Rijksoverheid
Leefbaarheid wijken en buurten opnieuw in kaart gebracht
Nieuwsbericht | 30-07-2011
De economische crisis heeft anders dan verwacht de afgelopen paar jaar
nauwelijks geleid tot een verslechtering van de leefbaarheid in
Nederland. De achteruitgang beperkt zich mede door de relatief geringe
stijging van de werkloosheid tot cijfers `achter de komma'. Daarmee
stagneert gemiddeld genomen wel de verdere verbetering van de
leefbaarheid die in 2006 werd ingezet.
Leefbaarometer.nl
Dat blijkt uit het rapport `Leefbaarheid in Balans' dat in opdracht van
het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is
opgesteld door Rigo Research en Advies en de Atlas voor Gemeenten.
Het rapport verschijnt naar aanleiding van de update 2008 - 2010 van de
zogeheten externe link: Leefbaarometer. Hiermee kunnen burgers en
beleidsmakers tot op postcodeniveau de ontwikkelingen in de
leefbaarheid van buurten volgen, zonodig vroegtijdig ingrijpen en
bezien of problemen zich verplaatsen (`waterbedeffect'). De
Leefbaarometer baseert zich op bijna 50 indicatoren en laat via kaarten
de informatie zien. De monitor werkt met zeven leefbaarheidsklassen,
variërend van uiterst positief tot zeer negatief. Daarbij kan worden
ingezoomd op zes verschillende thema's zoals bijvoorbeeld de kwaliteit
van de woningvoorraad, veiligheid of het voorzieningenniveau. Per saldo
zit Nederland als geheel in de klasse `positief'.
Tussen 2008 en 2010 heeft de groep aandachtswijken zich gemiddeld in
gunstige zin ontwikkeld en dat geldt in het bijzonder voor delen van de
wijken die in 2008 nog de grootste problemen hadden. De positieve trend
geldt niet voor alle wijken afzonderlijk: in een aantal wijken is de
leefbaarheid de afgelopen twee jaar afgenomen. Als geheel zitten de 40
wijken in de leefbaarheidsklasse `matig'. Ongeveer 60 procent van de
40-wijkenbewoners woont in een buurt met leefbaarheidsproblemen en een
op de vijf zelfs in een gebied met grote problemen. Landelijk gezien
woont 5 procent van de Nederlanders in een gebied met een ongunstige
leefbaarheid.
Bij elkaar opgeteld laten de vier grote steden (G4) gemiddeld een
positieve tendens zien, al zijn de verbeteringen grotendeels op het
conto van Rotterdam te schrijven. Hoewel de problemen nog aanzienlijk
zijn, is de gunstige ontwikkeling ook te zien in het aandachtsgebied
Rotterdam Zuid. Verder was in de G27, de middelgrote steden, de
ontwikkeling wat minder gunstig, al wordt de leefbaarheid nog steeds
als positief gewaardeerd. Wel zijn er op individueel niveau
verschillen: zo zijn er ondanks de gemiddelde achteruitgang voor de G27
als groep ook middelgrote gemeenten waar juist sprake was van een
vooruitgang.
Documenten en publicaties
Leefbaarheid in balans
Ontwikkeling van de leefbaarheid in de periode 2008-2010 op basis van
de Leefbaarometer
Rapport | 30-07-2011 | BZK