Rijksoverheid


5 september 2011

Beleidskader eerstelijnscentra in grootschalige nieuwbouwlocaties

Geachte voorzitter,

Door middel van dit schrijven bericht ik u over de wijze waarop ik het subsidiebeleid voor geïntegreerde eerstelijnscentra in VINEX1-gebieden voort zal zetten. Als bijlage is het 'Beleidskader eerstelijnscentra in grootschalige nieuwbouwlocaties' bijgesloten. Het beleidskader is het vervolg op het subsidiebeleid zoals opgenomen in de brief aan de Tweede Kamer van 15 mei 2009 (Kamerstukken II 2008-2009, 29 247, nr. 92). Dat subsidiebeleid had betrekking op de jaren 2009 en 2010. Het onderhavige beleidskader geldt voor de periode 2011 tot en met 2013. Specifieke problematiek De integrale zorg in de buurt, dichtbij de mensen, vind ik van groot belang. Zowel in steden als op het platteland. Het opstarten van geïntegreerde eerstelijnscentra in grootschalige nieuwbouwlocaties gaat gepaard met specifieke aanloopproblemen. Zo zijn zorgverzekeraars terughoudend met het doen van investeringen, omdat het onduidelijk is of er voldoende van hun verzekerden in de wijk komen wonen. Door uitgeste lde oplevering van huizen loopt de instroom van bewoners en dus ingeschreven patiënten dikwijls vertraging op. Daarnaast verstrekken banken vaak onvoldoende krediet of tegen te hoge rentelasten om de aanloopfase van het centrum gefinancierd te krijgen. Compensatieregeling Het is van groot belang dat er ondanks bovengeschetste aanloopproblemen geïntegreerde zorg wordt aangeboden in grootschalige nieuwbouwlocaties. Daarom zullen bepaalde gezondheidscentra in grootschalige nieuwbouwlocaties contractueel worden belast met het aanbieden van die zorg bij wijze van dienst van algemeen economisch belang. Dit betekent dat zij de taak hebben om op die locaties geïntegreerde eerstelijnszorg te verlenen en verder te ontwikkelen. Hiertoe zullen zij gedurende de aanloopperiode ter compensatie subsidie ontvangen. Daarvoor heb ik een beleidskader opgesteld, in het verlengde van de
1

VINEX-gebieden zijn in 1993 door de minister van VROM aangewezen als uitbreidingsgebieden voor steden. Het betreft de woningproductie tussen 1995 en 2005 in het kader van de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra. Kortom, de woningproductie na 2005 is per definitie geen VINEX. Om beter aan te sluiten bij de gebieden waarin zich problemen voordoen bij de opstart van grote eerstelijns samenwerkingsverbanden wordt ook gesproken over "grootschalige nieuwbouwlocaties in voorheen onbebouwd gebied".

voormalige subsidiefaciliteit voor gezondheidsheidscentra in VINEX-gebieden uit 2009 en 2010. Hiervoor stel ik structureel drie miljoen euro per jaar beschikbaar. Gezondheidscentra die zich in 2011, 2012 en 2013 in de opstartfase bevinden (de eerste vijf jaar na de start van het zorgaanbod in het centrum) kunnen compensatie aanvragen voor de praktijkkosten, zijnde kosten voor personeel, huisvesting en automatisering. De aanvraag zal getoetst worden aan diverse voorwaarden, zoals omschreven in het beleidskader. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Hoogachtend, de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

mw. drs. E.I. Schippers