Rijksoverheid
Relatie met Suriname wordt zakelijker; Nederland blijft betrokken
Nieuwsbericht | 26-08-2011
Nederland gaat de relatie met Suriname zakelijker invullen. Tegelijk
blijft Nederland betrokken bij Suriname. Ontwikkelingssamenwerking
speelt daarbij niet langer een rol. Dat staat in een brief die minister
Rosenthal vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Nederland heeft Suriname bij de onafhankelijkheid in 1975 een bedrag
van 1,6 miljard euro aan hulp toegezegd. Dat geld is bijna uitgegeven;
de betrekkingen worden nu anders ingevuld. De overheid doet een stap
terug, maar blijft wel contacten tussen beide samenlevingen stimuleren.
Kennisuitwisseling en capaciteitsopbouw staan daarbij centraal. In 2008
werd daarvoor een budget uitgetrokken van 12 miljoen euro voor vier
jaar. Dit wordt nu geëvalueerd.
Op een aantal gebieden blijft Nederland met de Surinaamse overheid
samenwerken. Bijvoorbeeld in de handel en economie, op het terrein van
rechtsstaat en veiligheid, en bij het bestrijden van illegale
immigratie.
De verkiezing van Desi Bouterse tot president van Suriname bemoeilijkt
de relatie, omdat Bouterse in 2000 in Nederland is veroordeeld tot een
gevangenisstraf van elf jaar wegens drugshandel. Daarnaast is hij
hoofdverdachte in het strafproces over de Achtdecembermoorden. Met
Bouterse wordt slechts contact onderhouden als dat functioneel
noodzakelijk is.
Documenten en publicaties
Kamerbrief relatie Nederland - Suriname en Toescheidingsovereenkomst
Brief van minister Rosenthal (BZ) aan de Tweede Kamer over relatie
tussen Nederland en Suriname, en over de stand van zaken met ...
Kamerstuk | 26-08-2011 | BZ