Kansen in intensieve samenwerking
Gesprekken universiteiten van Leiden, Delft en Rotterdam
Klaar zijn voor de wereld van morgen betekent vooruit denken en dúrven
kiezen. De universiteiten van Delft, Leiden en Rotterdam kiezen voor
intensieve samenwerking. Zo kan het onderzoek nog beter worden, kunnen
studenten een rijker opleidingenaanbod tegemoet zien, blijft
kleinschalig onderwijs juist door het te spreiden over meerdere
locaties gegarandeerd, en wordt, kortom, de kwaliteit van de instelling
groter. Om zo het beste talent te blijven aantrekken.
Zijlstra en Veerman
Staatssecretaris Zijlstra van OCW schrijft in zijn nota Kwaliteit in
verscheidenheid, Strategische Agenda Hoger Onderwijs, Onderzoek en
Wetenschap die op 26 september in de Tweede Kamer wordt besproken: `Wij
vragen van de instellingen scherper te kiezen wat zij wél en vooral ook
wat zij niet meer doen. We kunnen niet overal in uitblinken en we
moeten onze wetenschappelijke sterktes optimaal benutten.Van de
instellingen worden daarom stevige stappen verwacht in een continue
proces van verdere zwaartepuntvorming. Ook wordt van de instellingen
verwacht dat zij nóg intensiever de samenwerking aangaan.'
Een pleidooi voor het maken van keuzes en voor het versterken van de
kwaliteit van het beste wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. De
staatssecretaris borduurt hiermee voort op het gedachtegoed van de
Commissie Veerman.
De Erasmus Universiteit in Rotterdam, de Technische Universiteit Delft
en de Universiteit Leiden hebben elk een uitstekende reputatie en een
eigen profiel. Op veel gebieden zijn de drie universiteiten
complementair, vullen elkaar aan en versterken elkaar. Door te kiezen
voor intensieve samenwerking kunnen de drie instellingen de
voorliggende kansen beter benutten en bij de top van de
wetenschappelijke wereld blijven horen.
De wereld verandert
Niet alleen de wereld in Nederland verandert, ook verder weg zien wij
ontwikkelingen en verschuivingen. In het opkomende wetenschapsland
China lijken middelen en mogelijkheden onbeperkt, ook India, Brazilië,
Argentinië en de Verenigde Arabische Emiraten zijn aan een snelle
opkomst bezig. In Europa zitten landen ook niet stil als het om de
kennis- en wetenschapssector gaat. In Frankrijk, Duitsland, het
Verenigd Koninkrijk en Denemarken worden kleinere instellingen tot
grotere gesmeed of wordt extra geld gepompt in sterke instellingen. Zij
beschikken daarmee over meer middelen en mogelijkheden dan wij.
De Europese Unie maakt zich sterk voor de uitbouw van kennis en
innovatie. Het 8e Kaderprogramma voor wetenschappelijk toptalent gaat
vanaf 2013 zo'n 80 miljard omvatten, 30 miljard méér dan het 7e. Bij de
verdeling van dat geld spelen regio, focus en massa een belangrijke
rol.
In Nederland komt er de komende jaren geen nieuw geld bij voor de
universiteiten. Onze regeringen hebben in de afgelopen jaren niet
substantieel geïnvesteerd in de kennissector. Tal van aansporingen van
nationale adviesinstellingen als SER, AWT en Innovatieplatform ten
spijt.
De drie instellingen verwachten tegen deze achtergrond dat
krachtenbundeling meer mogelijkheden biedt en, op den duur, meer
financiële ruimte kan opleveren. Bovendien rijdt de trein al.
Best practices
Op een aantal gebieden wordt al intensief samengewerkt - bijvoorbeeld
in de Medical Delta van de medische centra in Leiden, Delft en
Rotterdam waar het draait om Health Science & Technology. Hier werken
wetenschappers, zorgprofessionals, bedrijven en andere partijen met
elkaar aan oplossingen voor gezondheidsvraagstukken die leiden tot een
betere zorg en economische groei. Life sciences en medische
technologie-industrie met een jaaromzet van meer dan 6,5 miljard euro.
Gedeelde hooglerarenposities over de drie instellingen, gezamenlijke
opleidingsprogramma's: allemaal voorbeelden van best practices in
samenwerking.
Dit type samenwerking is ook mogelijk op andere wetenschapsgebieden,
zoals social/behavorial sciences, law/governance, humanities en
dergelijke.
Voordelen voor studenten
Wat betekent intensieve samenwerking voor de studenten? In onze
kennissamenleving is veel vraag naar goed opgeleide academici en het
aantal studenten groeit. De werkloosheid onder afgestudeerden is laag.
Academische studenten willen bij een universiteit studeren die een
goede nationale en internationale reputatie heeft. Door de samenwerking
van de drie Zuid-Hollandse universiteiten kan een instelling ontstaan
met een reputatie op wereldniveau. Dáár willen de beste onderzoekers,
professoren en docenten graag werken. Dat is goed voor onze studenten.
Er zijn meer voordelen. De huidige wetgeving gaat ervan uit dat een
universiteit in één bepaalde plaats is gevestigd. Dat betekent dat een
instelling daarbuiten geen onderwijsactiviteiten mag ontplooien. Bij
samenwerking wordt dat anders. In Rotterdam zijn bijvoorbeeld veel
studenten die economie en/of bedrijfskunde studeren. De kwaliteit van
dat onderwijs zou beter gediend kunnen zijn als van die grote groep een
aantal studenten bijvoorbeeld in Leiden onderwijs in economie volgen.
Denk ook aan het over en weer volgen van minoren, van bijvakken.
Kortom, bij samenwerking kunnen studenten gemakkelijk gebruik maken van
het rijke en brede aanbod dat de drie instellingen in huis hebben.
Samenwerken
De drie universiteiten verwachten van samenwerking ook positieve
economische gevolgen voor de regio. Een sterke opleidingsketen, van
vmbo tot universiteit, versterkt de aantrekkingskracht van dit deel van
Nederland. Sterke bedrijven zullen zich in de nabijheid van Delft,
Leiden en Rotterdam willen vestigen. En intensieve R&D-bedrijven zijn
ook voor de universiteiten een aantrekkelijke samenwerkingspartner.
De drie universiteiten zien veel kansen in intensieve samenwerking.
Die samenwerking kan bestuurlijk verschillende vormen krijgen, waarbij
ook de meest vergaande variant, een fusie, niet is uitgesloten.
Maar het meest belangrijk is de inhoud: wetenschappelijk onderzoek,
onderwijs en valorisatie. Over de beste inhoud voor en vorm van
intensieve samenwerking gaan de universiteiten de komende maanden
praten met hun wetenschappers, studenten én alumni. De ideeionrijkdom
die daar leeft, wordt ingezet bij de verdere uitwerking van het
samenwerkingsvoornemen.
Het allerbeste wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijk onderwijs
op de kaart zetten dat in ons land in een snel veranderende omgeving
slechts met beperkte middelen te bereiken is. Daar gaat het de drie
universiteiten om.
maandag, 05 september 2011
Erasmus Universiteit Rotterdam