Waterschap Aa en Maas
Blauwalg in 's-Hertogenbosch
Waterschap Aa en Maas heeft blauwalgen aangetroffen in de Ploossche Plas in
`s-Hertogenbosch. Deze blauwalgen kunnen gezondheidsklachten veroorzaken bij
mens en dier. Daarom adviseert het waterschap om ieder contact met water van
deze vijver te vermijden. De gemeente `s-Hertogenbosch plaatst
waarschuwingsborden en waterschap Aa en Maas houdt de situatie in de gaten.
Schadelijk voor mens en dier
De aangetroffen blauwalgen kunnen giftige stoffen afscheiden. Bij
aanraking of inname bestaat kans op huidirritatie, duizeligheid,
ademhalingsproblemen en ernstige maag- en darmklachten. Deze klachten
kunnen zowel bij mensen als bij (huis)dieren optreden.
Blauwalg, feitelijk een bacterie, komt in alle oppervlaktewateren
voor. Pas als blauwalgen zich explosief vermenigvuldigen en er sprake
is van een `blauwalgenbloei, kunnen ze een bedreiging vormen voor de
gezondheid. De belangrijkste oorzaak van het teveel aan blauwalgen is
een overmaat aan voedingsstoffen (fosfaat en stikstof) in het water,
vaak in combinatie met opwarming van het water. Wanneer de
zonintensiteit afneemt en het water weer afkoelt door bijvoorbeeld
regen of het seizoen, neemt vanzelf de hoeveelheid blauwalg af.
Wat doet het waterschap
Het waterschap stelt vast of er sprake is van een giftige
blauwalgenbloei en zorgt dat de gemeente waar nodig waarschuwingsborden
plaatst. Op basis van controle op locatie en aanvullend onderzoek
bepaalt het waterschap wanneer de gemeente de borden weer kan
verwijderen. Sinds 2009 onderzoekt waterschap Aa en Maas nieuwe
methoden om blauwalg preventief te bestrijden. In het onderzoek worden
maatregelen als baggeren en het uitzetten van oever- en waterplanten in
de praktijk getest.
Advies aan de burger
De voedingsstoffen komen onder meer via afgevallen bladeren in het
water terecht, maar komen ook in het water via lokvoer van
sportvissers, brood, eenden- en hondenpoep. Daarom vragen wij de burger
om samen met ons de kans op blauwalg aan te pakken, door het gebruik
van lokvoer bij sportvisserij te minimaliseren, eenden niet te
(over)voeren en honden niet in de nabijheid van het water te laten
poepen, zodat voedingstoffen niet in het water terechtkomen.