelsschulden
375,5
12,1
Voorzieningen
15,4
-
Fiscale schulden
55,9
1,6
Beleggingspassiva
12,5
29,2
Andere courante passiva
274,0
56,8
Totaal passiva en eigen vermogen
18.508,7
15.546,4
Geconsolideerd overzicht van de mutaties in het eigen vermogen
Miljoen EUR
Kapitaal
Uitgifte premie
Herwaarde-rings-reserves
Eigen aandelen
Omreke-nings-verschil-len
Ingehouden winsten
Eigen vermogen Deel van de groep
Minder-heids-belangen
Eigen vermo-gen
Per 31 december 2009
653,1
3.815,8
3.804,2
(235,1)
(212,7)
7.003,5
14.828,8
-
14.828,8
Globale resultaat
-
-
(1.616,7)
-
512,8
261,7
(842,2)
-
(842,2)
Totaal van de transacties met de aandeelhouders
-
-
-
(10,0)
-
(367,6)
(377,6)
-
(377,6)
Per 30 juni 2010
653,1
3.815,8
2.187,5
(245,1)
300,1
6.897,6
13.609,0
-
13.609,0
Globale resultaat
-
-
1.008,0
-
(238,9)
375,8
1.144,9
(2,4)
1.142,5
Totaal van de transacties met de aandeelhouders
-
-
-
0,2
-
(8,9)
(8,7)
11,9
3,2
Per 31 december 2010
653,1
3.815,8
3.195,5
(244,9)
61,2
7.264,5
14.745,2
9,5
14.754,7
Globale resultaat
-
-
(295,5)
(267,6)
420,5
(142,6)
40,6
(102,0)
Totaal van de transacties met de aandeelhouders
-
-
-
(0,2)
-
(392,7)
(392,9)
(39,4)
(432,3)
Transactie op Imerys
-
-
-
-
-
(644,6)
(644,6)
941,7
297,1
Per 30 juni 2011
653,1
3.815,8
2.900,0
(245,1)
(206,4)
6.647,7
13.565,1
952,4
14.517,5
Het eigen vermogen werd in het eerste halfjaar 2011 in hoofdzaak
beïnvloed door:
- de transactie in verband met Imerys, uiteengezet onder toelichting
1.1., met een totaal effect van EUR 297 miljoen;
- de uitkering op 19 april 2011 van een brutodividend van EUR 2,54
per aandeel (EUR 2,42 in 2010). Rekening gehouden met de 6.099.444
eigen aandelen (hetzelfde aantal als op 31 december 2010), betreft dit
een totaalbedrag van EUR 394 miljoen, afgetrokken van het
niet-uitgekeerd resultaat;
- de evolutie van de reële waarde van onze deelnemingen in
portefeuille die beschikbaar zijn voor verkoop (opgenomen onder
toelichting 8.1.);
- de negatieve schommeling van de omrekeningverschillen; en
- het geconsolideerd resultaat van de periode.
Geconsolideerd overzicht van de kasstromen
Miljoen EUR
Noten
6
3
4
1
7
7
30 juni 2011
30 juni 2010
Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten
262,5
187,2
Geconsolideerd resultaat van de periode vóór belastingen
488,9
296,1
Aanpassing voor:
Opbrengsten en kosten van interesten
25,2
6,8
Nettoresultaat van de geassocieerde ondernemingen
(73,2)
(125,2)
Dividenden van de niet-geconsolideerde deelnemingen
(278,0)
(226,8)
Nettotoevoegingen aan de afschrijvingen
50,6
0,7
Resultaten op overdrachten, waardeverminderingen en terugneming van
niet-courante activa
(39,4)
20,4
Andere
(17,0)
9,5
Opbrengsten van geïnde interesten
6,2
1,5
Kosten van betaalde interesten
(46,5)
(13,7)
Dividenden geïnde van niet-geconsolideerde deelnemingen en
geassocieerde ondernemingen
179,7
228,1
Betaalde belastingen
(42,0)
-
Wijziging van de behoeften aan werkkapitaal:
Voorraden
(25,6)
-
Handelsvorderingen
(14,2)
-
Handelsschulden
35,4
-
Andere vorderingen en schulden
12,4
(10,2)
Kasstromen uit investeringsactiviteiten
(628,4)
(124,8)
Verwervingen van:
Deelnemingen
(53,0)
(130,4)
Dochterondernemingen zonder verworven geldmiddelen
(553,1)
-
Materiële en immateriële vaste activa
(52,1)
-
Verkopen van:
Deelnemingen
23,1
-
Materiële en immateriële vaste activa
5,4
-
Andere financiële activa
1,3
5,6
Kasstromen uit financieringsactiviteiten
244,3
(133,9)
Kapitaalverhogingen van minderheidsbelangen
5,7
-
Dividenden betaald door het moedermaatschappij aan haar aandeelhouders
(394,4)
(375,7)
Dividenden betaald door de dochterondernemingen aan minderheidsbelangen
(40,1)
-
Ontvangsten uit financiële schulden
819,8
349,8
Terugbetalingen van financiële schulden
(131,5)
(98,0)
Nettobewegingen op eigen aandelen
(0,2)
(10,0)
Andere
(15,0)
-
Effect van de wisselkoersschommelingen op het kapitaalbezit
(0,8)
-
Nettotoename (afname) van liquide middelen en gelijkgestelde
(122,4)
(71,5)
Liquide middelen en gelijkgestelde bij het begin van de periode
685,8
604,8
Liquide middelen en gelijkgestelde bij de afsluiting van de periode
563,4
533,3
Het geconsolideerd overzicht van de kasstromen over 2011 wordt
aanzienlijk beïnvloed door de transactie in verband met Imerys (zie
toelichting 1.1.).
Toelichting
Boekhoudkundige principes en seizoensgebonden karakter
De samengevatte geconsolideerde financiële staten werden opgemaakt in
overeenstemming met de door de Europese Unie aangenomen IFRS
(International Financial Reporting Standards) en de door het
International Financial Reporting Interpretations Committee van de IASB
(IFRIC) gepubliceerde interpretaties.
De geconsolideerde financiële staten per 30 juni 2011 zijn in
overeenstemming met IAS 34 Tussentijdse financiële informatie.
De voor de opmaak van de tussentijdse financiële staten toegepaste
boekhoudkundige methoden en berekeningsmodaliteiten zijn identiek aan
deze die voor de jaarlijkse financiële staten over het boekjaar 2010
werden gebruikt, uitgezonderd de gewijzigde boekingsmethode met
betrekking tot de verwerking van de actuariële verschillen van de
peroneelsvoordelen na uitdiensttreding (zie hierna) en de invoering van
volgende standaarden en interpretaties:
- Aanpassingen aan IFRS (mei 2010);
- Wijzigingen van IAS 24 Informatie betreffende verbonden partijen;
- Wijzigingen van IAS 32 Financiële instrumenten: Presentatie;
- Interpretatie IFRIC 19 Aflossing van financiële verplichtingen met
eigenvermogensinstrumenten; en
- Wijzigingen aan IFRIC 14 IAS 19 - Beperking van activa uit hoofde
van toegezegd-pensioenregelingen, minimaal vereiste dekkingsgraden en
de wisselwerking hiertussen Vooruitbetalingen van een minimale
financieringsverplichting.
Deze wijzigingen en deze nieuwe interpretatie hebben geen belangrijke
invloed gehad op de geconsolideerde financiële staten van GBL.
GBL en Imerys gebruiken sinds 2011 een andere boekingsmethode voor de
verwerking van de actuariële verschillen van de personeelsvoordelen.
IAS 19 - Personeelbeloningen staat toe actuariële verschillen van
personeelsvoordelen te boeken in het resultaat of in het eigen vermogen
(andere bestanddelen van het globaal resultaat). In de herziene
standaard die door de IASB in juni 2011 werd gepubliceerd en vanaf 2013
toepasselijk is, vervalt de optie in het resultaat. GBL en Imerys die
deze verwerkingsmethode toepasten volgens de bandbreedte-methode,
beslisten, op grond van de huidige norm, te opteren voor onmiddellijke
toerekening van alle actuariële verschillen aan het eigen vermogen,
zonder latere overboeking naar het resultaat. Door voor deze optie te
kiezen verbetert Imerys de leesbaarheid van de activa en passiva in
verband met de personeelsvoordelen door een aanzienlijke vermindering
van de bestanddelen buiten balans en brengt ze haar boekhoudkundige
methoden in overeenstemming met de keuze van de IASB en de meerderheid
van de belangrijke beursgenoteerde emittenten. Deze gewijzigde
boekhoudkundige methode werd toegepast met terugwerking tot 1 januari
2009. Het effect op het eigen vermogen is beperkt en het gecumuleerd
bedrag per 31 december 2010 bedraagt EUR - 20 miljoen.
Voorts had de sub toelichting 1.1. uiteengezette verwerving van de
controle over Imerys tot gevolg dat nieuwe boekhoudkundige methoden
moesten worden aangenomen die GBL vroeger niet hanteerde. De
voornaamste nieuwe boekhoudkundige methoden betreffen de vaste activa
en de voorraden. Deze boekingsmethoden worden uitgebreid toegelicht in
het jaarverslag van Imerys per 31 december 2010, dat kan geconsulteerd
worden op de website www.imerys.com.
Naar aanleiding van de verwerving van de controle over Imerys en de
uitbreiding van de activiteiten van de private-equitypool, heeft GBL de
presentatie van haar jaarrekening gewijzigd ten einde ze in
overeenstemming te brengen met de voorschriften van IAS 1 - Presentatie
van de jaarrekening. Voortaan zal het geconsolideerd overzicht van het
globaal resultaat afzonderlijk de volgende elementen vermelden:
- de componenten van het resultaat van de investeringsactiviteiten,
zijnde de verrichtingen van GBL en haar dochtervennootschappen met als
voornaamste maatschappelijk doel het beheer van deelnemingen. Dit omvat
de activiteiten in de private equity, zoals de beleggingfondsen PAI
Europe III en Sagard, de vennootschappen ECP I, ECP II en ECP III,
alsook het resultaat van de geassocieerde operationele vennootschappen
(Lafarge tijdens het eerste halfjaar 2011 en Imerys tijdens het eerste
kwartaal 2011) en de niet-geconsolideerde operationele vennootschappen
(Total, GDF SUEZ, enz.); en
- de componenten van het resultaat van de geconsolideerde
operationele activiteiten, afkomstig van de geconsolideerde
operationele vennootschappen (groepen De Boeck en ELITech, alsook het
resultaat van Imerys vanaf 1 april 2011).
Om rekening te houden met de wijzigingen die in 2011 in de groep werden
doorgevoerd, diende de presentatie van de geconsolideerde balans en het
geconsolideerd overzicht van de kasstromen te worden gewijzigd. De ter
vergelijking voorgestelde cijfers werden eveneens opnieuw ingedeeld om
deze nieuwe presentaties te eerbiedigen.
De seizoensgebondenheid van de resultaten, ten slotte, werd hiervoor
toegelicht in de vooruitzichten voor het boekjaar 2011.
1. Wijzigingen van de consolidatiekring
1.1. Imerys
Op 8 april 2011 heeft de groep GBL een deelneming van 25,6% in Imerys
overgenomen van Pargesa, waardoor GBL haar belang in Imerys optrok van
30,7% tot 56,3%. Bijgevolg werd Imerys tot 31 maart 2011 verder
geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode en werd ze vanaf 1
april 2011 opgenomen volgens de integrale consolidatiemethode.
Deze controleverwerving beantwoordt aan de definitie bedrijfscombinatie
die een principe onder IFRS 3 valt. De standaard IFRS 3
Bedrijfscombinaties, schrijft de verwerking voor volgens de
verwervingsmethode ("purchase method") voor, volgens dewelke de
identificeerbare activa en passiva van Imerys in de geconsolideerde
financiële staten van GBL zouden moeten geherwaardeerd worden tegen hun
reële waarde op overnamedatum. Volgens deze methode moest ook de
historische deelneming van 30,7% tegen reële waarde worden
geherwaardeerd, met een tegenboeking in de resultaatrekening. Ten
slotte zou ook de volledige door deze transactie gegenereerde goodwill
aan de identificeerbare activa en passiva van Imerys moeten worden
toegerekend.
Maar bedrijfscombinaties waarover gezamenlijke controle wordt
uitgeoefend, met name die zowel vóór als na de combinatie uiteindelijk
door dezelfde partijen worden gecontroleerd, worden uit het
toepassingsgebied van IFRS 3 gesloten. Aangezien er geen andere
IFRS-bepaling voorhanden is die dergelijke transactie specifiek regelt,
verwerkte GBL de transactie als een verrichting binnen dezelfde groep
(met name de groep Pargesa/GBL): bijgevolg is de herwaardering niet
verplicht en worden de verworven activa en passiva bij GBL opgenomen
tegen de boekwaarde die bestond bij Imerys.
In de praktijk:
- werd de overgenomen 25,6% gewaardeerd tegen het deel in het
geconsolideerd eigen vermogen van Imerys op 1 april 2011 (hetzij EUR
27,8/aandeel). Het verschil tussen de betaalde prijs (EUR 56,2/aandeel)
en dit deel werd voor een totaalbedrag van EUR 550 miljoen in mindering
gebracht van het geconsolideerd eigen vermogen van GBL; en
- werd de waarde van de historische 30,7% eveneens gewaardeerd tegen
het deel in het eigen vermogen van Imerys op 1 april 2011. Bijgevolg
werd de historische goodwill op deze aandelen ter waarde van EUR 95
miljoen eveneens in mindering gebracht van het geconsolideerd eigen
vermogen van GBL.
In tegenstelling tot de mededeling in het persbericht van 21 maart
2011, heeft de overname van de Imerys-aandelen van Pargesa dus geen
aanleiding gegeven tot enig resultaat.
De toegepaste verwerking vertoont een aantal voordelen. In de eerste
plaats kan GBL, dankzij deze methode, de resultaten van Imerys, zoals
ze door de vennootschap worden gepubliceerd, zonder enige herwerking,
in haar rekeningen opnemen, hetgeen de betrouwbaarheid en de samenhang
van de verslaggeving ten goede komt. Bovendien versnelt deze werkwijze
de publicatie van onze rekeningen en bespaart ze GBL een aantal taken,
zoals de herwaardering van activa of passiva of eventuele impairment
tests, waarvoor Imerys meer aangewezen is om ze uit te voeren.
De activa en passiva van Imerys en de gevolgen van de transactie worden
als volgt uitgesplitst:
Miljoen EUR
1 april 2011
Niet-courante activa
2.819,7
Inclusief bestaande goodwill
922,7
Courante activa
1.746,9
Niet-courante passiva
(1.431,6)
Courante passiva
(1.011,2)
Netto-actief derden
(25,8)
Netto-actief
2.098,0
Deel van het netto-actief (25,6%)
537,5
Verschil (afgetrokken van het eigen vermogen)
549,9
Aankoopprijs
Betaald in geld
1.087,4
Uitgestelde betaling
-
Overgenomen liquide middelen en gelijkgestelde
551,1
Nettoschommeling van liquide middelen
536,3
1.2. De Boeck
Ergon Capital Partners III heeft op 19 april 2011 de groep De Boeck (De
Boeck) overgenomen, de grootste Belgische uitgever van schoolboeken en
universitaire, juridische en professionele werken. De groep is vanuit
zes vestigingen actief in België, Frankrijk en Luxemburg. De Boeck werd
integraal in de rekeningen van GBL opgenomen. Het bezitspercentage van
GBL in De Boeck bedraagt 92%.
Als openingsbalans werd de balans van De Boeck per 31 maart 2011
gebruikt.
De op de transactie gegenereerde goodwill bedraagt EUR 14 miljoen en de
bij deze overname overgedragen nettocash bedraagt EUR 17 miljoen. Zoals
door IFRS 3 wordt toegestaan, werd deze overname slechts voorlopig
geboekt. Bijgevolg zullen er aanpassingen worden aangebracht in de
volgende balans bij de afronding van de boeking van de verwerving.
2. Gesegmenteerde informatie
IFRS 8 - Operationele segmenten, schrijft de identificatie van
segmenten voor op basis van interne verslagen die regelmatig aan de
voornaamste operationele beslisser worden overgemaakt met het oog op de
besluitvorming omtrent de toewijzing van middelen aan de segmenten en
van de prestaties ervan.
Ingevolge de in de toelichting hiervoor beschreven verwerving van de
controle over Imerys en de uitbreiding van de activiteiten van de
private-equitypool, diende de door de groep gepubliceerde en gebruikte
financiële verslaggeving in 2011 te worden aangepast.
Bijgevolg heeft de groep, vanaf 2011 en overeenkomstig IFRS 8, drie
segmenten bepaald:
- Holding: bestaande uit de moedervennootschap GBL en haar
dochtervennootschappen met als voornaamste maatschappelijk doel het
beheer van deelnemingen en de niet-geconsolideerde of geassocieerde
operationele vennootschappen;
- Imerys omvat de groep Imerys, een op NYSE Euronext Paris genoteerde
Franse groep met een toonaangevende positie in de vier afdelingen
waarin de groep actief is: Mineralen voor Keramiek, Vuurvaste
Toepassingen, Slijpmiddelen & Gieterij; Performante &
Filtratiemineralen; Papierpigmenten & Verpakking; Materialen &
Vuurvaste Steen;
- Private equity: die de private equity investeringsvennootschappen
omvat zoals ECP I, ECP II en ECP III met hun operationele
dochtervennootschappen (subgroepen ELITech en De Boeck) en de
beleggingsfondsen PAI Europe III en Sagard I & II.
De resultaten van een segment, de activa en passiva ervan, omvatten
alle bestanddelen die rechtstreeks eraan worden toegerekend. De die op
deze segmenten toegepaste boekhoudkundige normen, zijn identiek aan
deze beschreven in de toelichting "Boekhoudkundige principes en
seizoensgebonden karakter.
2.1. Gesegmenteerde informatie over de geconsolideerde
resultatenrekening per 30 juni 2011
Miljoen EUR
Holding
Imerys
Private equity
Totaal
Deel in het nettoresultaat van de geassocieerde ondernemingen
54,7
21,8
(4,6)
71,9
Nettodividenden van deelnemingen
278,0
-
-
278,0
Andere bedrijfsopbrengsten en kosten in verband met
investeringsactiviteiten
(12,5)
-
(1,9)
(14,4)
Resultaten op overdrachten, waardeverminderingen en terugnemingen van
niet-courante activa
-
-
30,5
30,5
Financiële opbrengsten en kosten van investeringsactiviteiten
1,1
-
0,6
1,7
Resultaat van investeringsactiviteiten
321,3
21,8
24,6
367,7
Omzet
-
924,7
39,0
963,7
Grondstoffen en verbruikstoffen
-
(319,2)
(9,6)
(328,8)
Personeelskosten
-
(174,8)
(10,1)
(184,9)
Afschrijvingen van immateriële en materiële vaste activa
-
(46,7)
(3,3)
(50,0)
Andere bedrijfsopbrengsten en kosten in verband met operationele
activiteiten
-
(249,7)
(12,1)
(261,8)
Financiële opbrengsten en kosten van operationele activiteiten
-
(15,5)
(1,5)
(17,0)
Resultaat van de geconsolideerde operationele activiteiten
-
118,8
2,4
121,2
Belastingen op het resultaat
0,4
(34,0)
(1,2)
(34,8)
Geconsolideerde resultaat over de periode
321,7
106,6
25,8
454,1
Toerekenbaar aan aandeelhouders van GBL (deel van de groep)
321,7
68,9
25,3
415,9
Ingevolge de verwerving begin april 2011 van de 25,6% in Imerys, stemt
het resultaat van investeringsactiviteiten overeen met het resultaat
dat verkregen wordt door de toepassing van de vermogensmutatiemethode
op deze deelneming over het eerste kwartaal 2011. De andere rubrieken
van de kolom stemmen overeen met de bijdrage van Imerys die voortvloeit
uit de integrale consolidatie van deze vennootschap over het tweede
kwartaal.
2.2. Gesegmenteerde informatie over de geconsolideerde balans per
30 juni 2011
Miljoen EUR
Holding
Imerys
Private equity
Totaal
Totaal activa
13.518,2
4.547,8
442,7
18.508,7
3. Geassocieerde ondernemingen
3.1. Deel in het nettoresultaat
Miljoen EUR
30 juni 2011
30 juni 2010
Lafarge
54,7
82,8
Imerys
21,8
36,5
ECP
(4,6)
5,9
Deel in het nettoresultaat van de geassocieerde ondernemingen -
investeringsactiviteiten
71,9
125,2
Het resultaat van Lafarge op 30 juni 2011 bedraagt EUR 260 miljoen. Op
basis van het bezitspercentage van GBL, bedraagt de bijdrage van
Lafarge bijgevolg EUR 55 miljoen, tegen EUR 83 miljoen in juni 2010.
Het geconsolideerd nettoresultaat per 30 juni 2011 van Imerys als
geassocieerde onderneming ten bedrage van EUR 22 miljoen, is gelijk aan
het deel van GBL in het resultaat van deze groep over de eerste drie
maanden van 2011. De bijdrage van Imerys tot het halfjaarresultaat 2010
bedroeg EUR 37 miljoen.
De bijdrage van ECP per 30 juni 2011 bedraagt EUR - 5 miljoen, tegen
EUR 6 miljoen in juni 2010.
3.2. Vermogensmutatiewaarde
Miljoen EUR
Lafarge
Imerys
ECP
Andere
Totaal
Per 31 december 2010
4.052,8
742,1
106,5
0,0
4.901,4
Investeringen/(overdrachten)
-
-
1,0
(1,9)
(0,9)
Resultaat over de periode
54,7
21,8
(4,6)
1,3
73,2
Uitkering
(60,5)
-
-
(0,4)
(60,9)
Consolidatiekringverschillen
-
-
-
77,1
77,1
Omrekeningsverschillen
(234,9)
(26,2)
-
-
(261,1)
Wijziging van de herwaarderingsreserves/dekking
(1,1)
1,3
-
-
0,2
Wijziging van consolidatiemethoden
-
(739,3)
-
-
(739,3)
Andere schommelingen
(1,1)
0,3
-
-
(0,8)
Per 30 juni 2011
3.809,9
0,0
102,9
76,1
3.988,9
Op 30 juni 2011 bedroeg de beurswaarde van de deelneming in Lafarge EUR
2.650 miljoen (tegen EUR 2.830 miljoen per 31 december 2010). Net zoals
op 31 december 2010 heeft de impairment test die door GBL werd
uitgevoerd, op 30 juni 2011, geen aanleiding gegeven tot enige
waardewijziging.
De verwerving van de zeggenschap over Imerys en de daaruit
voortvloeiende wijziging van de consolidatiemethode worden uiteengezet
in toelichting 1.1.
De kolom Andere omvat de geassocieerde ondernemingen van Imerys en
ELITech.
4. Total, GDF SUEZ, Suez Environnement, Pernod Ricard,
Iberdrola, Arkema en andere deelnemingen beschikbaar voor verkoop
4.1. Nettodividenden van deelnemingen
Miljoen EUR
30 juni 2011
30 juni 2010
Total
149,2
101,8
GDF SUEZ
78,5
78,5
Suez Environnement
22,8
22,8
Pernod Ricard
17,5
15,8
Iberdrola
5,8
6,2
Arkema
3,8
1,4
Andere
0,4
0,3
Totaal
278,0
226,8
De nettodividenden van de deelnemingen over het eerste halfjaar zijn
lichtjes gestegen (met EUR 51 miljoen) ten opzichte van 2010. Die
evolutie is te wijten aan het gecombineerd effect van:
· het interimdividend 2011 van Total. De Raad van Bestuur van
Total heeft op 28 april laatstleden daartoe besloten op grond van het
nieuwe uitkeringsbeleid met betrekking tot kwartaaldividend. Dit
dividend van EUR 0,57 per aandeel vertegenwoordigt voor GBL een
totaalbedrag van EUR 46 miljoen en zal op 22 september eerstkomend
worden betaald; en
· een iets hogere uitkering door Pernod Ricard.
4.2. Reële waarde en schommelingen
De deelnemingen in beursgenoteerde ondernemingen worden gewaardeerd op
basis van de slotkoers.
De deelnemingen die aangehouden worden door de Fondsen, waaronder PAI
Europe III, Sagard I en Sagard II, worden door de beheerder van deze
fondsen geherwaardeerd tegen reële waarde.
Miljoen EUR
31 december 2010
Aankopen/
(Verkopen)
Consoli-datie-kring- verschil-len
Wijziging van de herwaarde-ringsreserves
Resultaten van de Fondsen/
Andere
30 juni 2011
Total
3.724,8
-
-
(24,1)
45,5
3.746,2
GDF SUEZ
3.146,3
-
-
(189,2)
-
2.957,1
Suez Environnement
540,8
-
-
(59,4)
-
481,4
Pernod Ricard
1.835,9
-
-
(79,8)
17,5
1.773,6
Iberdrola
181,3
-
-
5,8
5,8
192,9
Arkema
166,3
35,7
-
65,2
-
267,2
Fondsen
73,1
(22,5)
-
(13,0)
28,5
66,1
Andere
2,4
1,0
4,6
0,1
0,1
8,2
Reële waarde
9.670,9
14,2
4,6
(294,4)
97,4
9.492,7
4.3. Resultaat op overdrachten, waardeverminderingen en
terugnemingen van niet-courante activa
Miljoen EUR
30 juni 2011
30 juni 2010
Waardeverminderingen op deelnemingen beschikbaar voor verkoop
-
(20,4)
Private equity
30,5
-
Andere
-
-
Totaal
30,5
(20,4)
De resultaten op overdrachten, waardeverminderingen en terugnemingen
van niet-courante activa omvatten voornamelijk de gerealiseerde
meerwaarden (EUR 29 miljoen) op de overdracht van diverse activa van
PAI Europe III en van Sagard.
In toepassing van de IFRS werd in 2010 een bijkomende kost van EUR 20
miljoen op Iberdrola geboekt, ten einde de deelneming in
overeenstemming te brengen met de beurskoers op 30 juni 2010.
5. Overige bedrijfsopbrengsten en -kosten
Miljoen EUR
30 juni 2011
30 juni 2010
Andere bedrijfsopbrengsten
0,2
0,2
Andere bedrijfskosten
(14,6)
(13,6)
Andere bedrijfsopbrengsten en kosten in verband met
investeringsactiviteiten
(14,4)
(13,4)
Andere bedrijfsopbrengsten
11,9
-
Diensten en diverse goederen
(246,5)
-
Andere bedrijfskosten
(27,2)
-
Andere bedrijfsopbrengsten en kosten in verband met geconsolideerde
operationele activiteiten
(261,8)
-
6. Financieel resultaat
Miljoen EUR
30 juni 2011
30 juni 2010
Interestopbrengsten op beleggingsactiva en niet-courante activa
4,7
1,5
Interestkosten op financiële schulden
(14,4)
(8,3)
Resultaat op beleggingsactiva en afgeleide producten
14,9
(14,2)
Andere financiële kosten
(3,5)
(1,1)
Financiële opbrengsten en kosten van investeringsactiviteiten
1,7
(22,1)
Interestopbrengsten op beleggingsactiva en niet-courante activa
1,5
-
Interestkosten op financiële schulden
(17,0)
-
Resultaat op beleggingsactiva en afgeleide producten
(0,4)
-
Andere financiële kosten
(1,1)
-
Financiële opbrengsten en kosten van geconsolideerde operationele
activiteiten
(17,0)
-
De opbrengsten en kosten van interesten van investeringsactiviteiten
bedragen EUR - 10 miljoen (tegen EUR - 7 miljoen in 2010). Dit verschil
is te wijten aan de halfjaarlijkse kost 2011 van de obligatie-uitgifte
2017 (EUR 350 miljoen) die eind juni 2010 werd afgerond en de
financieringkosten van de verwerving in 2011 van Imerys-aandelen voor
meer dan EUR 1 miljard.
De resultaten op beleggingseffecten en afgeleide producten ten bedrage
van EUR 15 miljoen komt voornamelijk voort uit het resultaat van de
afwikkeling van een renteswap (EUR 4 miljoen), van de mark to market in
verband met opties (EUR 3 miljoen) en de inning van premies op call- en
putopties (EUR 6 miljoen). De op 30 juni 2011 nog niet vervallen calls
en puts hebben betrekking op een nominaal bedrag van respectievelijk
EUR 70 miljoen en EUR 210 miljoen. Het resultaat over het eerste
halfjaar 2010 (EUR - 14 miljoen) omvatte hoofdzakelijk het effect van
de renteswap en posities in op 30 juni 2010 lopende afgeleide
producten.
De financiële opbrengsten en kosten van geconsolideerde operationele
activiteiten zijn voornamelijk toe te schrijven aan de interestlasten
van het tweede kwartaal op de schuld van Imerys van EUR 15 miljoen.
7. Liquide middelen en schulden
7.1. Liquide middelen en gelijkgestelde
Miljoen EUR
30 juni 2011
31 december 2010
Obligaties en thesauriebewijzen (bedrijfsobligaties, staatsobligaties)
-
149,8
Depositos
31,9
257,1
Bankdepositos
531,5
278,9
Totaal
563,4
685,8
De vermindering van de liquide middelen en gelijkgestelde is
voornamelijk te wijten aan het gecombineerd effect van de integratie
van de liquide middelen van Imerys, welke vennootschap op 30 juni 2011
voor het eerst werd geconsolideerd, gecompenseerd door de vermindering
van de liquide middelen van GBL en haar Holdingdochters, ten gevolge
van de verwerving van 25,6% van Imerys.
7.2. Schulden
Miljoen EUR
30 juni 2011
31 december 2010
Niet-courante financiële schulden
1.454,1
680,8
Omruilbare leningen (GBL)
vervaldag: 2012
-
270,4
Obligatie lening (GBL)
vervaldag: 2017
349,9
349,9
Obligatie lening (Imerys)
- vervaldag tussen 2013 en 2033
988,7
-
Andere niet-courante financiële schulden
115,5
60,5
Courante financiële schulden
1.381,2
7,0
Bankschulden (GBL)
750,0
-
Omruilbare leningen (GBL)
- vervaldag 2012
232,5
-
Bankschulden (Imerys)
372,7
-
Andere courante financiële schulden
26,0
7,0
De groei van de schulden van de groep is toe te schrijven aan de
financiering van de overname van Imerys door GBL en aan de eerste
integrale consolidatie van de schuld van Imerys op 30 juni 2011.
De bankschulden van GBL (EUR 750 miljoen) hebben betrekking op de
opneming op korte termijn van de bevestigde bankkredietlijnen
(gewaarborgd door effecten van de portefeuille). Het saldo van de
niet-gebruikte lijnen bedraagt EUR 1.50 miljoen op 30 juni 2011.
8. Eigen vermogen
8.1. Herwaarderingsreserves
Deze reserves omvatten de schommelingen van de reële waarde van de
deelnemingen beschikbaar voor verkoop en van de reserves van de
ondernemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast. De post Andere,
van zijn kant, bevat het deel van de schommelingen van GBL in de
herwaarderingsreserves van de geassocieerde ondernemingen (Lafarge voor
het eerste halfjaar 2011) en Imerys.
Miljoen EUR
Total
GDF
SUEZ
Suez Environnement
Pernod Ricard
Iberdrola
Arkema
Fond-sen
Andere
Totaal
Per 31 december 2010
1.599,6
562,9
195,1
756,5
35,7
110,4
17,5
(82,2)
3.195,5
Schommeling te danken aan de evolutie van de reële waarde
(24,1)
(189,2)
(59,4)
(79,8)
5,8
65,2
0,2
(1,0)
(282,3)
Overdracht in resultaat (verkopen/waardeverminde-ringen)
-
-
-
-
-
-
(13,2)
-
(13,2)
Per 30 juni 2011
1.575,5
373,7
135,7
676,7
41,5
175,6
4,5
(83,2)
2.900,0
8.2. Resultaat per aandeel
Geconsolideerd resultaat van de periode (deel van de groep)
Miljoen EUR
30 juni 2011
30 juni 2010
Gewoon
415,9
296,7
Verwaterd
421,2
304,6
Aantal aandelen
Miljoen aandelen
30 juni 2011
30 juni 2010
Uitgegeven aandelen
161,4
161,4
Eigen aandelen bij begin van de periode
(6,1)
(6,1)
Gewogen variatie van de periode
-
(0,1)
Gewogen gemiddeld aantal aandelen weerhouden voor het gewone resultaat
per aandeel
155,3
155,2
Invloed van financiële instrumenten met verwaterend effect:
Omruilbare leningen 2012
5,1
5,1
Inkoop van converteerbare obligaties
(2,3)
(1,1)
Aandelenopties (in the money)
0,2
0,2
Gewogen gemiddeld aantal aandelen weerhouden voor het verwaterde
resultaat per aandeel
158,3
159,4
In het eerste halfjaar 2011 werden 187.093 aandelenopties uitgeschreven
ten voordele van het Uitvoerend Management en het personeel. Deze
opties hebben een looptijd van tien jaar en zullen drie jaar na de
aanbiedingsdatum definitief door de begunstigden zijn verworven. De
uitoefenprijs werd vastgesteld op EUR 65,04 per optie.
Samenvatting van het resultaat per aandeel
In EUR
30 juni 2011
30 juni 2010
Gewoon
2,68
1,91
Verwaterd
2,66
1,91
9. Gebeurtenissen na afsluitingsdatum
Nu de belangrijkste opschortende voorwaarden opgeheven zijn, zou de
overname door Imerys van 100% van de groep Talc de Luzenac van Rio
Tinto op 1 augustus moeten kunnen doorgaan. Deze transactie wordt
beschreven in het eerste deel op blz. 5.
Begin juli heeft GBL de opnemingen van de kredietlijnen (EUR 750
miljoen) met looptijden van 1 jaar en 3 jaar hernieuwd.
10. Verslag van de Commissaris over de halfjaarinformatie
Wij hebben een beperkt nazicht uitgevoerd van de bijgevoegde
geconsolideerde balans, overzicht van het volledige resultaat,
mutatieoverzicht van het eigen vermogen, kasstroomoverzicht en
selectieve toelichtingen 1 tot 9 (gezamenlijk de tussentijdse
financiële verslaggeving) van Groep Brussel Lambert nv (de
vennootschap) en haar dochterondernemingen (samen de groep) voor de zes
maanden eindigend op 30 juni 2011. De raad van bestuur is
verantwoordelijk voor het opstellen en het getrouw beeld van deze
tussentijdse financiële informatie. Onze verantwoordelijkheid voor het
opstellen en het getrouw beeld van deze tussentijdse financiële
informatie. Onze verantwoordelijkheid is een oordeel uit te brengen op
deze tussentijdse financiële informatie op basis van ons beperkte
nazicht.
De tussentijdse financiële informatie is opgesteld in overeenstemming
met de International Accounting Standard IAS 34, Tussentijdse
financiële verslaggeving zoals aanvaard door de EU.
Ons beperkte nazicht van de tussentijdse financiële informatie werd
verricht overeenkomstig de in België geldende controleaanbevelingen
i.v.m. het beperkt nazicht zoals uitgevaardigd door het Instituut van
de Bedrijfsrevisoren. Een beperkt nazicht bestaat voornamelijk uit de
bespreking van de financiële informatie met het management en
analytisch onderzoek en andere ontledingen van de tussentijdse
financiële informatie en onderliggende financiële data. Een beperkt
nazicht is minder diepgaand dan een volkomen controle van de
geconsolideerde jaarekening in overeenstemming met de algemeen
aanvaarde controlenormen i.v.m. de geconsolideerde jaarekening zoals
uitgevaardigd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren.
Dienovereenkomstig vertrekken wij geen controleverslag.
Op basis van ons beperkte nazicht, kwamen er geen elementen of feiten
aan onze aandacht welke ons doen geloven dat de tussentijdse financiële
informatie voor de zes maanden eindigend op juni 2011 niet opgesteld,
in alle materiële opzichten, overeenkomstig IAS 34, Tussentijdse
financiële verslaggeving zoals aanvaard door de EU.
Diegem, 29 juli 2011
De Commissaris,
---
DELOITTE Bedrijfsrevisoren
CV o.d.v.v CVBA
vertegenwoordigd door Michel Denayer
11. Verklaring van de Verantwoordelijken
Baron Frère, Gérald Frère en Thierry de Rudder, het Uitvoerend
Management, en Patrick De Vos, Financieel Directeur, verklaren, in naam
en voor rekening van GBL, dat bij hun weten:
- de op 30 juni 2011 afgesloten geconsolideerde financiële
staten zijn opgesteld overeenkomstig de IFRS-standaarden en een getrouw
beeld geven van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten
van GBL en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen (1);
- het halfjaarlijkse financieel verslag een getrouw
overzicht geeft van de ontwikkeling van de zaken, de resultaten en de
positie van GBL en van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen,
alsook een beschrijving van de voornaamste risico's en onzekerheden
waarmee zij worden geconfronteerd.
(1) De in de consolidatie opgenomen ondernemingen omvatten de
dochtervennootschappen van GBL in de zin van artikel 6 van het Wetboek
van Vennootschappen en Verenigingen
© 2002 GBL. Waarschuwing