De toekomst van de tuinbouw zit in ondernemerschap. Niet in polderen.
Persbericht van De Kleine Lettertjes
Waar moet het in de komende decennia heen met de Nederlandse economie
in een wereld die razendsnel verandert? Met die vraag heeft de
Nederlandse overheid tien zogenoemde Topteams aan het denken gezet.
Afgelopen juni brachten zij advies uit, onder andere over de toekomst
van de Nederlandse tuinbouw. Martien Penning van de Hillenraad Top 100
vroeg Prof. Dr. Wim de Ridder naar zijn visie op het Topteam advies.
'Dit specifieke advies kent z'n sterke punten, maar mist de essentie',
zo reageert de hoogleraar Future Studies aan de TU Twente. 'De gekozen
oplossing kan nooit leiden tot een Nederlandse tuinbouw die mondiaal
meetelt. Er zit een essentiële weeffout in, meent hij. De toekomst
wordt tegemoet getreden met instrumenten van gisteren.'
In de verschillende Topteams zitten specialisten met kennis van een
bepaalde sector. De adviezen van deze teams geven een goed beeld van de
wijze waarop in ons land wordt gedacht over de toekomst van de
belangrijkste sectoren van onze economie. Het gaat dan om onder andere
de gezondheidszorg, energie, de creatieve sector en de tuinbouw. Deze
laatste is van oudsher een stevige pijler onder de Nederlandse
economie, maar door mondiale ontwikkelingen staat die leidende positie
onder druk. In haar eindrapport laat het Topteam Tuinbouw &
Uitgangsmaterialen (T&U) lovende woorden lezen: 'Tuinbouw en
Uitgangsmaterialen is één van de best bewaarde geheimen van Nederland -
nu voor het eerst individueel als topsector (h)erkend. Terecht, want
het is een uiterst kennisintensieve en innovatieve sector met een grote
maatschappelijke en economische betekenis.' Voor deze sector formuleert
het Topteam duidelijke doelstellingen. Zo moet de Nederlandse tuinbouw
in de komende decennia uitgroeien tot 'wereldleider in internationaal
leiderschap', tot 'de meest duurzame sector tuinbouw en
uitgangsmaterialen in de wereld' en de Nederlandse tuinbouw moet 'een
internationaal leidend merk' worden. 'Een loffelijk streven', vindt
hoogleraar Futures Studies Prof. Wim de Ridder, door Martien Pening
gevraagd naar een reactie. 'Maar de manier waarop het Topteam die
doelen wil halen, is nu al achterhaald. Laat staan rond het jaar 2020
en daarna.'
Wurggreep
In de ogen van Wim de Ridder beschrijft het Topteam een
paternalistische aanpak voor de tuinbouw. 'Er is gekozen voor een
gezamenlijk optrekken van overheid, kennisinstellingen en het
bedrijfsleven, voor een zogenoemde Gouden Driehoek. Het poldermodel is
dus blijkbaar nog niet aan het einde van z'n levenscyclus. Als we
echter kijken naar een aantal belangrijke toekomstige ontwikkelingen,
dan kan zo'n samenwerkingsverband nooit de beoogde doelen halen. Willen
we werkelijk de positie van de Nederlandse tuinbouw versterken, dan
moet de sector zich bevrijden uit de wurggreep van die Gouden Driehoek.
Daar zijn verschillende wetenschappelijke argumenten voor, zowel
technologisch als bestuurlijk. De invloed van nieuwe technologische
mogelijkheden is enorm. Bedrijven die slechts vijf of tien jaar geleden
aan de top stonden en die technologisch niet bovenop de bal zaten, zijn
afgezakt of zelfs verdwenen. Andere ondernemingen namen hun plaats in,
omdat zij slimmer weten om te gaan met de kansen die nieuwe technieken
bieden. In de Nederlandse tuinbouw is er altijd een enorme drive
geweest om nieuwe technologie te omarmen, voor productieverbetering en
efficiency, met name bij de kleinere familiebedrijven van MKB-grootte.
In kringen van futurologen gaan we ervan uit dat vanaf 2020 genetica en
robotica de belangrijkste drijvende krachten in de wereldeconomie
zullen zijn. In de tuinbouw zijn deze technieken nu al zichtbaar.
Robots doen hun intrede om de productie efficiënter te laten verlopen,
vrijwel overal in de wereld wordt gezocht naar acceptabele genetische
toepassingen in de tuinbouw. Ook een ontwikkeling als 'cleantech' gaat
een steeds grotere rol spelen. We zien nu al dat een tuinder die zich
weinig gelegen laat liggen aan duurzaamheid, zichzelf op kostprijs en
reputatie uit de markt prijst. Een open blik voor de juiste toepassing
van nieuwe technologische mogelijkheden is dus een kwestie van erop of
eronder.'
Bestuurlijke veranderingen
Prof. Wim de Ridder ziet dat technologie ook steeds meer invloed heeft
op de mogelijkheden waarop een samenleving is te leiden. Ook dat is
voor de tuinbouw en de ontwikkeling daarvan van belang. 'Door de
opkomst van informatietechnologie zien we een nieuw fenomeen ontstaan:
de peer society. Mensen hebben door internet en de netwerken waaraan ze
deelnemen meer mogelijkheden gekregen om dingen te doen die eerder
alleen in handen lagen van professionals. Onderzoekers spreken wel van
een fundamentele verandering in de verhouding tussen producent en
consument. Mensen willen met anderen delen, ze willen zijn waar actie
is, ze willen erkenning voor wat ze weten en wat ze doen. Deze mensen
worden ook wel peers genoemd. Zij spelen in op de mogelijkheden om zelf
creatief te worden. Dat heeft gevolgen voor kennisontwikkeling. Dat is
niet langer het monopolie van kennisinstellingen. De wisdom of the
crowd groeit, ze wordt een steeds sterkere kracht. Het delen van
verwachtingen gaat ook steeds sneller. Natuurlijk geldt deze
ontwikkeling ook voor de kennisinstellingen zelf. Er ontstaan ook
netwerken van academici. We zien wereldwijde clusters van kennis
ontstaan, high tech valleys. In deze clusters zullen in de komende
jaren belangrijke wetenschappelijke ontwikkelingen ontstaan. Uit
vergelijkend onderzoek naar high tech clusters blijkt, dat de beste
resultaten voortkomen uit de clusters waar ondernemers de scepter
zwaaien.'
Geen 'Gouden Driehoek'
De tuinbouw verandert in hoog tempo. Als gezegd, er komt steeds meer
technologie bij kijken. Bovendien zijn nieuwe technieken steeds sneller
te delen, op allerlei niveaus. Plus, door toepassing van ICT verandert
de rol van de veiling. Consumenten gaan anders tegen tuinbouwproducten
aankijken. Telers, veiling, handelshuizen en de grootschalige retail
gaan steeds meer samenwerken, er ontstaan nieuwe (mondiale)
partnerships. Over deze enorme verschuivingen schreef Prof. Wim de
Ridder een boek met de veelzeggende titel De wereld breekt open. Wim de
Ridder: 'En wat is daarop nu het antwoord van het Topteam Tuinbouw &
Uitgangsmaterialen? Het komt met een pleidooi voor het instellen van
een regie-orgaan, een T&U Board. Deze zou dan moeten bestaan uit
voorzitters van de Greenport Holland, de voorzitters van een nieuw op
te richten T&U Bestuur Kennisinstellingen en een vertegenwoordiger van
het Ministerie van EL&I. Daarmee haalt het Topteam de Gouden Driehoek
van stal. Sterker nog, zij ziet het beoogde regie-orgaan als de Gouden
Ring. Maar als de tuinbouw haar dominante positie in de wereld wil
behouden, dan is dit het laatste wat ze moet doen. Ja, het
bedrijfsleven kan een beroep doen op kennisinstellingen. Maar de
toeleveringsfunctie van deze kennisinstellingen kan nooit hetzelfde
worden als mede-verantwoordelijkheid dragen voor de toekomst van de
tuinbouwsector. En ja, de overheid kan faciliterend optreden. Maar de
toekomstagenda van een overheid als geheel kan nooit één-op-één
synchroon lopen met die van de individuele ondernemingen in een
bepaalde sector. Een nationale overheid kan nooit enige
verantwoordelijkheid dragen voor de internationale successen van een
economische sector.'
Op eigen ondernemerskracht
'De richting die het Topteam suggereert is een uitstekend vehikel als
alle instituties in de Nederlandse polder onontkoombaar op elkaar zijn
aangewezen,' meent Wim de Ridder. 'Denk aan de tijden van de
Wederopbouw, na de Tweede Wereldoorlog. Of aan de ernstige crisis rond
1980. Nu ligt het geheel anders. Een al te rigide samenwerking kan
eerder remmend dan stimuleren werken, zo weten we uit onderzoek. De
praktijk leert dat grote Europese onderzoeksfondsen, zoals de FP7 en
FP8 kaderprogramma's, en ook de middelen van onder andere de
Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NOW) geen
voorsprong geven bij het vinden van de meest innovatieve projecten. Het
is tevens een ervaringsfeit dat bedrijven die in een bepaalde periode
succesvol zijn, niet het eerst aangewezen zijn om nieuwe wegen te
bewandelen. Harvard hoogleraar Clayton Christensen heeft dit feit in
een onderzoek naar 150 doorbraakinnovaties bevestigd. Ook het
bedrijfsleven is niet gebaat bij afstemming met de overheid. Als
ondernemingen willen afstemmen dan moeten zij dat met elkaar doen. Het
meest succesvolle voorbeeld op dit terrein is de driejaarlijkse road
map die gemaakt wordt door de Semiconductor Industry Association.
Wereldwijd werken bedrijven mee aan een gezamenlijke verkenning van de
mogelijkheden om in de chipindustrie elke twee jaar de mogelijkheden
van het product, in dit geval transistors in een geïntegreerde
schakeling, te verdubbelen.'
Naar een open benadering
Wim de Ridder: 'Dit voorbeeld kan de tuinbouw ter harte nemen. Stel
gezamenlijk een doel. Bijvoorbeeld: de rol van regisseur van de
wereldhandel versterken. Zorg dat alle deelnemers (lees: alle
Nederlandse tuinbouwondernemingen) weten welke technologische
mogelijkheden zich aandienen. Dit kan bereikt worden door de opzet van
een gezamenlijk elektronisch platform, waaraan alle bedrijven in het
cluster (nationaal en internationaal) informatie kunnen toevoegen en
aan ontlenen. Door een open source-benadering kan elke onderneming
putten uit en bijdragen aan collectieve denkkracht. Zie het als een
Google voor de sector. Individuele bedrijven kunnen dan proberen het
nog beter te doen dan op basis van de gezamenlijke verkenning mogelijk
wordt geacht. Dat is goed voor de onderneming zelf en de sector als
geheel. Plus, als we er nu in slagen gezamenlijk in Nederland zo'n
platform op te zetten en we slagen erin dit platform onmisbaar te
maken, juist dàn komen we in de richting van regisseur van de
wereldhandel. In een wereld die openbreekt moet je op zo'n open manier
denken. Denken dat je het nog redt met een gesloten Hollands onderonsje
is een illusie.' Deze slotconclusie is volgens Martien Penning de crux
voor een succesvolle tuinbouw in de toekomst. Internationaal
ondernemerschap als kernwaarde voor een professionele tuinbouwsector,
daar moet de tuinbouw haar pijlen op richten. De ondernemer zijn zelf
aan zet.
Razende Robot Reporter