Stichting Bouw Research

Protocol voor beoordelen van veiligheid buitenspouwbladen begin 2012 gereed

4 augustus 2011

Protocol voor beoordelen van veiligheid buitenspouwbladen begin 2012 gereed

Kennisplatform voor de bouw SBR ontwikkelt een protocol voor het beoordelen van de constructieve veiligheid van buitenspouwbladen. Het richt zich vooral op woningbouwcomplexen die bestaan uit na-oorlogse flats, en is begin 2012 beschikbaar.

Aanleiding voor het opstellen van het protocol is een aantal incidenten met instortend metselwerk, en het daarop volgende bericht van VROM Inspectie (medio 2010), dat gemeenten en gebouweigenaren onvoldoende aandacht hebben voor de risico?s van verouderde gevels.

Vooral naoorlogse flat risicovol

"Vooral naoorlogse flats met kopgevels van doorgaand metselwerk die tot en met de jaren zeventig zijn gebouwd, waar de spouwankers door corrosie aangetast zijn, vormen een risico. Met het nieuwe protocol zijn gebouweigenaren beter in staat om de constructieve veiligheid van deze kopgevels te beoordelen", legt SBR-projectmanager Wim Verburg uit.

Met het te ontwikkelen protocol kunnen opdrachtgevers de constructieve veiligheid van spouwmuren laten beoordelen, in relatie tot de verwachte exploitatieperiode van het betreffende object. Om de kosten van de beoordeling te beperken, wordt de betrouwbaarheid van deze gevels op probabilistische wijze getoetst. Dit is mogelijk dankzij door VROM-Inspectie ter beschikking gestelde inspectierapporten.

Ook voor galerijen

Met het nieuwe protocol kan de constructieveiligheid van kopgevels van doorgaand metselwerk in Nederland op een uniforme wijze worden getoetst. Verburg: "Dit komt ten goede aan de veiligheid van het publieke domein in Nederland, beperkt de kosten van inspectie van deze gevels en maakt het de eigenaren van deze complexen mogelijk om de kosten van beheer en onderhoud te beheersen"? SBR ziet ook mogelijkheden om een dergelijk protocol te ontwikkelen voor het beoordelen van de constructieve veiligheid van galerijen.

De uitvoering van het project wordt ondersteund door Aedes, enkele leden van Aedes en VROM-Inspectie.