Onderzoek: te dik, dat zeg je niet tegen een ander
Persbericht van gezondNU
Meer dan de helft van alle Nederlanders is te zwaar. Maar dat zeggen we
niet tegen elkaar. Zestig procent van de Nederlandse vrouwen, zo blijkt
uit onderzoek van het tijdschrift gezondNU, haalt het niet in haar
hoofd iemand in haar omgeving te attenderen op het feit dat hij of zij
zwaarder is geworden.
"Dat is niet mijn zaak," zegt een op de drie Nederlandse vrouwen als
een familielid of vriendin dikker is geworden. Bijna dertig procent
vindt het te pijnlijk en is bang dat de ander het als een belediging
opvat.
Mannen zijn meer recht voor hun raap, aldus het onderzoek van gezondNU.
Slechts een kwart vindt dat iemands lichaamsgewicht niet zijn zaak is
en maar zeven procent vindt het te pijnlijk.
Van alle leeftijdscategorieën zijn het vooral zestigplussers die
zwijgen. Jongeren onder de 30 wijzen relatief vaak wel op het
toegenomen gewicht. Dit doen zij vanuit de gedachte dat er meer aan de
hand zou kunnen zijn (22%). Ook hoger opgeleiden kaarten overgewicht
eerder aan.
Huisarts zwijgt
Wie mag u er op wijzen dat u zwaarder bent geworden, vroegen de
onderzoekers van gezondNU. De eigen partner staat met stip bovenaan.
Mannen staan meer open voor commentaar van hun partner dan vrouwen, met
respectievelijk 84 en 66 procent. Ongeveer de helft van alle
Nederlanders kan een reactie van de eigen kinderen verdragen. De
diëtist moet haar mond houden. Nog geen dertig procent accepteert een
opmerking van de diëtist over het toegenomen gewicht. Dertien procent
van de Nederlandse vrouwen wil van niemand horen dat zij zwaarder is
geworden (mannen 5%).
Maar liefst 84 procent van alle Nederlanders vindt dat de huisarts
actief een opmerking mag maken over iemands gewicht, ook als de reden
van het consult niets met het overgewicht te maken heeft. De huisarts
zelf houdt het liefst zijn mond. Onderzoek laat zien dat huisartsen
zelfs aversie voelen ten op zichte van dikke patiënten. Bovendien zijn
zij bang om patiënten te beledigen.
/////
Razende Robot Reporter