Rijksoverheid


18 augustus 2011

Antwoord op schriftelijke vragen met kenmerk 2011Z11757, 2011Z13911, 2011Z14436 en 2011Z14721.

Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Veiligheid en Justitie, de antwoorden aan op schriftelijke Kamervragen die zijn gesteld door het lid Van Klaveren; over de zoveelste antisemitische uiting van Marokkaanse jongeren (2011Z11757, ingezonden 6 juni 2011), over de verstoring van een begrafenisstoet door islamitische jongeren (2011Z13911, ingezonden 24 juni 2011) en over de verstoorde rouwstoeten door islamitische jongeren (2011Z14436, ingezonden 29 juni 2011).

Daarnaast bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen van het lid Brinkman (PVV) over onbestrafte rouwterreur, politie weigert aangifte (2011Z14721, ingezonden 30 juni 2011).

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner

2011Z11757
Beantwoording vragen van het lid Van Klaveren (PVV) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de zoveelste antisemitische uiting van Marokkaanse jongeren (ingezonden 6 juni 2011)


1
Bent u bekend met het artikel 'Marokkaanse jongeren vallen rouwstoet lastig'? 1) Antwoord 1
Ja.

2
Hoe vaak is het afgelopen jaar een begrafenisstoet lastiggevallen door Marokkaanse jongeren?
Antwoord 2
Dit is mij niet bekend. Er wordt door de politie niet specifiek geregistreerd op het verstoren van rouwstoeten.

3
Hoeveel verdachten zijn er naar aanleiding van de zoveelste verschrikkelijke uiting van antisemitisme opgepakt?
Antwoord 3
Er is geen aangifte gedaan en er zijn geen aanhoudingen verricht. Het incident is door de politie nader onderzocht. Daar niet bekend is wie de daders zijn en een signalement ontbreekt, heeft de politie in overleg met het Openbaar Ministerie besloten niet tot verdere actie over te gaan.

4
Deelt u de opvatting dat het door de PVV voorgestelde onderzoek naar het antisemitisme binnen de islamitische gemeenschap alsnog doorgang moet vinden? Antwoord 4
Nee. Antisemitisme komt onder alle bevolkingsgroepen voor, ook onder moslims. Ik vind niet dat er als gevolg van dit incident aanleiding bestaat om nader onderzoek te verrichten. Het is belangrijker dat antisemitisme wordt aangepakt.
1) Algemeen Dagblad, 31 mei 2011
2011Z13911
Beantwoording vragen van het lid Van Klaveren (PVV) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de verstoring van een begrafenisstoet door islamitische jongeren (ingezonden 24 juni 2011).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel 'Weer rouwstoet in Amersfoort verstoord'? Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Hoe vaak is het afgelopen jaar een begrafenisstoet verstoord door jongeren van deze islamitische school?
Hoeveel verdachten zijn er naar aanleiding van deze wederom verschrikkelijke uiting opgepakt?
Antwoord 2 en 3
De burgemeester van Amersfoort heeft de gemeenteraad per brief van 28 juni 2011 geïnformeerd over de incidenten. Uit deze brief blijkt dat het incident van 23 juni het eerste is waarbij jongeren van deze school (mogelijk) betrokken zijn. De politie heeft aangegeven dat er naar aanleiding van het incident op 23 juni geen aangifte is gedaan en er geen aanhoudingen zijn verricht. Vraag 4
Deelt u de opvatting dat er hier geen sprake is van een incident maar een structureel probleem als gevolg van de aan de islam inherente afkeer van niet-moslims? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nee. Er zijn vooralsnog geen signalen dat dergelijke incidenten zo vaak voorkomen dat dit een structureel probleem genoemd kan worden. Ik deel bovendien de opvatting niet dat er sprake is van een aan de islam inherente afkeer van niet-moslims. Vraag 5
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de gemeenten maatregelen gaan treffen teneinde deze verstoringen de kop in te drukken?
Antwoord 5
Het lokale bestuur is verantwoordelijk voor de openbare orde. Ik zie in de incidenten in Amersfoort en de manier waarop deze worden opgepakt geen aanleiding om me te mengen in de verantwoordelijkheid voor openbare orde van gemeenten. Uit de eerder genoemde brief aan de gemeenteraad blijkt dat er een goede samenwerking is tussen alle betrokken partijen en dat er binnen de gemeente al maatregelen zijn getroffen.
2011Z14436
Beantwoording vragen van het lid Van Klaveren (PVV) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de verstoorde rouwstoeten door islamitische jongeren (ingezonden 29 juni 2011)

1
Bent u bekend met het artikel 'Dreigmails voor uitgejouwde nabestaande in Amersfoort'?
Antwoord 1
Ja.

2
In hoeverre acht u de uitspraak van de directeur van de basisschool dat de mediaaandacht overtrokken zou zijn verwerpelijk, daar het lijkt alsof hij daarmee de ernst van het verstoren van rouwstoeten bagatelliseert? Antwoord 2
Ik wil benadrukken dat ik verstoring van een rouwstoet ten zeerste afkeur. Het is niet overtrokken als aan een dergelijk incident aandacht wordt besteed. Anderzijds begrijp ik de zorgen van de school en de nabestaanden over de persoonlijke gevolgen van de media-aandacht in dit geval voor de betrokkenen goed.
De directeur heeft direct gereageerd op de verstoring van de rouwstoet en heeft te kennen gegeven dat dit ontoelaatbaar is. Hij heeft gesprekken gevoerd met de leerlingen, ook in aanwezigheid van een van de nabestaanden. De directeur zet in op het voorkomen van een soortgelijk incident in de toekomst. Hiertoe ontwikkelt de school een lesprogramma. Uit de maatregelen die de school neemt naar aanleiding van dit incident blijkt dat het incident niet wordt gebagatelliseerd.
3
Hoe duidt u de door een medewerkster van de betrokken uitvaartorganisatie dat gedane uitspraak in het televisieprogramma 'Ochtendspits' op 31 mei 2011, dat jongeren voordat zij de rouwstoet lastigvallen, eerst vragen of de overledene een moslim is en pas bij een ontkennend antwoord overgaan tot ontoelaatbaar gedrag?
Antwoord 3
Laat ik voorop stellen dat ik gedrag dat op welke manier dan ook kwetsend of beledigend is, ten zeerste afkeur. De jongeren weten zelf welke gedachten en beweegredenen zij hadden bij hun woorden en daden. Het is voor mij niet mogelijk deze te duiden en ik ga daarover niet speculeren.
4
Ziet u een verband tussen het verstoren van meerdere rouwstoeten per jaar door islamitische jongeren en hun levensbeschouwelijke achtergrond? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Op basis van deze incidenten is het niet mogelijk dergelijke verbanden te leggen. Respect tegenover overledenen en hun nabestaanden is echter een waarde die binnen iedere religie en levensbeschouwing geldt.

5
In welke plaatsen en hoe vaak zijn er de afgelopen twee jaar rouwstoeten verstoord en wat is er bekend over de achtergrond van de daders? Antwoord 5
Zie antwoord 2, Kamervragen 6 juni, nr. 2011Z11757. 2011Z14721
Beantwoording vragen van het lid Brinkman (PVV) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het bericht "Rouwterreur onbestraft, politie weigert aangifte" (ingezonden 30 juni 2011).

1
Heeft u kennisgenomen van hel artikel "Rouwterreur onbestraft, politie weigert aangifte"?
1)
Antwoord 1
Ja.

2
Klopt het dat een burger volgens een reportage van RTV Utrecht aangifte heeft willen doen van belediging en dat de politie deze aangifte heeft geweigerd op te nemen? Zo nee, hoe is het dan gegaan? Zo ja, wat is uw mening hierover?
Antwoord 2
Nee, dit is onjuist. De politie heeft met de betrokkene een gesprek gehad over de verstoring van de rouwstoet waarbij betrokkene is geadviseerd aangifte te doen van belediging. In afwachting van de maatregelen die de school zou nemen heeft betrokkene, in overleg met de wijkagent, besloten op dat moment geen aangifte te doen. Kort daarop heeft de betrokkene in een uitzending van RTV Utrecht aangegeven dat hij geen aangifte kon doen. De wijkagent heeft betrokkene er meerdere malen op gewezen dat hij alsnog aangifte kan doen.

3
Deelt u de mening dat van dergelijke soort feiten altijd aangifte moet worden opgenomen? Bent u bereid te initiëren dat deze aangifte alsnog wordt opgenomen, zodat de daders van deze grove belediging kunnen worden opgespoord en worden gestraft? Antwoord 3
Ik deel uw mening dat van het verstoren van een rouwstoet aangifte moet kunnen worden gedaan. De wet schrijft voor dat opsporingsambtenaren verplicht zijn aangiften te ontvangen (artikel 163, vijfde lid, Sv). Alleen in gevallen waar evident geen sprake kan zijn van een strafbaar feit, kan aangifte worden geweigerd. Zoals bij het antwoord op vraag 2 al is aangegeven, is betrokkene meerdere malen door de politie benaderd over het al dan niet doen van aangifte. Het is aan de betrokkene(n) zelf om te beslissen aangifte te doen.


1) www.geenstijl.nl/mt/archieven/2011/06/rouwstoetterroristen-onbestraft.html