Rijksoverheid


Wet van tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet primair onderwijs BES, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs BES, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES in verband met de registratie van incidenten

VOORSTEL VAN WET

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is incidenten op scholen en instellingen te registreren; dat daartoe de Wet op het primair onderwijs, de Wet primair onderwijs BES, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs BES, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs BES dienen te worden gewijzigd; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der StatenGeneraal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I. Wijziging Wet op het primair onderwijs De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd :

Na artikel 16 wordt ingevoegd artikel 16a, luidend als volgt: Artikel 16a. Register van incidenten 1. Het bevoegd gezag houdt een register in stand waarin incidenten worden opgenomen die zich hebben voorgedaan op de locatie waarover de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag zich uitstrekt, dan wel zich hebben OCW 10929

voorgedaan op een andere locatie doch tijdens activiteiten die zijn georganiseerd

W2722.K2


1

onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. In de registratie wordt tevens aangegeven tot welke van de in het derde lid genoemde categorie degene behoort die de in het tweede lid, onderdeel a tot en met i genoemde incident heeft doen ontstaan, en de categorie waartoe degene behoort op wie het incident betrekking had. 2. Incidenten als bedoeld in het eerste lid zijn: a. fysiek geweld dat letsel tot gevolg heeft; b. fysiek geweld waarbij wapens zijn gebruikt; c. wapenbezit; d. seksueel misbruik en seksuele intimidatie; e. grove pesterijen; f. discriminatie; g. bedreigingen; h. vernieling of diefstal van goederen; i. bezit van, handel in of gebruik van drugs. 3. De categorieën, bedoeld in het eerste lid, tweede volzin, zijn: leerling, personeel, ouders of derden. 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden gegeven met betrekking tot de nadere uitwerking van de in het tweede lid genoemde incidenten en worden voorschriften gegeven over de wijze waarop wordt geregistreerd.

ARTIKEL II. Wijziging Wet primair onderwijs BES De Wet primair onderwijs BES wordt als volgt gewijzigd :

Na artikel 21 wordt ingevoegd artikel 21a, luidend als volgt: Artikel 21a. Register van incidenten 1. Het bevoegd gezag houdt een register in stand waarin incidenten worden opgenomen die zich hebben voorgedaan op de locatie waarover de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag zich uitstrekt, dan wel zich hebben voorgedaan op een andere locatie doch tijdens activiteiten die zijn georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. In de registratie wordt tevens aangegeven tot welke van de in het derde lid genoemde categorie degene behoort die de in het tweede lid, onderdeel a tot en met i genoemde incident heeft doen ontstaan, en de categorie waartoe degene behoort op wie het incident betrekking had. 2. Incidenten als bedoeld in het eerste lid zijn: a. fysiek geweld dat letsel tot gevolg heeft; OCW 10929

W2722.K2


2

b. fysiek geweld waarbij wapens zijn gebruikt; c. wapenbezit; d. seksueel misbruik en seksuele intimidatie; e. grove pesterijen; f. discriminatie; g. bedreigingen; h. vernieling of diefstal van goederen; i. bezit van, handel in of gebruik van drugs. 3. De categorieën, bedoeld in het eerste lid, tweede volzin, zijn: leerling, personeel, ouders of derden. 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden gegeven met betrekking tot de nadere uitwerking van de in het tweede lid genoemde incidenten en worden voorschriften gegeven over de wijze waarop wordt geregistreerd.

ARTIKEL III. Wijziging Wet op de expertisecentra De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 27 wordt ingevoegd artikel 27a, luidend als volgt: Artikel 27a. Register van incidenten 1. Het bevoegd gezag houdt een register in stand waarin incidenten worden opgenomen die zich hebben voorgedaan op de locatie waarover de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag zich uitstrekt, dan wel zich hebben voorgedaan op een andere locatie doch tijdens activiteiten die zijn georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. In de registratie wordt tevens aangegeven tot welke van de in het derde lid genoemde categorie degene behoort die de in het tweede lid, onderdeel a tot en met i genoemde incident heeft doen ontstaan, en in voorkomend geval de categorie waartoe degene behoort op wie het incident betrekking had. 2. Incidenten als bedoeld in het eerste lid zijn: a. fysiek geweld dat letsel tot gevolg heeft; b. fysiek geweld waarbij wapens zijn gebruikt; c. wapenbezit; d. seksueel misbruik en seksuele intimidatie; e. grove pesterijen; f. discriminatie; g. bedreigingen; h. vernieling of diefstal van goederen; OCW 10929

W2722.K2


3

i. bezit van, handel in of gebruik van drugs. 3. De categorieën, bedoeld in het eerste lid, tweede volzin, zijn: leerling, personeel, ouders of derden. 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven met betrekking tot de uitwerking van de in het tweede lid genoemde incidenten en worden voorschriften gegeven over de wijze waarop wordt geregistreerd.

ARTIKEL IV. Wijziging Wet op het voortgezet onderwijs De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 24c wordt ingevoegd artikel 24c1, luidend als volgt: Artikel 24c1. Register van incidenten 1. Het bevoegd gezag houdt een register in stand waarin incidenten worden opgenomen die zich hebben voorgedaan op de locatie waarover de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag zich uitstrekt, dan wel zich hebben voorgedaan op een andere locatie doch tijdens activiteiten die zijn georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. In de registratie wordt tevens aangegeven tot welke van de in het derde lid genoemde categorie degene behoort die de in het tweede lid, onderdeel a tot en met i genoemde incident heeft doen ontstaan, en in voorkomend geval de categorie waartoe degene behoort op wie het incident betrekking had. 2. Incidenten als bedoeld in het eerste lid zijn: a. fysiek geweld dat letsel tot gevolg heeft; b. fysiek geweld waarbij wapens zijn gebruikt; c. wapenbezit; d. seksueel misbruik en seksuele intimidatie; e. grove pesterijen; f. discriminatie; g. bedreigingen; h. vernieling of diefstal van goederen; i. bezit van, handel in of gebruik van drugs. 3. De categorieën, bedoeld in het eerste lid, tweede volzin, zijn: leerling, personeel, ouders of derden. 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven met betrekking tot de uitwerking van de in het tweede lid genoemde incidenten en worden voorschriften gegeven over de wijze waarop wordt geregistreerd. OCW 10929

W2722.K2


4

ARTIKEL V. Wijziging Wet voortgezet onderwijs BES De Wet voortgezet onderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 53 wordt ingevoegd artikel 53a, luidend als volgt: Artikel 53a. Register van incidenten 1. Het bevoegd gezag houdt een register in stand waarin incidenten worden opgenomen die zich hebben voorgedaan op de locatie waarover de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag zich uitstrekt, dan wel zich hebben voorgedaan op een andere locatie doch tijdens activiteiten die zijn georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. In de registratie wordt tevens aangegeven tot welke van de in het derde lid genoemde categorie degene behoort die de in het tweede lid, onderdeel a tot en met i genoemde incident heeft doen ontstaan, en in voorkomend geval de categorie waartoe degene behoort op wie het incident betrekking had. 2. Incidenten als bedoeld in het eerste lid zijn: a. fysiek geweld dat letsel tot gevolg heeft; b. fysiek geweld waarbij wapens zijn gebruikt; c. wapenbezit; d. seksueel misbruik en seksuele intimidatie; e. grove pesterijen; f. discriminatie; g. bedreigingen; h. vernieling of diefstal van goederen; i. bezit van, handel in of gebruik van drugs. 3. De categorieën, bedoeld in het eerste lid, tweede volzin, zijn: leerling, personeel, ouders of derden. 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven met betrekking tot de uitwerking van de in het tweede lid genoemde incidenten en worden voorschriften gegeven over de wijze waarop wordt geregistreerd.

ARTIKEL VI. Wijziging Wet educatie en beroepsonderwijs De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt gewijzigd als volgt:

A In artikel 1.1.3 wordt in het eerste en tweede lid na "1.3.8," ingevoegd: 1.3.9,. OCW 10929

W2722.K2


5

B Na artikel 1.3.8 wordt ingevoegd artikel 1.3.9, luidend als volgt: Artikel 1.3.9 Register van incidenten 1. Het bevoegd gezag houdt een register in stand waarin incidenten worden opgenomen die zich hebben voorgedaan op de locatie waarover de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag zich uitstrekt, dan wel zich hebben voorgedaan op een andere locatie doch tijdens activiteiten die zijn georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. In de registratie wordt tevens aangegeven tot welke van de in het derde lid genoemde categorie degene behoort die de in het tweede lid, onderdeel a tot en met i genoemde incident heeft doen ontstaan, en in voorkomend geval de categorie waartoe degene behoort op wie het incident betrekking had. 2. Incidenten als bedoeld in het eerste lid zijn: a. fysiek geweld dat letsel tot gevolg heeft; b. fysiek geweld waarbij wapens zijn gebruikt; c. wapenbezit; d. seksueel misbruik en seksuele intimidatie; e. grove pesterijen; f. discriminatie; g. bedreigingen; h. vernieling of diefstal van goederen; i. bezit van, handel in of gebruik van drugs. 3. De categorieën, bedoeld in het eerste lid, tweede volzin, zijn: deelnemer, personeel of derden. 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven met betrekking tot de uitwerking van de in het tweede lid genoemde incidenten en worden voorschriften gegeven over de wijze waarop wordt geregistreerd.

ARTIKEL VII. Wijziging Wet educatie en beroepsonderwijs BES De Wet educatie en beroepsonderwijs BES wordt gewijzigd als volgt:

A In artikel 1.1.2 wordt in het eerste en tweede lid na "1.3.5," ingevoegd: 1.3.6,.

B Na artikel 1.3.5 wordt ingevoegd artikel 1.3.6, luidend als volgt: OCW 10929

W2722.K2


6

Artikel 1.3.6 Register van incidenten 1. Het bevoegd gezag houdt een register in stand waarin incidenten worden opgenomen die zich hebben voorgedaan op de locatie waarover de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag zich uitstrekt, dan wel zich hebben voorgedaan op een andere locatie doch tijdens activiteiten die zijn georganiseerd onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. In de registratie wordt tevens aangegeven tot welke van de in het derde lid genoemde categorie degene behoort die de in het tweede lid, onderdeel a tot en met i genoemde incident heeft doen ontstaan, en in voorkomend geval de categorie waartoe degene behoort op wie het incident betrekking had. 2. Incidenten als bedoeld in het eerste lid zijn: a. fysiek geweld dat letsel tot gevolg heeft; b. fysiek geweld waarbij wapens zijn gebruikt; c. wapenbezit; d. seksueel misbruik en seksuele intimidatie; e. grove pesterijen; f. discriminatie; g. bedreigingen; h. vernieling of diefstal van goederen; i. bezit van, handel in of gebruik van drugs. 3. De categorieën, bedoeld in het eerste lid, tweede volzin, zijn: deelnemer, personeel of derden. 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven met betrekking tot de uitwerking van de in het tweede lid genoemde incidenten en worden voorschriften gegeven over de wijze waarop wordt geregistreerd.

Artikel VIII. Inwerkingtreding Deze wet treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

De Minister van Onderwijs,
OCW 10929

W2722.K2


7

Cultuur en Wetenschap,

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

OCW 10929

W2722.K2


8

MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Inleiding Dit wetsvoorstel beoogt te komen tot een verplichte registratie van incidenten op de scholen. De reden hiervoor is tweeledig. Allereerst is registratie een hulpmiddel voor scholen om te komen tot een goed functionerend veiligheidsbeleid. Daarnaast bestaat de behoefte om op landelijk, geaggregeerd, niveau inzicht te hebben in de mate en de soort van incidenten die zich op scholen voordoen.

De Tweede Kamer heeft herhaaldelijk verzocht om meer inzicht in de mate waarin veiligheidsincidenten zich voordoen in het onderwijs. Dit heeft geleid tot een toezegging van de toenmalige staatssecretaris van OCW (Kamerstukken II 2007/08, 29240, nr. 15) om in overleg met het onderwijsveld tot een invulling van een registratieverplichting te komen. Voorliggend wetsvoorstel is daar de uitwerking van.

2, Registratie als onderdeel van het veiligheidsbeleid Een sluitend registratiesysteem van (gewelds)incidenten levert een belangrijke bijdrage aan een veilige school voor alle kinderen, jongeren en onderwijspersoneel. Dit wetsvoorstel voorziet erin dat zo'n systeem er op elke school komt. Ieder die zich veilig voelt op school kan volwaardig deelnemen aan het onderwijs en het beste uit zichzelf halen. De school moet een veilige plek zijn en veiligheid is een noodzakelijke voorwaarde voor kwalitatief goed onderwijs. Als vanuit de veelheid aan talenten en mogelijkheden van elk kind het onderwijs wordt gegeven, zal dat de veiligheid in de klas en op school vergroten. Sinds 2004 investeert OCW jaarlijks bijna 90 miljoen extra in sociale veiligheid op scholen voor basis-, (voortgezet) speciaal en voortgezet onderwijs. Deze middelen worden ingezet voor preventieve, curatieve, repressieve en ondersteunende veiligheidsmaatregelen.

Registratie moet onderdeel zijn van een breder veiligheidsbeleid van bevoegde gezagsorganen en is een instrument om het veiligheidsbeleid te ondersteunen en te OCW 10929

evalueren. Het helpt bevoegde gezagsorganen om beter inzicht te krijgen in de

W2722.K2


9

veiligheidssituatie op hun school/scholen en om adequaat te handelen bij incidenten. Steeds meer bevoegde gezagsorganen hebben een veiligheidsbeleid en registreren hun incidenten, maar dit is niet voldoende. Op schoolniveau zijn onvoldoende gegevens beschikbaar over de feitelijke aard en omvang van (gewelds)incidenten. Hierdoor is het voor bevoegde gezagsorganen niet altijd mogelijk om een toegesneden veiligheidsbeleid te voeren. Bevoegde gezagsorganen moeten er alles aan doen om een veilig schoolklimaat te hebben, maar zij kunnen dat niet alleen. Daarvoor moeten zij een beroep kunnen doen op anderen zoals leerlingen, ouders, gemeente, politie, maatschappelijk werk, jeugdzorg en het rijk. Het is dan ook van belang dat het bevoegd gezag het gesprek aangaat met de medezeggenschapsraad (MR); voor BVE-instellingen de ondernemingsraad (OR) en de deelnemersraad, de inspectie, de politie en gemeente over de resultaten van de incidentenregistratie. Indien er sprake is van een strafbaar feit kan aangifte gedaan worden bij de politie. Het bespreken van de resultaten van de incidentenregistratie met de politie en gemeente zou ingebed kunnen worden in de bestaande overlegstructuren of kunnen worden neergelegd in nieuwe afspraken. Het bevoegd gezag en/of de school dient in geval van schooloverstijgende problematiek altijd het gesprek aan te gaan met de gemeente en/of andere partners zoals jeugdzorg en maatschappelijk werk. De mogelijkheden om gezamenlijk problemen aan te pakken, kunnen zo optimaal worden benut. De registratiegegevens van de incidenten blijven nadrukkelijk in het bezit van het bevoegd gezag. De Inspectie van het Onderwijs krijgt wel inzage in deze gegevens tijdens haar schoolbezoek. De gegevens zijn dus niet voor eenieder zomaar openbaar.

Beoogde effecten van de registratie van incidenten De registratie van incidenten moet leiden tot een veiligere school. Verwacht mag worden dat scholen een vervolg geven aan de feiten die zijn geregistreerd en hetgeen voor het overige uit het totaalbeeld van de registratie blijkt. Dit kan onder andere variëren van een disciplinaire straf voor de leerling of het personeelslid, een gesprek met de ouders, een gesprek in de klas tot aangifte bij de politie vanwege een strafbaar feit. Uiteindelijk gaat het erom dat ieder kind, jongere en personeelslid zich veilig voelt op school.

Uit de pilots incidentenregistratie (zie verder paragraaf 4) blijkt dat de incidentenregistratie de mogelijkheid biedt om zeer gerichte, locatiegebonden en op de eigen schoolcultuur geënte maatregelen te nemen. OCW 10929

W2722.K2


10