Raad van State
Mediagevoelige uitspraken
Mediagevoelige uitspraken
Wekelijks doet de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op
de woensdagen in een groot aantal zaken een uitspraak. De
persvoorlichters van de Raad van State maken op maandag een selectie
van de uitspraken die interessant kunnen zijn voor de media. Deze
selectie vindt u op deze pagina en wordt iedere maandag om 14.00 uur
vernieuwd. Een overzicht van alle uitspraken die op de woensdag worden
gedaan, staat in de rubriek Hoofdzaken.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van
de Raad van State.
Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur de volledige tekst van deze
uitspraken lezen.
6 uitspraken gevonden
pagina: 1
1. 201012349/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 3 augustus 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep
Bestuursdwang / Dwangsom
inhoudsindicatie:
(Dwangsom voor illegale bemiddeling bij kamerverhuur)
Uitspraak over de dwangsom die het college van burgemeester en
wethouders van Amsterdam heeft opgelegd aan een inwoner van Haarlem.
Volgens het gemeentebestuur heeft de man bemiddeld bij de verhuur van
een aantal woningen aan de Van Speijkstraat, de Cornelis Dirkszstraat
en de Van Gentstraat in Amsterdam. Daarvoor is een vergunning van de
gemeente nodig. Aangezien de man niet over een vergunning beschikt, en
het gemeentebestuur ook geen vergunning wil verlenen, is hem een
dwangsom opgelegd om ervoor te zorgen dat hij de activiteiten staakt.
De rechtbank in Amsterdam heeft in november 2010 een eerder beroep van
de man ongegrond verklaard. Tegen die uitspraak is hij in hoger beroep
gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hij
voert aan dat zijn bemoeienis bij de verhuur van de woningen geen
bemiddeling is, maar alleen bedoeld is om mensen uit zijn netwerk te
helpen. De Raad van State heeft de zaak op 29 juni jl. op zitting
behandeld.
2. 201012389/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 3 augustus 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep - Overige
inhoudsindicatie:
(Exploitatie coffeeshop in Molenstraat Roosendaal)
Uitspraak over de aangepaste vergunning die de burgemeester van
Roosendaal heeft verleend voor de exploitatie van een horecabedrijf aan
de Molenstraat. In september 2009 heeft de burgemeester de eerder
verleende vergunning voor de desbetreffende coffeeshop aangepast naar
aanleiding van het 'nulbeleid' dat de gemeente vanaf maart 2009 voert.
Dit 'nulbeleid' komt er op neer dat er geen coffeeshops meer worden
gedoogd. Vanaf september 2009 gedoogt de gemeente niet langer de
verkoop van softdrugs, ook niet in de coffeeshops waarvan tot die datum
onder voorwaarden de verkoop wel werd gedoogd. In de aangepaste
vergunning is dan ook uitdrukkelijk de beperking opgenomen dat er in
het horecabedrijf aan de Molenstraat geen softdrugs meer mogen worden
verkocht en gebruikt. De exploitant is tegen deze aanpassing een
juridische procedure begonnen. De rechtbank in Breda heeft november
2010 een eerder beroep van de exploitant tegen de aangepaste vergunning
ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak van de rechtbank is de
exploitant in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State. Hij is het niet eens met het oordeel van de
rechtbank dat de voorschriften met betrekking tot de verkoop van
softdrugs in de eerdere vergunning slechts gedoogvoorwaarden waren.
Volgens hem was de eerdere vergunning een exploitatievergunning voor de
verkoop van softdrugs en geen gedoogvergunning. De Raad van State heeft
de zaak op 14 juli jl. op zitting behandeld.
3. 201012816/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 3 augustus 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep - Flora en fauna
inhoudsindicatie:
(Financiële tegemoetkoming voor schade appel- en perenbomen in
Neerijnen)
Uitspraak over de financiële tegemoetkoming die het bestuur van het
Faunafonds heeft verleend aan een fruitteler uit Neerijnen vanwege de
schade die woelratten in 2004 en 2005 aan zijn appel- en perenbomen
hebben aangericht. Het Faunafonds heeft op basis van een taxatie de
teler in 2006 een schadevergoeding van ruim EUR 77.000 toegekend. De
teler is het niet eens met de hoogte van dat bedrag. De Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft al eerder over deze
zaak geoordeeld. In juli 2009 bevestigde de Raad van State een eerder
oordeel van de rechtbank in Arnhem dat de schade te vroeg was
beoordeeld, waardoor de volledige omvang van de schade niet kon worden
vastgesteld. Het Faunafonds moest daarom opnieuw beslissen op het
verzoek van de teler om schadevergoeding. In september 2009 kende het
Faunafonds de man vervolgens een schadevergoeding van ruim EUR 80.000
toe. Ook dat bedrag vond de teler laag. De rechtbank in Arnhem
oordeelde in november 2010 dat het Faunafonds de omvang van de schade
opnieuw had gebaseerd op het eerste taxatierapport. En omdat al eerder
was vastgesteld dat de schade in dat rapport onjuist, want te vroeg,
was berekend, heeft de rechtbank de schadevergoeding vervolgens zelf
bepaald op ruim EUR 196.000. Toch is de teler ook met dit bedrag niet
tevreden en is tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep
gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hij
is het niet eens met de wijze waarop de rechtbank de schade heeft
vastgesteld. De Raad van State heeft de zaak op 14 juli jl. op zitting
behandeld.
4. 201100944/1/H3
datum van uitspraak: woensdag 3 augustus 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep - Flora en fauna
inhoudsindicatie:
(Provinciale ontheffing voor het doden van vossen in Friesland)
Uitspraak over de ontheffing die het college van gedeputeerde staten
van Fryslân heeft verleend aan de Stichting Faunabeheer Eenheid Fryslân
voor het doden van vossen van zonsondergang tot zonsopkomst in de
periode van december 2009 tot en met december 2014. Het gaat om een
ontheffing op grond van de Flora- en faunawet. In de ontheffing is
bepaald dat de stichting de vossen mag doden met een hagelgeweer of een
kogelbuks en dat bij het jagen gebruik mag worden gemaakt van
kunstlicht. Volgens het provinciebestuur is de ontheffing noodzakelijk,
omdat beschermde weidevogels gevaar lopen door de grote populatie
jagende vossen. Vooral tijdens het broedseizoen, dat globaal loopt van
februari tot juni, zijn de weidevogels extra kwetsbaar voor vossen,
aldus het provinciebestuur. De Faunabescherming is tegen de ontheffing.
Volgens haar zou het gebruik van kunstlicht bij de jacht in strijd zijn
met de zogenoemde Beneluxovereenkomst. In deze overeenkomst uit 1970
zijn regels opgenomen over de jacht en de vogelbescherming binnen de
Benelux. De rechtbank in Leeuwarden oordeelde in december 2010 dat het
gebruik van kunstlicht bij de jacht op vossen in strijd is met de
Beneluxovereenkomst. De rechtbank herriep dan ook dit deel van de
ontheffing, waardoor niet 's nachts met kunstlicht op vossen mag worden
gejaagd binnen de provincie. Het provinciebestuur is het niet eens met
de uitspraak van de rechtbank en is in hoger beroep gekomen bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens het
provinciebestuur is de Beneluxovereenkomst niet van toepassing op
vossen. De Raad van State heeft de zaak op 18 april jl. op zitting
behandeld.
5. 201101495/1/H2
datum van uitspraak: woensdag 3 augustus 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep - Monumenten
inhoudsindicatie:
(Aanwijzing restaurant 'Old Dutch' in Rotterdam als gemeentelijk
monument)
Uitspraak over de aanwijzing door het college van burgemeester en
wethouders van Rotterdam van het restaurant 'Old Dutch' als
gemeentelijk monument. De vereniging Bond Heemschut had het
gemeentebestuur om de aanwijzing gevraagd. Het restaurant aan de
Rochussenstraat zou deel uitmaken van het noodwinkelcentrum Dijkzigt
dat werd opgericht na de bombardementen op Rotterdam in mei 1940. Het
gemeentebestuur vindt dat de 'noodgebouwen' een cultuurhistorische
waarde hebben, omdat ze herinneren aan een belangrijke periode voor
Rotterdam. Daarom moet het pand beschermd worden, aldus het
gemeentebestuur. De eigenaar van het gebouw is het hier niet mee eens.
Volgens hem is de oorspronkelijk bodega aan de Coolsingel bij het
bombardement verwoest en is het bij het noodwinkelcentrum opnieuw
opgebouwd. Dat zou echter niet betekenen dat het gebouw waarin het
restaurant nu is gevestigd, een noodgebouw was en onderdeel uitmaakte
van het noodwinkelcentrum. De bouwstijl en de bouwconstructie wijken
daarvoor te veel af van de noodgebouwen, aldus de eigenaar. De
rechtbank in Rotterdam oordeelde in december 2010 dat de aanwijzing van
het pand als monument in stand kon blijven. De eigenaar is daar niet
mee eens en is tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep
gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die
heeft de zaak op 15 juli jl. op zitting behandeld.
6. 201102694/1/H1
datum van uitspraak: woensdag 3 augustus 2011
proceduresoort: Hoger beroep
rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep - Bouwen
inhoudsindicatie:
(Woningbouwproject aan Brinkstraat en Koesteeg in Putten)
Uitspraak over de bouwvergunning die het college van burgemeester en
wethouders van Putten heeft verleend voor de bouw van 74 woningen
(blokken A, B, C en D) aan de Brinkstraat en Koesteeg. Omdat het
bestemmingsplan de woningen op die plek niet mogelijk maakt, heeft het
gemeentebestuur vrijstelling van het plan verleend. Naderhand heeft het
gemeentebestuur de bouwvergunning voor blok D ingetrokken. Twee
omwonenden vinden de bebouwing niet passen in de omgeving. Met name het
karakter van de Koesteeg als achterpad zou verloren gaan. Verder vinden
zij het bouwplan te hoog en te massaal. Het complex zou volgens hen
moeten aansluiten bij de woningen aan de Brinkstraat die bestaan uit
twee bouwlagen en een kap. De rechtbank in Zutphen heeft in januari
2011 een eerder beroep van de omwonenden gegrond verklaard. Naar haar
oordeel had niet de burgemeester alleen, maar het college van
burgemeester en wethouders op hun bezwaren moeten beslissen. Toch heeft
de rechtbank de 'rechtsgevolgen van de besluiten in stand gelaten',
omdat het gemeentebestuur alsnog de besluiten van de burgemeester heeft
bekrachtigd. Zie ook de uitspraak met zaaknummer 201102685/1 die de
Raad van State eveneens op 3 augustus 2011 openbaar maakt. Die
uitspraak gaat over een zogenoemd projectbesluit dat het
gemeentebestuur heeft verleend voor de bouw van 26 huurappartementen
aan de Brinkstraat-Koesteeg in Putten. Het besluit heeft betrekking op
blok D en maakt deel uit van het woningbouwproject
Brinkstraat-Koesteeg. Ook tegen dit besluit zijn twee omwonenden in
hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State. Die heeft beide zaken op 8 juli jl. op zitting behandeld.
pagina: 1
rss feeds disclaimer links sitemap the
council of state le conseil d'état der staatsrat