SGP
Bijdrage SGP aan overleg inzake Griekenland
Terug van reces; dat is nogal was als je slechts negen weken reces
hebt! Als goede calvinisten gaan de leden van de SGP-fractie juist op
werkbezoek naar de gebieden die volop in de belangstelling staan:
ikzelf kom zojuist terug van twee weken in Italië, de heer Van der
Staaij zal in dit reces Griekenland nog bezoeken.
Ook in ons reces maken wij ons dus nuttig en bekijken wij hoe het
lokaal allemaal in zijn werk gaat. Het was er heet, in tegenstelling
tot hier; zeker vorige week, toen de rentes ineens opliepen, zag je
Italië ook wel reageren. Ik verbaas me een beetje over deze discussie.
Ik hoor dat meer Europa nodig is, dat we destijds bij de motie die in
deze Kamer was ingediend, maar minder Europa hadden moeten toestaan,
namelijk door tegen de deelname van Griekenland aan de euro te stemmen.
Als
de drie middenpartijen -- zo noem ik het CDA, de ChristenUnie en de SGP
in dit parlement -- steun van links én rechts hadden gehad, zouden we
hier vandaag niet hebben gezeten, want dan had Griekenland helemaal
geen euro gehad. In het hele debat over de vraag of, gegeven het feit
van deze problemen, meer Europa nodig is, vond ik de heer Plasterk nog
het verstandigst klinken: bekijk per onderwerp waar dat nodig is. Dat
is het aloude beginsel van subsidiariteit en ik denk dat we vooral dat
overeind moeten houden. In de aanloop naar deze discussie is onder
anderen door de heer Van Rompuy gesuggereerd dat de regeringsleiders
bij elkaar zouden gaan zitten en mogelijk een "one for all"-oplossing
zouden bieden voor de gehele problematiek. Wij betreuren dit. Zeg
zoiets maar tegen een burn-outpatiënt die een probleem in heel lange
tijd heeft opgebouwd; die heeft meestal ook een heel lange tijd nodig
om dat probleem af te bouwen. Het helpt niet om simpelweg tegen hem te
zeggen: joh, kijk eens wat zonniger tegen deze wereld aan. Volgens mij
is het met dit probleem ook zoiets. We kunnen wel in stapjes
oplossingen bieden, maar financiële markten weten zelf heel goed dat
er niet één maatregel mogelijk is die ineens het hele probleem van de
euro oplost.
Er moet wel degelijk wat gebeuren. Ik vraag de minister: is
verwachtingenmanagement en het beter afstemmen daarvan binnen de
Europese Unie niet belangrijk? Veroorzaakt een kakofonie van
standpunten binnen het Europese gebied het probleem niet? De minister
had het over een bewegend doel. Ik moest daarbij gelijk denken aan een
opmerking van de heer Van der Staaij, die tankcommandant is geweest.
Hij zei: een bewegend doel is met moderne technologie helemaal niet
belangrijk, als je maar een tank hebt die een bewegend doel op een
bewegend terrein prima kan raken. Bij de euro moet ik echter denken aan
zeventien soldaten die ieder een zeventiende deel
van een tank hebben en deze in elkaar moeten knutselen zonder dat zij
precies weten of zij alle onderdelen wel hebben, terwijl het doel
verder van hen af gaat. Is er niet meer eenheid en snelheid nodig? Hoe
kijkt de minister daartegenaan? Wat in ieder geval nodig is, is een
terugkeer van vertrouwen. In principe geloven partijen op financiële
markten dat schulden inclusief de afgesproken rente binnen de
afgesproken termijn worden terugbetaald.
De minister biedt een aantal oplossingen. De hoofdlijn die hij schetst,
steunen wij, maar ik heb nog wel een paar kritische vragen. Raakt het
doorrollen van de schuld niet aan de kern van het schaden van dat
vertrouwen? Waarom denkt de minister dat een credit event nu wel
beheersbaar is en dat het geen doorwentelingseffect heeft? Ik proef een
beetje dat de minister zegt: een downgrade vindt toch wel plaats, dus
laten wij er liever nu van profiteren door een deel van die schuld af
te waarderen. Wat is precies de private betrokkenheid? Ik refereer
onder andere aan de brief die pensioenfondsen hebben gestuurd. Zij
schrijven: fondsen die zo verstandig zijn geweest om zich al
vroegtijdig uit Griekenland terug te trekken of om daar helemaal niet
in te investeren, gaan toch niet betalen. Als ik de minister goed
begrijp, is dit inderdaad zo. Als hij spreekt over PSI, over private
betrokkenheid, doelt hij op de partijen die er nu al in zitten zodat
geen risico wordt doorgegeven of -belast aan iedereen.
Om het vertrouwen terug te krijgen is het van het grootste belang dat
de financiën van de betrokken landen zo snel mogelijk op orde komen.
Het gaat om inkomsten en uitgaven van overheden, bezuinigingen,
daadwerkelijke inning van belastingen en privatiseringen. Het lijkt
erop dat dit in de betrokken landen iets beter gaat. Wat echter
onderbelicht blijft â de minister heeft er wel verschillende keren op
gewezen, maar ik hoor hem hierover nog graag -- is de vraag of voor het
langetermijnvertrouwen van de financiële markten de verdiencapaciteit
van landen niet veel belangrijker is. Daar ging het volgens mij om in
Italië vorige week. De vraag voor de markten is: je kunt wel zeggen
dat Italië het op zich kan terugbetalen, maar als je ziet dat de
arbeidsproductiviteit daar de afgelopen tien jaar consistent is
afgenomen in plaats van toegenomen, hoe moet het dan in de toekomst
gaan? Wat is precies de toekomst van de euro? Is de kern van het
probleem niet zozeer in de schulden, als wel in de verdiencapaciteit
van economieën gelegen?
Het belangrijkste punt is en blijft het doorwentelingseffect. Hoe
kunnen wij dit voorkomen? De minister zegt: een mogelijkheid is om de
EFSF te flexibiliseren en te gebruiken om Griekse obligaties met
korting op te kopen. Ik vraag met klem waarom de minister nu wel denkt
dat dit geen credit event zal opleveren. Wat is de
beleidsconditionaliteit die de minister in zijn brief aangeeft? Ook
voor ons is het helder dat het niet moet gaan lijken op eurobonds, want
dan verschuiven de risico's te veel naar de overheden in plaats van
naar de marktpartijen. De prikkel voor landen om de boel op orde te
brengen, moet blijven. De SGPfractie ondersteunt de private
betrokkenheid en de lijn die de minister schetst, maar ik hoor hem
hierover nog graag. Hoe waardeert hij dit? Hoe waarborgt hij dat de
risicoâs uiteindelijk niet te veel bij de overheden komen te liggen en
dat wij de EFSF zo oprekken dat het in feite eurobonds worden?
Tot slot. Voor de lange termijn zijn drie dingen het belangrijkst: de
governance op orde â het is goed dat Frankrijk beweegt --, goede
overheidsfinanciën en werken aan de concurrentiepositie. Volgens de
SGP-fractie is dit binnen de huidige institutionele kaders mogelijk.
Wij ondersteunen daarom de hoofdlijn die de minister uitzet, maar
helder is dat er veel moet gebeuren. Het belang van de Nederlandse
belastingbetaler is dat een doorwentelingseffect wordt voorkomen. Juist
op dat cruciale punt hoor ik de minister nog graag.