GroenLinks Utrecht


Donderdag 25 augustus 2011

Identificatieplicht is geen arrestatieplicht

GroenLinks raadslid Heleen de Boer heeft schriftelijke vragen gesteld aan het college van B&W naar aanleiding van de arrestatie van een fotograaf gisteren nabij Utrecht centraal. De man werd volgens het persbericht van de KLPD aangehouden omdat hij zijn identiteitsbewijs niet wilde tonen.

Eerder deze week werd GroenLinks benaderd door een winkelier die 12 uur (inclusief een nacht) was vastgezet omdat hij zich, na een herhaaldelijk negatieve blaastest (hij had dus niet te veel gedronken), niet wilde of kon identificeren. Dat roept bij het GroenLinks raadslid een aantal prangende vragen op: "De politie mag alleen om een identificatie vragen als dit redelijkerwijs noodzakelijk is voor het uitoefenen van de politietaak. Ik wil van het college dan ook weten hoe ze aankijkt tegen de voorbeelden van de fotograaf en van de man die de 'p van prima' blies. Het arresteren en opsluiten lijkt me in deze gevallen buitenproportioneel en zeker niet noodzakelijk."

De fotograaf werd gearresteerd omdat hij zich bevond in een 'veiligheidsrisicogebied'. Daar gelden volgens de politie andere eisen en bevoegdheden. De Boer: "Daarbij moet er echter wel sprake zijn van 'aanwijzingen van een terroristisch misdrijf'. Nou denk ik dat het nemen van foto's over het algemeen niet aangemerkt kan worden als een aanwijzing voor een terroristisch misdrijf."

Verder wil De Boer weten wat de geldende richtlijnen en instructies zijn omtrent het omgaan met de identificatieplicht.

De schriftelijke vragen:


1. Uit de Memorie van Toelichting van de Wet op de Identificatieplicht en uit jurisprudentie blijkt dat alleen om een identiteitsbewijs gevraagd mag worden als dit redelijkerwijs noodzakelijk is voor het uitoefenen van de politietaak. Is het college het met GroenLinks eens dat er dus niet zonder gegronde reden naar een ID-bewijs gevraagd mag worden?


2. Vindt het college het wenselijk dat in Utrecht mensen worden vastgezet alleen op grond van het niet tonen van een ID-bewijs terwijl hen verder geen strafbaar feit ten laste wordt gelegd?


3. Is het college (net als in 2005; zie SV 2005-007) van mening dat zelfs indien wel een lichte overtreding is begaan het opsluiten van iemand alleen omdat hij of zij geen identiteitsbewijs kan of wil tonen in veel gevallen een buitenproportioneel middel is?


4. De politie geeft in haar persbericht aan dat het centraal station in Utrecht een veiligheidsrisicogebied is en impliceert dat er daarom andere eisen en bevoegdheden gelden. Het Wetboek van Strafvordering stelt echter dat daarbij sprake moet zijn van 'aanwijzingen van een terroristisch misdrijf'. Deelt het college de opvatting van GroenLinks dat het nemen van foto's in zijn algemeenheid geen aanwijzing vormt van een terroristisch misdrijf en dat derhalve op en rond het centraal station in Utrecht gewoon gefotografeerd moet kunnen worden zolang hiermee geen personen in gevaar worden gebracht en de doorstroom van reizigers hierdoor niet wordt belemmerd? Zo nee, hoe komt het dan dat ns hier zelf volgens publicaties op de website geen moeite mee heeft?


5. In 2005 hebben OM en politie in Utrecht richtlijnen opgesteld omtrent het omgaan met kwesties rondom de identificatieplicht. Welke instructie heeft de Utrechtse politie op dit moment wat dit betreft? Is de burgemeester bereid deze instructies aan de raad te doen toekomen? En ziet de burgemeester in de twee hierboven beschreven gevallen aanleiding om richtlijnen te herzien of deze in de driehoek nog eens aan de orde te stellen? Zo nee, waarom niet?


Noot voor redacties