Rijksoverheid
Tijdelijke garantiestelling aan ECB bij Grieks rating event
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA S'-GRAVENHAGE
Datum 31 juli 2011
Betreft: Tijdelijke garantiestelling aan ECB in verband met Griekse rating event
Directie Buitenlandse
Financiële Betrekkingen
Korte Voorhout 7
2511 CW Den Haag
Postbus 20201
2500 EE DenHaag
www.minfin.nl
Ons kenmerk
BFB2011-1571 M
Geachte voorzitter,
Op donderdag 21 juli heb ik, voorafgaand aan de bijeenkomst van staatshoofden
en regeringsleiders van de eurozone in Brussel, een Algemeen Overleg gehad met
de Kamer over de Nederlandse inzet. Hierbij ben ik onder andere ingegaan op de
acceptatie van de ECB van obligaties in selective default als onderpand. In dat
verband heb ik ook aangegeven dat een substantiële omvang van PSI extra
garanties aan de ECB met zich mee zou kunnen brengen. Daarbij heb ik direct ook
gezegd dat een selective default waarschijnlijk een vrij beperkte periode zou
beslaan van mogelijk slechts enkele dagen. Op maandag 25 juli heb ik, mede
namens de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken, de Kamer
schriftelijk geïnformeerd over de uitkomsten van de bijeenkomst van
staatshoofden en regeringsleiders. In deze brief ben ik uitgebreid ingegaan op de
verschillende onderdelen van het pakket en de elementen die voor Nederland van
groot belang zijn. Daarbij heb ik beperkt aandacht geschonken aan de tijdelijke
garantiestelling van de eurozone-lidstaten aan de ECB; dit was in lijn met de
schriftelijke verklaring van staatshoofden en regeringsleiders. Naar aanleiding van
vragen van leden van de Vaste Commissie voor Financiën en berichtgeving in de
media, wil ik u, naast de eerdere uitgebreidere vertrouwelijke brief die ik u zond,
in deze brief nader informeren over de achtergrond en stand van zaken omtrent
het voornemen om deze tijdelijke garantiestelling te verschaffen.
Tijdens de bijeenkomst van 21 juli is onder meer gesproken over de noodzaak van
een garantiestelling door de eurozone-lidstaten aan de ECB voor het geval dat de
ECB Griekse schuldtitels niet langer als onderpand voor ECB-leningen kan
aanvaarden. Deze situatie doet zich voor op het moment dat Griekenland in een
(selective) default zou geraken. Sinds het begin van de discussie over PSI en de
exacte vormgeving daarvan is deze garantiestelling aan de ECB aan de orde
geweest en heb ik de Kamer hierop gewezen. De tijdelijke garantiestelling aan de
ECB kan worden beschouwd als de implementatie van de Verdragsrechtelijke taak
van de EMU-lidstaten om een onafhankelijke centrale bank en een goede werking
van de geldmarkt in het eurogebied zeker te stellen. Met deze tijdelijke garantie
aan de ECB voor zolang het rating event duurt, wordt de ECB gevrijwaard van
mogelijke verliezen in het geval Griekse banken leningen van de ECB met
staatsgelieerde onderpanden niet zouden kunnen terugbetalen. Het komt er op
neer dat de lidstaten van de eurozone door de garantie waarborgen dat de ECB te
allen tijde verzekerd is van het door het Verdrag vereiste toereikend onderpand bij
het verlenen van toegang tot het Eurosysteem voor Griekse banken.
In de verklaring en in de brief aan de Kamer van 25 juli jl. is (nog) niet uitvoerig
ingegaan op bovengenoemde garantiestelling. Mede met het oog op mogelijke
reacties op de financiële markten is hier ook niet uitvoerig bij stilgestaan door de
voorzitter van de Europese Raad Van Rompuy, de Commissie-voorzitter Barroso,
stafleden van de Commissie danwel door de verschillende regeringsleiders. In de
persconferentie van ECB-president Trichet na afloop van de bijeenkomst is na
vragen van de pers wel nader op deze faciliteit ingegaan, mede gelet op het belang
hiervan voor de ECB. Ook eurogroep-voorzitter Juncker heeft in zijn communicatie
hierover met ECB-president Trichet vertrouwelijkheid betracht. Hieruit kan worden
afgeleid dat over deze tijdelijke garantiestelling met terughoudendheid moest
worden gecommuniceerd en dat het niet wenselijk was in een openbare brief aan
de Kamer hier nader op in te gaan.
De staatshoofden en regeringsleiders van de eurozone hebben op de bijeenkomst
de bereidheid uitgesproken om, in lijn met de Verdragsrechtelijke taak en positie
van de ECB, in een tijdelijke garantiestelling voor de ECB te voorzien. Overigens
heeft de minister-president in zijn algemeenheid in de bijeenkomst benadrukt een
voorbehoud te maken voor de parlementaire goedkeuring van het gehele pakket,
inclusief dit specifieke punt. Aangezien de situatie waarin deze tijdelijke
garantiestelling noodzakelijk is nu nog niet aan de orde is, bestaat de mogelijkheid
om te zijner tijd hierover te spreken met de Kamer, waar ik op dat moment
verslag zal doen over de verschillende opties. De Kamer is derhalve ten volle en in
de gehele breedte in de gelegenheid om een afweging te maken ten aanzien van
de tijdelijke garantiestelling aan de ECB zodra daar nadere concrete informatie
over kan worden verschaft. Op dit moment is de verwachting dat het overleg over
de technische vormgeving van het pakket inclusief de garantiestelling eind
augustus of uiterlijk begin september afgerond zou moeten zijn. Verder wil ik nog
opmerken dat de kans dat deze tijdelijke garantie aan de ECB dient te worden
ingeroepen, verkleind wordt door de 20 mld euro voor herkapitalisatie die ter
versterking van de kapitaalspositie van de Griekse banken opzij gezet is. Deze 20
mld is voorzien in het programma en opgenomen in de Kamerbrief van 25 juli
jongstleden.
Wat betreft de uiteindelijke exacte omvang en vormgeving van de voor de ECB
benodigde garantie dient nog overleg plaats te vinden. Ten aanzien van de omvang
merk ik op dat ik in de Kamer duidelijk heb aangegeven dat hierbij een relatie
bestaat met de onderpanden die door de Griekse banken aan de ECB zijn gegeven
(en daarmee van substantiële aard kan zijn). Een van de opties voor de
vormgeving, die op ambtelijk niveau genoemd is maar waarover nog overleg moet
plaatsvinden, zou kunnen zijn deze tijdelijke garantiestelling vanuit het EFSF te
laten plaatsvinden. Aangezien het voor een korte periode zou zijn, zou deze
garantiestelling uit de reeds goedgekeurde capaciteit van het EFSF vrij gemaakt
kunnen worden en zodra de garantiestelling vervalt weer beschikbaar staan van
het EFSF, waardoor de volledige capaciteit wordt hersteld. Ik wil benadrukken dat
dit nog slechts een optie van de mogelijke vormgeving betreft waarover nog niet
op politiek niveau in Europa is gesproken.
Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Op korte termijn vindt op
ambtelijk niveau een eerste vooroverleg plaats over de implementatie van de
besluiten van 21 juli jl. waarbij de vormgeving van de tijdelijke garantiestelling aan
de ECB ook aan de orde zal komen. Ik ben gaarne bereid om zodra er meer
informatie bekend is, naar verwachting 2e helft augustus, in een volgend
Algemeen Overleg nader hierop in te gaan.
Hoogachtend,
de minister van Financiën,
mr.drs. J.C. de Jager
PDF document | 3 pagina's | 54 KB
Kamerstuk : Kamerbrief | 31-07-2011 | Financiën