Ingezonden persbericht


Aan het College van Burgemeester en Wethouders
Coolsingel 40
3011 AD Rotterdam

Schriftelijke vragen ter schriftelijke beantwoording

Betreft: Schriftelijke vragen effect BTW-verhoging cultuur Rotterdam, 24 augustus 2011

Geacht College,

De omzet van theaters en schouwburgen is landelijk met 18 procent teruggelopen door de verhoging van de BTW op podiumkunsten van 6 naar 19 procent, die het kabinet per 1 juli dit jaar invoerde. Dit blijkt uit een representatieve steekproef van de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD). Eerder bleek uit het onderzoek van het Ministerie van Financiën dat de verhoging zou leiden tot 4 procent minder bezoek. De culturele instellingen hielden rekening met een afname van de kaartverkoop van 9 procent. D66 heeft hierover in de Tweede Kamer vragen gesteld en ook op lokaal niveau maakt D66 zich ernstige zorgen over het effect van de BTW-verhoging op de Rotterdamse culturele infrastructuur. Daarom heeft D66 hierover de volgende vragen:
1. Hoeveel omzet hebben de Rotterdamse theaters, schouwburgen (en podia, concertgebouwen, e.d.), theatergroepen, dansgezelschappen, orkesten (e.d.) voor het komende seizoen in de voorverkoop gehaald ten opzicht van de voorgaande jaren?


2. Indien sprake is van een daling, onderschrijft u de mening van theaters en schouwburgen dat deze daling wordt veroorzaakt door de btw-verhoging op cultuur? Zo nee, wat veroorzaakt volgens u deze omzetdaling?


3. Kunt u aangeven wat de daling van de verkoop van kaarten betekent voor het aanbod van podiumkunsten in de Rotterdamse theaters en schouwburgen? In hoeverre heeft de daling van de omzet van de podia geleid tot minder inkomsten bij de muziek-, dans- en theatergezelschappen en hoe groot is deze daling per discipline?

Landelijk blijkt dat het aantal voorstellingen is gedaald met 9%.


4. In hoeverre is het aantal aangeboden voorstellingen in Rotterdam gedaald en in hoeverre is de kaartverkoop van Rotterdamse voorstellingen teruggelopen? Is het volgens u mogelijk dat het aantal aangeboden voorstellingen door de btw-verhoging nog verder daalt dan de inkrimping waar nu al sprake van is? Zo ja, hoe wilt u deze schade beperken?

Het Rotterdamse cultuurplan 2013-2016 moet niet alleen de klap opvangen van de landelijke korting op cultuursubsidies, maar nu ook van de teruglopende omzet van culturele instellingen wegens de doorgevoerde BTW-verhoging op cultuur. D66 acht dit schier-onmogelijk.


5. Is de wethouder bereid bij de Staatssecretaris van Cultuur te lobbyen voor een compensatie voor de teruglopende omzet van de Rotterdamse culturele instellingen, ten gevolge van de BTW-verhoging op cultuur en/of het terugdraaien van de maatregel, zodat de Rotterdamse culturele instellingen geen verdere hinder meer ondervinden van de verhoging van BTW op cultuur?


6. Wat betekent de geconstateerde omzetdaling voor theaters en schouwburgen voor de invulling van het gemeentelijke cultuurplan 2013-2016?

Wij verzoeken het college deze vragen te beantwoorden voor de behandeling van de uitgangspuntennota voor het Cultuurplan 2013-2016 in de commissie JOCS en deze hierbij te betrekken.

Hoogachtend,

Jos Verveen
D66 Rotterdam


---- --