Gemeente Zutphen

Hoger Beroep IJsselsprong

De rechtbank Zutphen heeft op 22 juni 2011 uitgesproken dat de beslissing van de raad van 14 december 2009 om geen referendum te houden onvoldoende was gemotiveerd. Daarom moet de raad daarover opnieuw een besluit nemen met een aanvullende motivering. Daarnaast heeft het college hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak. Op 30 augustus 2011 heeft het college van burgemeester en wethouders van Zutphen besloten om de raad twee voorstellen te doen over het referendumverzoek IJsselsprong.

Nieuw besluit

Het eerste voorstel betreft het nemen van een nieuw besluit op de bezwaarschriften van de heer A.F. Lorier en mevrouw R.C.R. van den Bor tegen het besluit van de raad van 14 december 2009 om geen referendum te houden over de IJsselsprong. Sinds december 2009 hebben zich verschillende ontwikkelingen voorgedaan. De belangrijkste is dat de provincie Gelderland de woningbouwopgave sterk heeft verlaagd, waardoor er geen behoefte is aan grootschalige woningbouw zoals genoemd is in de beleidsnota IGSV.

Politieke verschuiving

Verder zijn politieke verschuivingen opgetreden na de gemeenteraadsverkiezingen in 2010. In het collegeakkoord is opgenomen dat er voor 2017 niet wordt gebouwd in de IJsselsprong-gebied. Daarmee is een referendum over het besluit van 18 mei 2009 over de IJsselsprong niet meer relevant. Grootschalige woningbouw in de IJsselsprong was immers de belangrijkste reden voor het referendumverzoek. Het college stelt daarom aan de raad voor opnieuw te besluiten geen referendum te houden en de argumenten daarvoor aan te vullen met deze recente ontwikkelingen.

Hoger beroep bij Raad van State

Het college heeft op 28 juli 2011 (in de vakantieperiode) bij de Raad van State hoger beroep ingediend tegen de uitspraak van de rechtbank d.d. 22 juni 2011. Met dit pro forma ingestelde hoger beroep is bovendien voorkomen dat de wettelijke beroepstermijn werd overschreden, waardoor de gemeente niet meer in het geweer zou kunnen komen tegen de uitspraak van de rechtbank.

Het hoger beroep biedt de mogelijkheidduidelijkheid te krijgen over de vraag of de rechtsgang door Zutphen op correcte wijze is gevoerd en of er mogelijk lessen te leren zijn, die kunnen worden benut bij de evaluatie van de Zutphense referendumverordening.

Termijn

De Raad van State heeft het college de gelegenheid gegeven tot uiterlijk 8 september 2011 om het hoger beroep te motiveren. Aan deze termijn valt niet te ontkomen. Het college had er de voorkeur aan gegeven vooraf de raad hierover te raadplegen.De raad heeft echter nog alle gelegenheid zijn visie te geven. Dit kan, omdat de gemeente te allen tijde, vóór of nog tijdens de zitting van de Raad van State de motivering kan aanvullen, wijzigen of het hoger beroep kan intrekken.