Rekenhof onderzocht personeelsuitgaven Vlaamse kabinetten

09/08/2011 15:00

COUR DES COMPTES - REKENHOF

Het Rekenhof heeft onderzocht of de Vlaamse Regering de belofte haar ministeriële kabinetten af te slanken, wel degelijk heeft uitgevoerd en of dat onder meer leidde tot een taakherverdeling met de departementen. Het personeelskader daalde sinds 2008 inderdaad met meer dan een derde, maar deze afslanking deed zich vooral voor bij uitvoerend en aanvullend personeel, en minder bij stafleden. De beleidsvoorbereidende rol van de departementen nam daarbij wel degelijk toe. De samenwerking tussen kabinet en administratie verloopt doorgaans vlot.

Onderzoek

Het Rekenhof heeft een audit uitgevoerd naar de samenstelling van de kabinetten van de leden van de Vlaamse Regering en naar de bezoldiging van hun personeelsleden. In het regeerakkoord 2009-2014 beoogde de Vlaamse Regering immers een versterking van de beleidsondersteunende rol van de Vlaamse administratie door, onder meer, een afslanking van de kabinetten. Het Rekenhof ging na of er een werkelijke afslanking van de kabinetten heeft plaatsgevonden en of die gepaard ging met een evolutie in de taakverdeling en samenwerking tussen de ministeriële kabinetten en departementen. Daarbuiten onderzocht het of het personeel van de kabinetten werd bezoldigd volgens de regelgeving en of het Vlaams Parlement op een transparante wijze wordt geïnformeerd over de samenstelling van de kabinetten.

Afslanking

Het Rekenhof heeft vastgesteld dat het personeelskader daalde van 490 in de legislatuur 2004-2009 (452 vanaf 2008) tot 288 in de huidige legislatuur. De kabinetskredieten daalden met iets meer dan 20% en de kabinetten stelden geen experts buiten hun personeelskader meer te werk. De afslanking vergt echter nuancering: zij situeert zich voornamelijk op het niveau van het uitvoerend en aanvullend personeel en minder op het niveau van het aantal stafleden. De ondersteuning vanuit de administratie voor het vervullen van facilitaire taken tempert de afslanking. Ten slotte legt het kabinetsbesluit per rang weliswaar een maximaal kader vast, maar de Vlaamse ministers kunnen binnen de begrotingskredieten kabinetsfuncties omzetten in hogere functies. Het verschil in rechtspositie van de personeelsleden die de departementen ter beschikking stellen voor ondersteuning van de kabinetten en het facilitair (aanvullend en uitvoerend) personeel van de kabinetten zelf, is volgens het Rekenhof moeilijk te verantwoorden, aangezien deze personeelsleden dezelfde taken uitvoeren.

Samenwerking

De Vlaamse Regering en het college van ambtenaren-generaal hebben een charter over de politiek-ambtelijke samenwerking opgesteld, dat afspraken bevat over de samenwerking en gegevensuitwisseling tussen het politieke niveau en de administratie. Het Rekenhof ging met vragenlijsten en interviews met kabinetschefs en secretarissen-generaal van departementen na in welke mate deze afspraken uitvoering en opvolging kregen en of de beleidsvoorbereidende rol van de departementen is toegenomen. Uit het onderzoek is gebleken dat de beleidsvoorbereidende rol van de departementen wel degelijk is toegenomen, waarbij de afslanking van de kabinetten de evolutie die al bij de invoering van beter bestuurlijk beleid aanving, deed versnellen. De kabinetten verrichten nog altijd beleidsvoorbereidend werk, maar van parallelle administraties is geen sprake meer. De samenwerking tussen kabinet en administratie verloopt over het algemeen vlot. Bij sommige beleidsdomeinen leidt de verdeling van de bevoegdheid over verschillende ministers tot dubbele communicatielijnen en werksporen.

Administratieve beleidsvoorbereiding

De kabinetten zijn in het algemeen tevreden over de kwaliteit van het beleidsvoorbereidend werk van de administratie, al ondervinden zij wel een kwaliteitsverschil tussen de verschillende administratieve entiteiten. Zo dienen sommige administraties de noodzakelijke expertise en vaardigheden nog verder op te bouwen. De ontwikkeling van een eigen visie door de departementen binnen de krijtlijnen van de beleidsnota's en -brieven en een proactieve houding worden als positief ervaren.

Verloning

De salarissen en salariscomplementen zijn over de verschillende kabinetten heen gelijklopend, ondanks de autonomie waarover de ministers beschikken. Zij overschreden hun kabinetskredieten niet en kennen toelagen en vergoedingen in het algemeen correct toe. Deze toelagen en vergoedingen zijn echter niet uniform geregeld voor gedetacheerden en aangestelden.

Informatie aan Vlaams Parlement

De kredieten voor de kabinetsuitgaven staan thans onder één begrotingsprogramma, wat de transparantie ten goede komt. De rapportering aan het Vlaams Parlement over de samenstelling van de kabinetten zou echter meer informatie kunnen bieden.

Reactie van de minister

Volgens de Vlaamse minister-president is de kabinetsafslanking een positief evoluerend groeiproces, waarin kabinetten en administraties tot een goede afstemming komen inzake rollen en verantwoordelijkheden. Een verschil in toelagen en vergoedingen tussen aangesteld en gedetacheerd personeel is volgens de minister-president onvermijdelijk door de verschillende herkomst van deze personeelsleden.

Het auditverslag Personeelsuitgaven van de ministeriële kabinetten en de bestuurlijke gevolgen van hun afslanking is bezorgd aan het Vlaams Parlement. Het integrale verslag en dit persbericht zijn beschikbaar op de website van het Rekenhof (www.rekenhof.be).

Contactpersoon: